Op 16 en 17 maart 1673 wordt een voorstel gedaan aan de Dordtse Synode om dominee Rotarius te ruilen voor dominee Paets. Dit voorstel is ondertekend door regerende en oud-kerkmeesters, oud-gezworenen, beambten en enige lidmaten. Bij de ondertekenaars staan o.a.:
Dirck Huijgen - Oud gezworen
Gerrit Heijndricksz Wout - Oud burgemeester
Nannen Adriaensz - Ouderling (zwager van Gerrit, de man van Crijntge)
Dubbele woonhuis, Heijndrick Pieter Jan Woutersz (1580) had dit huis al in 1616 gekocht. De kinderen van Heijndrickge erven de helft van dit woonhuis omdat Heijndrikckge samen met haar man en kinderen daar al woonden.
Gerrit woont in het huis (boerderij) van Mr. Adriaen Cobmeijer, samen met zijn vrouw duifje en de kinderen Heijndrick, Grietje en Jacob
Gerrit verhuist naar een eigen boerderij met zijn dochter Grietje en zoon Jacob
Verpondingen Stolwijk 1654:
"Gaerbouck over Stolwijck vande verpondinge anno xvj[c] vier ende vijftigh":
-De Suijtsijde Bovenkerck, Gerrit Heijndricksz, 3 Mergen 8 Hont (II)
-De Suijtsijde Benederkerck, Gerrit Heijndricksz, 4 1/2 Hont (III)
-De Noortsijde Benederkerck, Gerrit Heijndricksz, 3 mergen 1 1/2 Hont (IV)
Uit de rekeningen van Schout en gezworenen van Stolwijk blijkt dat Gerrit het schoolgebouw gekocht heeft, dat al enige jaren door zijn halfbroer Pieter (1610) werd gehuurd voor zijn biergroothandel:
"Comt ontfangen van Gerrit Heijndricksz de somme van eenhondertvijff ende tseventich gl. over de paij vande coop vant schooll verschenen St. Jacob anno 1652"....f 175-0-0
Gerrit bezit land op de Zuidzijde van Bovenkerk (zie ook verpondinen Stolwijk 1654) en pacht tevens het land van zijn zwager Jacob Pietersz Coelen.
In 1679 machtigt Gerrit de secretaris van Stolwijk om namens hem de overdrachtsakte te tekenen van het huis aan de herenstraat, Gerrit woont dan al enige tijd in zwammerdam.
Gerrit bezit een eigen boerderij in Bodegraven
Op vrijdag 10-12-1655 wordt Gerrit (1620) voogd over de drie jongste kinderen van zijn zuster Heijndrickge Coelen-Wout en Jacob Pietersz Coelen.
Door de schout en gezworenen van Stolwijk wordt op vrijdag 8-11-1658 uitspraak gedaan in de kwestie tussen Gerrit (1620) en Jacob Pietersz coelen als erfgenamen van Grietge dircksdr Huijgen aan de ene zijde en Gerrit Jansz Muijs en Floris Jansz als voogden van Leentge Willemsdr. het stiefkind van halfbroer Pieter Heijndricksz Wout (1610). De kwestie gaat over de uitzet van Leentge.
Uit de rekeningen van Schout en gezworenen van Stolwijk:
Gerrit Heijndricksz. Wout, gezworen, comt van verschoten penningen, volgens spetie: f 15-0-8
Gerrit (1620) huurt een deel van de Stolwijkse boezem met riet, waarbij Wouter den Haen borg voor hem staat.
Ook staat hij borg voor zijn zwager Claes Jansz Schouten, broer van zijn vrouw Duifje.
Gerrit blijkt wel vaker borg te staan voor mensen die land huren van de gemeente, in 1668 voor Aerten Jansz, Rijer Goossensz, Jan Damen, Aelbert Loij. In 1669 voor Aert Goossensz en Dirck Huijgen
Na het overlijden van zijn tante Maritge erft Gerrit 250 guldens
Na het overlijden van de schoonvader van Gerrit (1620) Jan schouten zou Gerrit 250 gulden erven als voor een achtste deel erfgenaam van Maritge Dircksdr Huijgen, Gerrit verklaart geen 250 gulden ontvangen te hebben en maakt bezwaar tegen de 200ste penning die hij moet betalen over de erfenis:
"Gerrit Hendricksz Wout voor een agtste erfgenaem van Maritge Dircksdr Huijgen, welckers boedel getaxeert is op twee duijdent gulden, heeft verclaert geen twee hondert vijftich gulden geërft te hebben".
