Kwartierstaat Van Leijenhorst - De Waard » Marigje Claas Daalder (± 1683-????)

Persoonlijke gegevens Marigje Claas Daalder 

• Zij is geboren rond 1683 in Sliedrecht.
• Zij is overleden.
• Zij is begraven op 31 augustus 1757 in Papendrecht.
• Een kind van Claes Willemsen Daalder en Pietertje Jacobsdr. Snoeck
• Een kind van Claes Willemsen Daalder
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 16 december 2009.

Gezin van Marigje Claas Daalder

Zij is getrouwd met Hermen Jansen Decker.

Zij zijn getrouwd op 8 maart 1710 te Papendrecht.

Kind(eren):

1. Neeltje Hermensdr Dekker  1711-????
2. Jan Herman Dekker  1712-1757 
3. Neeltje Hermensdr Decker  1715-1745
4. Pietertje Hermensdr Decker  1717-????
5. Anna Hermensdr Decker  1718-????

Notities over Marigje Claas Daalder

«i»ORA Papendrecht no.25 fo.24 ev. Staat ende Inventaris van alle zoodanige«/i» «i»gelden, effecten en goederen soo roerende als onroerende geene altoos«/i» «i»uytgezondert ofte gereserveert als wijlen Marijtje Daalder in haer leven weduwe«/i» «i»van Hermen Janse Dekker gewoond hebbende ende ab intestato overleden op den«/i» «i»dorpe van Papendrecht, die allen stervende op den een en dartighste Augustus«/i» «i»deses jaars 1757, eennigssints in de dood ontruymt en nagelaten heeft en«/i» «i»dewelke allen ab intestato werden geerfft bij Jan Dekker ofte nu (vermits«/i» «i»denzelve Jan Dekker onlangs naa het overlijden van de hier voorengemelde zijne«/i» «i»moeder Marijtje Daalders, weduwe van Hermen Jansse Dekker mede alhier is«/i» «i»overleden bij deszelfs weduwe als boedelhoudster voor een gerecht derde Part;«/i» «i»ende bij Jacob Pleunen Vermeulen als in hwelijk hebbende Anna Hermense Dekker«/i» «i»meede woonende alhier te Papendregt voor het tweede derde Part, mitsgaders nog«/i» «i»bij de heer Jan Dekker Adriaanszoon, thans woonagtich te Amsterdam in«/i» «i»quialiteit als voogd over Aartje Jans Vermeulen, Mayke Jans Vermeulen ende«/i» «i»Hermen Jansze Vermeulen, zijnde derzelven de eenige kinderen van Jan Pleune«/i» «i»Vermeulen in huwelijk verwekt bij Neeltje Hermanse Dekker in haar leven gewoond«/i» «i»hebbende ende overleden alhier te Papendrecht voornoemt. Volgens akte van«/i» «i»Voogdij door wijlend de meergemelde Marijtje Daalder, weduwe van Hermen Jansz«/i» «i»Dekker daarvan voor Schout en Schepenen van dezen dorpe van Papendrecht«/i» «i»gepasseert in dato den Dartigste Augustus 1749, voor het laatste ofte overige«/i» «i»geregte derde Part. Zijnde deze staat ende Inventaris beschreven door mij Mr.«/i» «i»Johan Beudt, secretaris dezer voorn. Vrijen Heerlijkheyd van Papendrecht ende«/i» «i»Matena ten requeste van de voorn. Heer Jan Dekker Adriaansz. in qualiteit als«/i» «i»voogd over de minderjarige erffgenamen hiervooren breder gemeldt. Ende dat«/i» «i»alles op het aangeven van de hier boven gemelde Jacob Pleune Vermeulen ende«/i» «i»deszelffs huisvrouw Anna Hermende Dekker op den 23e September dezes Jaars 1757«/i» «i»en volgende dagen.