Gewettigd bij huwelijk ouders.
Overledene: Jan de Groot
Geslacht: Man
Geboorteplaats: Amsterdam
Leeftijd:50
Beroep: verpleegde
Relatie: Maria de Klerk
Relatiesoort: Partner
Vader: Andries de Groot
Moeder: Hendrika van Luxemburg
Gebeurtenis: Overlijden
Datum: maandag 25 januari 1875
Gebeurtenisplaats: Ommerschans Ommen, Stad
Documenttype:BS OverlijdenErfgoedinstelling:Historisch Centrum Overijssel
Plaats instelling:Zwolle
Collectiegebied:Overijssel
Archief:0123Registratienummer:10338 Aktenummer:11 Registratiedatum:27 januari 1875 Akteplaats:Ommen, Stad
Jan is overleden in het huis staande in de Ommerschans nr. 59. Aangifte wordt gedaan door Francois Lambaar oud 53 jr. en Christiaan Olthuizen 39 jr. , beiden opzichter in de Ommerschans.
Tijdstip: 21:00
Hij is getrouwd met Maria de Klerk.
Zij zijn getrouwd op 15 mei 1844 te Bennebroek, NH , hij was toen 23 jaar oud.
Kind(eren):
In een eerder militieregister van 1840 wordt Jan een jaar vrijgesteld omdat hij te klein is: 1 el 5 palm 4 duim en 7 streep. Hij woont dan Brouwersgracht wijk 44 nr 133, in een gang bij de Nieuwe Wagenstraat.
Militieregister
Jan de Groot
1 el, 5 palm, 8 duim, 9 streep
aangezicht rond
voorhoofd hoog
ogen blauw
neus ordinair
mond idem
kin rond
haar blond
wenkbrauwen idem
Merkbare tekenen geen
Bij huwelijk: Toestemming aan fuselier Jan de Groot van de 1e kompagnie, 2e Bataillon, 2e regiment, afd. Infanterie.
Huwelijksgetuigen Jan Rijnders 66 jaar, metselaarsknecht, Anthonie van Laar 39 jaar werkman en ooms Jeroen Barnhoorn 49 jaar won. Hillegom en Hendrik
Barnhoorn 47 jaar wonende Wassenaar.
De eerste 4 kinderen worden in het huis aan de laan geboren, nrs 5 en 6 in huis nr. 94 nrs 7 en 8 in huis nr. 11 b en nrs 9 en 10 in wijk A nr. 3
Bevolkingsregister Hillegom 10 januari 1861:
Groot de, Jan, weduwnaar, nederlands hervormd, spoorwegwerker, huizing A 3, 10
augustus 1863 vertrokken naar Amsterdam.
Kinderen;
Hendrika, geb 26-7-1844 Bennebroek rk 14-2-1862 vertrokken naar Heemstede,
Andries, geb. 25-7-1848 Bennebroek rk, datum inschrijving 5-8-1862, dient bij Straathof, 11-7-1865 vertrokken naar de Haarlemmermeer.
Jacobus, geb. 16-3-1849 Bennebroek, Simona, geb. 25-9-1850 Hillegom, Johanna, geb. 18-3-1852 Hillegom en Cornelia, geb. 13-6-1853 Hillegom, naar het rk armengesticht, fo 637, aanmerkingen : 57.
Bevolkingsregister Amsterdam 17 augustus 1863: Jan de Groot, korte Leidse dwarsstraat ii 137, 20 mei 1864 vertrokken naar Watergraafsmeer.
Bevolkingsregister Watergraafsmeer 1850-1900, Jan de Groot 20 mei 1864 ingeschreven, verhuisd naar Halfweg (stroopfabriek).
Beroepen: 1850 dagloner, 1844, 1853 spoorwegwerker.
boek 64, scan 75 (weeshuis hillegom):
Binnenhuisvader Antonius Preenen geb. 14-12-1815 Roermond
Binnenhuismoeder Anna Elisabeth Kok geb. 18-8-1810 Haarlem
(Beiden overlijden in 1877)
Simona, Johanna(geh. 11-5-1876) en Cornelia (geh. 20-5-1875) staan vermeld als bewoners.
Patiëntenregisters, archiefnummer 5268, inventarisnummer 2472
Gemeente: Amsterdam
Periode: 1866
Op 30 sept 1866 wordt Jan, werkman, woonachtig in de Haarlemmermeer, opgenomen in het Buitengasthuis, afdeling mannenzieken tot 16 oktober 1866.