In 1674 betaalt Gerrit geen Binnenlandse omslag, hij staat nog wel op de lijst, maar er is geen bedrag ingevuld. Hij ontvangt nog wel af en toe vergoedingen voor het leveren van goederen en diensten aan de kerk en de gemeente. Het betalen van belastingen begint bij Gerrit steeds meer te stagneren, ook de verponding over 1674 heeft hij niet betaald, dit lijken aanwijzingen dat het bedrijf te weinig oplevert, de oorlog met de Fransen die vrijwel volledig Zwammerdam en Bovenkerk verwoestten op hun aftocht en overal grote vernielingen aanrichtten (op 2 huizen na is Zwammerdam volledig verwoest en de meeste inwoners vermoord) lijkt ook zijn weerslag te hebben op de handel en wandel van Gerrit en zijn bedrijf, dit is echter niet zeker maar wat wél zeker is is dat Gerrit die toch behoorlijk vast in het zadel zat in grote finaciële problemen is geraakt, hij staat op de lijst van personen die over 1674 gesommeerd worden om de verponding te komen betalen, met een aantekening van hem en van de vrouw van zijn zwager Dirck Huijgen:
-Gerrit Heijndricksz Wout: "Ick salder bij gaen"
-Dirck Huijgen, Par vrou: "Ick salt betalen soodrae als ick kan" (Gerrit stond borg voor Dirck)
Deese booven staende persoonen gesommeert uijtten naem van schout ende Gerechten van Stolck, over haer verpondingh vanden Jaere 1674, datse mosten coomen betalen binnen 24 uijren aen handen vande secretaris als gaerder.
Actum den 29 november anno 1675.
Gerrit heeft nu nog wel zijn officiële functies in Stolwijk, de jaarrekening van de kerk wordt nog steeds mede door hem ondertekend. In 1675 betaalt Gerrit voor de laatste keer (voor zijn verhuizing naar Zwammerdam) belasting in stolwijk.
Op de lijst van de geschierde mannen voor het jaar 1676 staat Gerrit nog wel vermeld maar zijn naam is doorgehaald. Zijn dienst wordt uiteindelijk overgenomen door Arien Maertensz Decker.
VERTREK UIT STOLWIJK
In 1676 verhuizen Gerrit en Duifje met hun 3 kinderen Heijndrick, Grietje en Jacob van Stolwijk naar Zwammerdam. Het huis op de Heerenstraat (in 1616 gekocht door zijn vader Heijndrick) is dan nog niet verkocht, dat gebeurt later in 1679.
Na de verhuizing blijft er niemand met de naam Wout in Stolwijk achter. De ouders van Gerrit, Heijndrick en Grietge zijn dan al overleden. Ook halfbroer Pieter (kinderloos), zuster Heijndrikge en zwager Jacob Pietrsz Coelen zijn dan al overleden.
Gezien het feit dat Gerrit vanaf 1674 problemen kreeg met het betalen van de belastingen is het aannemelijk dat daarom de keus gemaakt is om het huis aan de Heerenstraat te verkopen om zodoende ergens anders opnieuw te kunnen beginnen.
Nadat in 1679 het huis op de Heerenstraat verkocht is begint de oudste zoon Heijndrick (1652) zijn eigen boerderij in Alphen. De andere zoon Jacob (1656) vestigt zich in 1683 in Bodegraven. Hiermee is de basis gelegd voor het gesclacht Van 't Wout, waarvan nog steeds veel afstammelingen in Alphen a.d. Rijn en omgeving wonen.
Door de ambachtsheren van Zwammerdam worden diverse belastingen geheven zoals zout-, zeep-, here- en redemptiegelden, buurschattingen, 10ste en 200ste penningen enz. Om de hoogte van de belastingen te kunnen bepalen zijn de inwoners in 6 klassen verdeeld. Kinderen beneden 4 jaar zijn onbelast, kinderen tussen 4 en 10 jaar betalen half tarief.
