Op 15 mei 1740 treedt Jacobus Josephsz Paldon (uit Dorth) als bootsmansmaat in dienst van de Kamer Rotterdam van de Oostindische Compagnie op het schip "Hof niet Altijd Winter".
Reis:
vertrek 15 mei 1740 op weg naar Batavia; aankomst op de kaap 10 mei 1741 [!]; 27 mei 1741 vertrek na 17 dagen van de Kaap; aankomst in Batavia 16 augustus 1741.
Terugreis:
29 nov. 1744 vertrek uit Batavia met het schip "Beukestijn"van de Kamer Amsterdam; 6 feb. 1745 aankomst op de Kaap; 16 april vertrek vanaf de kaap na 69 dagen; dinsdag 24 augustus aankomst van het schip Beukestijn in Nederland. Hierna wordt hij gerepatrieerd.
Wikipedia geeft als omschrijving van de functie van bootsman:
"Bootsman is een rang (onderofficier) en functie aan boord van koopvaardijschepen. De bootsman heeft de leiding over de matrozen en llichtmatrozen. Hij krijgt zijn instructies van de eerste stuurman en onder diens leiding is hij verantwoordelijk voor, onder andere, het onderhoud van het schip."
Jacob Paldonk (Paldon) |