«/i» «i»Contante penningen in dezen boedel bevonden; 1 gouden Rijder, 2 gouden«/i» «i»Ducatons, 4 dito halve, 5 ducaaten, 18 achtentwintig struyverstukken, 38«/i» «i»guldens, 2 halve zilvere ducatons, 1 daelder. Aen zesthalven en Payement«/i» «i»tezamen 4 gulden 16 stuivers. 4 stukjes zilvergeld zijnde vreemde munt«/i» «i»Vervolgens is nog in zeekeren kand in de Eetkamer gevonden: 42 hele en halve«/i» «i»zilveren ducatons, 76 drieguldenstukken, 142 achtenveertigstuiverstukken 42«/i» «i»daelders, 7 Hollandsche Rijksdaelders, 6 stukken zilvergeld, zijnde vreemde«/i» «i»munt.«/i» «i»Nog werd alhier onder de contante penningen gebragt een somma van 27 guldens,«/i» «i»dewelcke na het overlijden van de meergemelde Marijtje Daelder, weduwe van«/i» «i»Hermen Jansz. Dekker voor completeren van deze Staat en Inventaris, zijnde«/i» «i»ontfangen van Theunis de Groot, wegens een restant van huren van het huys en«/i» «i»land door denzelven van deze boedel in huur gebruikt werdende, zooals zulks aan«/i» «i»de geinteresseerden in dezen bekend is.«/i» «i»Mitsgaders nog een somma van 12 gulden, dewelke alsmede na het overlijden en«/i» «i»voor het completeren van deze Staat en Inventaris als vooren ontfangen is op«/i» «i»rekening en in minderingh van een somma van 20 guldens dewelke Jan van der«/i» «i»Steegh aan deezen boedel verschuldigd is, weegens huur van een huys door de«/i» «i»voornoemde Jan van der Steegh van deze boedel in Huure gebruikt werdende zooals«/i» «i»zulks almede aan de geinteresseerden in deze bekend is.«/i» «i»Onroerende Goederen, ende eerstelijk Huyse en Erve.«/i» «i»No.1). Een Huys en Erve, met een buyten boomgaert daarbij behoorende, staande«/i» «i»ende geleegen op het Oost-Eijnde van Papendrecht, belent ten oosten de weduwe«/i» «i»Leendert Kamermans, ten zuyden de Gantel en ten westen het navolgende huys«/i» «i»deeze Boedel toebehorende ende ten noorden den Tiendwegh. Welk voors.huys, erve«/i» «i»en buitenboomgaert met ende beneevens het Gors en de Landerijen hieragter onder«/i» «i»de nummers 4,5,6,7,8,14,15 en 16 breeder gespecificeerd, tezaam door de«/i» «i»overledene is verhuurt aan Theunis de Groot, voor de tijd van drie«/i» «i»agtereenvolgende jaaren ingegaan met de 1e Meij dezes jaars 1757, en zullende«/i» «i»expireren met den laatsten April 1760, alles volgens huurcedulle daarvan zijnde«/i» «i»ende dat alles te zaamen voor de somma van 160 guldens eensgeld.«/i» «i»No.2). Nogh een Huys, Erve met Buytenboomgaert daaraan toebehoorende, staande«/i» «i»ende geleegen in het Oosteinde van Papendrecht, belend ten oosten het«/i» «i»voorenstaande huis, ten zuiden den voors. gantel ten westen nog een huis dezen«/i» «i»Boedel toebehoorende ende ten noorden den Thiendwegh. Welk voorz. Huys, Erve en«/i» «i»Buyten Boomgaert mitsgaders de Landerijen en Kenniplanden hieragter onder de«/i» «i»nummers 9,10,11,12 en 13 gespeicificeert in huur gebruikt bij wijlen den hier«/i» «i»voorengemelde Jan Dekker en nu deszelfs weduwe, waarvan de Huure zal«/i» «i»geexpireert zijn met Mey 1758 en zijn de huurpenningen om redenen de«/i» «i»geinteresseerden in dezen bekent ook reeds betaalt tot de voorz. 