In 1680 is de bevolking van Zwammerdam als volgt ingedeeld:
1e soort: heele Capitalisten: 12 gezinnen
2e soort: halve Capitalisten: 6 gezinnen
3e soort: coehouders, negen koeien en daarboven houdende: 29 gezinnen
4e soort: getaxeerd onder de drie koeien en minder: 15 gezinnen
5e soort: Arbeijders die haer Arbeijt off Neeringh sonder knecgts, meijden off leerlingen sijn doende: 43 gezinnen
6e soort: onvermogen ende van de Armen levende die Aelmis hebben: 26 gezinnen
Gerrit is ingedeeld bij de 3e soort en betaalt ondermeer f 4-0-0 buurschatting en f 5-0-0 "middel vant gemael" (polderbelasting)
op zondag 1 september 1680 trouwt de oudste zoon Heijndrick Gerritsz Wout met Aaltje ariensdr van der Kraan, ze gaan wonen op een boerderij in "de Steekt" in alphen.
In deze periode overlijdt Duifje, haar overlijdensdatum in niet bekend, veel kleindochters zijn naar haar genoemd, een eeuw later komt deze naam nog steeds veelvuldig voor.
op Goede Vrijdag 4 april 1681 verhuist Gerrit (1620) met zijn dochter Grietje en zoon Jacob naar een eigen boerderij in Bodegraven. In zwammerdam wordt hij op een lijst met "insolventen" gezet. Uit een akte na zijn vertrek uit het huis in Zwammerdam blijkt dat Gerrit het huis en het landgoed zoals het een goed huisvader betaamt heeft beheerd en onderhouden, een stukje uit deze akte luidt: "hoe waer en waarachtig is, dat den Requirant heeft gewoont in den verleden Jare 1680 laatstleden tot in het Voor Jaar (den 4 april) 1681 toe, in de wooninge vande Raetsheer Mr. Adriaen cobmeijer, Raetsheer in den hove van hollandt, in de Jurisdictie van Swammerdam, en aldaer sich op de voorschr. wooninghe, soo danigh en soo wel heeft gecomporteert in 't gebruijcken van de voorschr. wooninghe, soo in het slooten uit de schouwe te houden, ploegen, zaijen, het landt van biesen en steeckelen te suijveren, pooten ende planten, baggeren ende al dat tot beste ende voordeelichste van de voorschr. wooninghe van noode was".
In deze akte staan een aantal personen die we later in de geschiedenis weer tegenkomen.
Op zondag 15-06-1681 trouwt dochter Grietje en op 13-06-1683 trouwt de jongste zoon Jacob.
Hij is getrouwd met Duifje Jansdr Schouten.
Toestemming voor het huwelijk is 18 april 1648 verkregen te Stolwijk.
Kind(eren):
Gerrit is genoemd naar zijn oom Gerrit Pieter Jan Woutersz
Gerrit was kerkmeester, in de kerkrekeningen van Stolwijk lezen we:
INCOMST VANDE KERCKE GRAVE IN STOLWIJCK
Ingegaen den 5 april 1644
De kerckmeijsters zijn Jan Huibertsz, Gerrit Heijdricksz Wout, Gerrit Jansen van Vliet ende Gerrit Pieter Gerritsz
Haer eet gehedaen datum als boven
***
Pieter Heijndricksz Wout een kint..... f 1-10-0
Jaep Pieter Koelen...................... f 1-10-0
Uit de rekeningen van Schout en gezworenen van Stolwijk 1645:
Jan schouten comt voor ses pont ruesel (Jan Schouten wordt later de schoonvader van Gerrit)
Gerrit wordt op 27-03-1669, samen met Louris Claesz Boer, aangesteld tot voogd over de 3 kinderen van zijn overleden zuster Heijndrickge en zijn overleden zwager Jacob Pietrsz Coelen, dat waren Trijntge (1651), Marigje (1652) en Jan (1653).
Gerrit Heijndricksz Wout | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Duifje Jansdr Schouten |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.