Op 7 november 1866 wordt Jan, werkman, woonachtig in de Haarlemmermeer, nogmaals opgenomen en 38 dagen verpleegd tot 15 december 1866.
OP 26 aug 1868 wordt Jan, werkman, nogmaals opgenomen, nu staat er dat hij in Hillegom woont, hij wordt verpleegd tot 3 september 1868.
Jan de Groot overleed in Ommerschans.
Op de site drentsarchief.nl zijn deels stukken gedigitaliseerd betreffende de rijkswerkinrichtingen Veenhuizen en Ommerschans.
0137.01
inv. nr. 450 geeft de inschrijvingen 2251-3000 en onder nr. 2600 vinden we Jan de Groot, geb 20 nov 1820 te Amsterdam van het gereformeerde geloof, op 27 oktober 1873 aangekomen als veroordeelde, dit is de derde maal dat hij opgezonden wordt, zijn vorig volgnummer is nr. 446, in de laatste kolom staat dat hij op 25 januari 1875 is overleden.
Inderdaad in hij ook terug te vinden onder inv. nr. 447: inschrijvingsnummer nr. 446, hij is dan voor de 2e maal veroordeeld en opgezonden vanuit Assen op 6 april 1871 maar dan in Veenhuizen aangekomen. Zijn vorig inschrijvingsnummer is 6117.
En dan de eerste inschrijving, zie register van het eerste gesticht 137.01 Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans
05. Archief van het eerste gesticht te Veenhuizen
05.2. Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen
04.2.2. Bevolkingsadministratie
04.2.2.1. Landlopers en bedelaars
489-491 Inschrijvingsregisters van vrijwilligers en veroordeelden wegens landloperij en bedelarij (mannen en vrouwen); 1856-1870, met mutaties tot 1872
491
nrs. 5001 - 6258 1856 - 1870 mutaties tot 1872 :
nr.6117:
aangekomen op 27 december 1869 vanuit Amsterdam (domicilie van onderstand) te Ommerschans, op 15 jan 1870 naar Veenhuizen gestuurd en op 31 maart 1871 ontslagen.
Vonnis arrondissementsrechtbank Amsterdam 29 november 1869: Jan de Groot zonder beroep en zonder vaste woonplaats wordt schuldig verklaard aan landloperij en veroordeeld tot een gevangenzetting van 14 dagen en zal na het uiteinde van zijn straf worden overgebracht naar een bedelaarsgesticht. Zijn armoede en ziekelijkheid worden aangemerkt als verzachtende omstandigheden.
Oorspronkelijk was de Ommerschans, zoals de naam al aanduidt, een aarden verdedigingswerk in de buurt van Ommen. Op verzoek van de Maatschappij van Weldadigheid werd de Ommerschans met de omringende landerijen door de regering in vruchtgebruik overgedragen (K.B. van 14 augustus 1819). Er werd een verblijfsgebouw van 100 meter in het vierkant aangelegd. Op de landerijen rondom de schans werden 21 boerderijen gebouwd met elk 35 ha land. Naast landbouw en veeteelt diende fabrieksarbeid om de verpleegden bezig te houden. In de eerste decennia telde het gesticht c. 2000 zielen * .
Later verminderde de bevolking, zodat er verschillende voorstellen werden gedaan om de schans op te heffen en de bevolking in Veenhuizen onder te brengen, maar dit stuitte op het bezwaar, dat Veenhuizen dan aanzienlijk uitgebreid zou moeten worden. Bovendien bestond het grootste gedeelte der verpleegden uit invaliden, die ongeschikt waren voor de zware veldarbeid te Veenhuizen.
Bij de overname van het gesticht door de Nederlandse Staat in 1859 werd Ommerschans, evenals Veenhuizen, bestemd tot bedelaarsgesticht voor geheel Nederland (K.B. van 19 augustus 1859). De aanwezige veroordeelden wegens openbare dronkenschap werden naar Hoorn overgebracht. Per 31 december 1889 werd het gesticht gesloten; de verpleegden werden overgebracht naar Veenhuizen. Het gesticht werd overgedragen aan de Dienst der Domeinen, die voor die datum al een aantal boerderijen en landerijen openbaar had geveild. Tot een totale verkoop van alle gebouwen en landerijen zou het niet komen, want in 1892 werd besloten de schans te gebruiken om er een rijksopvoedingsgesticht voor jongens te bouwen.