1e Mey 1759.«/i» «i»No.3).Voorts nog een Huys en Erve met een Buytenboomgaerd daaraan toebehoorende«/i» «i»staande ende gelegen almeede in het Oosteinde van Papendrecht, belendt ten«/i» «i»oosten het voorengemelde Huys, ten zuiden den voorsz. Gantel, ten westen een«/i» «i»Huyse en Erve van de Diaconie van Papendrecht ende ten noorden de Thiendwegh«/i» «i»Welk voors. Huys, Erve en Buyten Boomgaerdt door den overledene is verhuurt aan«/i» «i»Jan van der Steegh voor de tijd van een jaar ingegaan den 1e Mey 1757 en«/i» «i»zullende expireren den laatsten April 1758, omme ende voor de somma van 20«/i» «i»guldens eens gelts zijnde de voorz. Jan van der Steegh aan deze boedel nog«/i» «i»schuldig een somma van agt gulden weegens een restant van nog onbetaalde«/i» «i»huurpenningen van het voorz. huys, wegens het vorige jaar.«/i» «i»Gorzen.«/i» «i»No.4) Een Gors geleegen alhier onder Papendrecht belent ten oosten Mees«/i» «i»Pieterse Visser, ten zuiden de rivier de Merwede, ten westen de weduwe Cornelis«/i» «i»Bressens, ten noorden de drie hier voorengemelde Huysen en Buytenboomgaerden,«/i» «i»alsmede her voors. Huys van de Diaconiearmen van Papendrecht. Welk voors. Gors«/i» «i»met het voorenstaande Huys onder numero 1 benevend de Wey- en Kenniplanden«/i» «i»hieragter onder de nrs. 6,7,8,14,15 en 16 gespecificeerd tezamen door de«/i» «i»overledene is verhuurt aan Theunis de Groot, zooals hier vooren breeder staat«/i» «i»vermeld.«/i» «i»Weylanden.«/i» «i»No.5). Een stuk Weyland groot een mergen hondert en dartigh roeden geleegen op«/i» «i»het Oosteinde van Papendrecht in Jan Bastiaansweer, belent ten oosten Adriaan«/i» «i»en Pieter Matena, ten zuiden Theunis Wapperom ten westen het land van deze«/i» «i»boedel ende ten noorden Ary Knock ende Pieter Guys. Welk voorz. weylandt«/i» «i»alsmeede in voege hiervooren op folio 8 van deze inventarisstaat vermeldt is«/i» «i»verhuurd aan den voorn. Theunis de Groot.«/i» «i»No.6). Nogh een stuk weyland, groot een mergen hondert en vijftigh roeden«/i» «i»geleegen in Pieter Janse Stoksweer onder Papendrecht belendt ten oosten Theunis«/i» «i»Schorteldoek, ten zuiden Pieter Matena, ten westen de weduwe Guys ende ten«/i» «i»noorden het land deze boedel toebehorende. Welk voorsz. weijland insgelijks«/i» «i»zoals hier vooren op de inventaris folio 8 en 9 breeder staat gespecificeerd is«/i» «i»verhuurt aan den voorn. Theunis de Groot.«/i» «i»Hooylandt.«/i» «i»No.7) Een stuk Hooylandt, groot eene mergen driehonderd en vijftigh roeden«/i» «i»geleegen in Pieter Janse Stolksweer, onder Papendrecht voornoemd, belend ten«/i» «i»oosten de Matena, ten zuiden het land dezen boedel toebehorende, ten westen«/i» «i»Theunis van Houwelingen ende ten noorden voorsz. Matena. Welk voorsz. Hooylandt«/i» «i»alsmede gelijk zulks hier voren op de inventaris folio 8 en 9 breeder staat«/i» «i»vermeldt en verhuurd aan den meer voorn.Theunis de Groot.«/i» «i»No.8). Wijders nog een stuk Hooylant groot twee mergen honderd en vijftigh«/i» «i»roeden gelegen in Frankenweer onder Papendrecht voornoemd. Belendt ten oosten«/i» «i»de weduwe Bressers ende de weduwe Guys ten zuiden Joost van Hofwegen ten westen«/i» «i»Bastiaan Spek en ten noorden de weduwe Jan Dekker ende Pieter Guys. welk«/i» «i»gemeldt Hooijlandt ook almede door de overledene is verhuurd aan de meergemelde«/i» «i»Theunis de Groot zoo in diervoege als zulks hiervoren op dezen inventarisstaat«/i» «i»folio 8 en 9 breder staat vermeld en gespecificeerd.«/i» «i»Boomgaerd en Weyland.«/i» «i»No.9). Een boomgaerdje met de Steegh daarbij behoorende te zaamen groot agt en«/i» «i»seeventigh roeden gelegen in Pieter Janse Stoksweer onder Papendrecht belendt«/i» «i»ten oosten Mees Visser, ten zuiden Pieter Matena, ten westen de Steegh ende ten«/i» «i»noorden het land aan deze boedel toebehorende. Welk voorsz. Boomgaerdje en«/i» «i»Steegh met hier voorenstaande huys sub numero 2, beneven de Wey-en Kenniplanden«/i» «i»hier agter sub no.10,11,12 en 13 gespecificeerd tezamen in huure werd gebruikt«/i» «i»bij wijlen de meergemelde Jan Dekker, ofte nu deszelfs weduwe alles in voege«/i» «i»zoals zulks hiervoren op de inventaris folio 10, breeder staat gespecificeert.«/i» «i»No.10). Nogh een stuk weyland mitsgaders twee kennipakkers tezaamen groot een«/i» «i»merge en teehondert roeden geleegen in Pieter Janse Stoksweer. Belendt ten«/i» «i»oosten Theunis Wapperom ten zuiden het voorenstaande Boomgaertje en Adriaan«/i» «i»Matena, ten westen Dirk Vink ende ten noorden het land aan dezen boedel«/i» «i»toebehorende. Welk voorsz. weyland en twee kennipakkers almede als hier vooren«/i» «i»op den Inventaris folio 10 staat vermeld door wijlen den voorn. Jan Dekker ofte«/i» «i»nu deszelfs weduwe in Huure gebruikt wordt.«/i» «i»No.11). Wijders nog een stuk weyland, groot eene mergen, geleegen in het voorn.«/i» «i»Pieter Janse Stoksweer onder Papendrecht, belend ten oosten en zuiden het land«/i» «i»deze boedel toebehorende ten westen Dirk Vink ende ten noorden Pieter Matena.«/i» «i»Welk voorsz. weylandt insgelijks als hiervoren op de inventaris folio 10 staat«/i» «i»geexpresseert door wijlen den voorn. Jan Dekker ofte nu deszelfs naegelaten«/i» «i»weduwe in huuren gebruikt werdt.«/i» «i»Kenniplandt.«/i» «i»No.12). Een stuk kennipland groot tezamen met de hier nog navolgende vier«/i» «i»stukjes off hoekjes kenniplandt en verongeldende teegens vier hondert en«/i» «i»seeventhien roeden gelegen in Frankenweer onder Papendrecht, belendt ten oosten«/i» «i»Cornelis van Dallen, ten zuyden Ary Blom, ten westen de Steegh ende ten noorden«/i» «i»Pieter Matena. Welk voorsz. stuk kenniplandt beneevens het navolgende stuk«/i» «i»kenniplandt alsmede tezaamen met hier voorgemelde Huys sub numero 1 ende verdere«/i» «i»Parcelen land no. 4,5,6,7, en 8 door de overledene zijn verhuurdt aan den al«/i» «i»meerg enoemden Theunis de Groot in voege zoals hiervoorgen op den Inventaris«/i» «i»folio 8 en 9 staat vermelt.«/i» «i»No.13). Nogh een stuk kenniplandt geleegen in het voorsz. Frankenweer belend«/i» «i»ten Oosten de Steegh ten zuiden Dirk de Borst ten westen Joost Hoffwegen ende«/i» «i»ten noorden Ary Blom«/i» «i»No.14). Wijders nogh een hoekje kenniplandt geleegen in het voorsz. Frankenweer«/i» «i»onder Papendrecht belendt ten oosten de Waal, ten zuiden en westen Theunis de«/i» «i»Groot ende ten Noorden Pleun de Borst. Welk voorsz. Hoekje Kenniplandt met en«/i» «i»beneevens de twee nog navolgende hoekjes Kenniplandt tezaamen met het«/i» «i»hiervoorengemelde huys onder numero 2 ende verdere Parcelen land no.9,10 en 11«/i» «i»door de overledene zijn verhuurt aan wijlen den meergemelden Jan Dekker ofte nu«/i» «i»deszelfs weduwe gelijk zulks breeder hiervooren op den inventaris folio 10«/i» «i»staat geexpresseerd.«/i» «i»No.15). Insgelijks nog een hoekje Kenniplandt geleegen in Frankenweer onder«/i» «i»Papendrecht voornoemde, belendt ten oosten Mees Visser, ten zuiden de«/i» «i»Weeteringe ten westen de weduwe Bressers ende ten noorden de weduwe Willem Guys«/i» «i»bij welk voorsz. Hoekje Kenniplandt behoort den Thiendewegh daar voorgeleegen.«/i» «i»No.16) Enden laatstelijk nogh een Hoekje Kenniplandt geleegen alsvooren in het«/i» «i»Frankenweer onder Papendrecht belendt ten oosten, zuiden en westen de weduwe«/i» «i»van Willem Guys ende ten Noorden Ary Blom.«/i» «i»Roerende ofte Meubilaire Goederen ende eerstelijk Gemaakt Goud- en Zilverwerk.«/i» «i»2 gouden stikken ofte mutsenden, 2 zilvere broekknoopen, 2 zilvere hegtjens,«/i» «i»een schaar met zilver beslag, 2 zilveren knoopjens, een zilveren pennetje, 8«/i» «i»zilveren knoopjens, een zilveren tuyg met 2 kokertjes en Haak, een zilveren«/i» «i»rammelaar of bell, een Kerkboek met zilver beslagen en een dito ketting daaraan.«/i» «i»Beddens met haer toebehooren.«/i» «i»Een bed met een peulue neevens 2 klijne en 2 groote kussen daartoe behoorende.«/i» «i»Nog een bed met een peulue en twee kussen daartoe behoorende. 4 wolle dekens.«/i» «i»Linnen en Wollen Goed.«/i» «i»28 beddenlaakens, 19 kussensloopen, 22 vrouwe hembden, 6 mans hembden. 7«/i» «i»taafellaakens, 13 servetten, 6 handdoeken, 5 witte kraplappen, 3 gebloemde«/i» «i»dito, 2 oude dito, een stuk of wat linnen, nog een stuk of wat linnen, 27«/i» «i»trekmutsen, 8 neteldoekse neusdoeken, 4 grooten en een kleinder Neusdoek, 3«/i» «i»freytels ?, 3 kistdoeken, 2 linne zakjens, 4 bonte halsdoeken, een paar gaare«/i» «i»handschoenen, 5 neteldoeksee neusdoeken, 4 borstrokken, een kistje en een«/i» «i»stoovezak, 2 paar gordijnen, 2 schoorsteenkleden, een gebloemd tafelkleed, 2«/i» «i»paar onderkousen, een koornzak. 2 bonte sloopjes, 2 blaauwe doekjes, een wit«/i» «i»gordijntje, 5 blaauwe schortekleeden, een wit dito, een zwart zijde diro, een«/i» «i»paar zwarte handschoenen, een paar zwarte mofjens.«/i» «i»Kooperwerk.«/i» «i»2 groote kooperen keetels, een dito klijnder, 2 dito theeketels, twee dito«/i» «i»koffiekannen, een dito schootel, een dito leepelrek, een dito beddepan, een«/i» «i»dito hangblaaker, 2 dito blaakers, 2 dito klijnder, 2 dito pannetjes, een dito«/i» «i»vijsel en stamper, een dito tabakskomfoortje, een dito lamp, een dito«/i» «i»theebuschje, 2 dito schuymspaanen met ijzeren steelen en een dito koffymolentje.«/i» «i»Tinwerk«/i» «i»7 gsoo grooten als klinder tinnenschootels, een dito beddefles, een dito«/i» «i»bierkan, een dito pintje en dito trekpot. 23 leepels, een dito boterpot 6 dito«/i» «i»vorken, 2 dito kroesen, 2 tinnen kannetjes en dito zoutvat.«/i» «i»Blikwerk«/i» «i»Een blikke tregter, vier dito theebussen, een dito slaaemmer.«/i» «i»IJserwerk«/i» «i»Een ijzeren keetel en dito pot, een dito hengel, een dito treeft, een dito«/i» «i»koekpand, een ijzeren tang, een dito schop, een dito hakmes, een dito«/i» «i»wafelijzer«/i» «i»Porcelijn en Aardewerk.«/i» «i»6 porcelijne kopjes, en 6 dito schoteltjes, een rek met defect porcelijn en«/i» «i»aardewerk, een dito rek met 4 schootels en 6 borden. Aardewerk: een rek met 6«/i» «i»witte kanne, 4 schoteltjes op dito rek, 2 hangschoteltjes, 2 witte kannetjes,«/i» «i»een rek met 4 witte schootels en 6 dito borden, een rek met 6 blaauwe«/i» «i»schootels, 5 grote en 3 kleyne schootels voor de schoorsteen. een klijn rekje«/i» «i»met Delftsch Theegoed, een rek met 9 schootels en 13 borden, 3 hangschootels, 9«/i» «i»schootels en een kom,. 6 kommen op de twee kasten, 2 kuykentjes, een bruin«/i» «i»trekpotje, 2 suykerpotte, 2 trekpotte. Eenige aarde Potten,Pannen en Schootels,«/i» «i»staande onder in een houte kast, nietwaerdig alhier naader gespecificeeerd te«/i» «i»worden.«/i» «i»Kasten, Houtwerk en verde Inboedel.«/i» «i»Een Wrikker, een gladde kast, een dito IJkenkast, een stilletje, een houte«/i» «i»lessenaertje, 5 stooven, een houten tafel, 2 spiegels, een theeblaadje, een«/i» «i»theetafeltje, 14 stoelen zoo goed als slecht. een tobbetje, een ronddoosje een«/i» «i»korffmandje een paar houte schalen met gewigt. 2 bennetjes, een mandje, nog«/i» «i»drie mandjes,een vringkuip en stoel, een kist, een vlootje, een klijn kuypje,«/i» «i»een groote en 2 klijne schilderijtjes, 3 groote kaasvaaten, een dito klijner,«/i» «i»eenig vringgereedschap, een wateremmer, 2 melktonnetjes, een oud stopje, een«/i» «i»spinnewiel, een bank een tonnetje, een broodbak, een Varken met een lange«/i» «i»steel, een dito klijnder, nevens een Schuyer en een platte borstel, een«/i» «i»loopwagen, een mand met allerhand oud ijser.«/i» «i»Boeken.«/i» «i»Een bijbel in folio, een Nieuw Testament, nog eenige weinige boeken niet«/i» «i»waerdigh a om alhier nader gespecificeerd te worden.«/i» «i»Lasten dezes boedel.«/i» «i»Betaelt aan Pieter Koorevaar voor zevenmaal beluyden van de overledene, bij«/i» «i»quitantie 5 gld. 12 st.«/i» «i»Betaalt aan denzelve voor het doodskleed bij quitantie 12 stuivers«/i» «i»Nog betaalt aan denzelve voor het openen van het graft bij quitantie 8 stuivers.«/i» «i»En nog betaaelt aan denzelve voor een zeegel en eenig papier bij quitantie te«/i» «i»zamen 7 st.4 penn.«/i»Bron 1

Tijdbalk Marigje Claas Daalder

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen