Zij is getrouwd met Gottfried Hammer.
Zij zijn getrouwd voor 1739.
Kind(eren):
Is Anna Barbara een dochter van Christoff Funck, ook al is van haar geen doopakte te vinden?
De volledige tekst in de huwelijksakte uit 1701 van Christoff Funck en zijn bruid Catharina1 luidt: “Christoff Funck. ein Gesell, des seel[igen] Michel Funcken, Erbgeseßener zu Langendorff, aufgelaßener Eheleibl[icher] Sohn, und J[ung]f[rau] Catharina, des Valtin Wichmans, freij Holländers auff Seewalt, im Ottenhaagischen, Ehel. Tochter alhir getrauet worden.”
Ten oosten van Königsberg lag aan de rivier de Alter Pregel het dorp Langendorf en daar woonde Christoff. Zijn vader Michel was inmiddels overleden. De Funcks waren niet onbemiddeld; Christoff had immers onroerend goed.
Catharina was net als Christoff vrijgezel. Haar afkomst is opmerkelijk, want zij is geboren uit het huwelijk van een ‘vrije Hollander’. Valtin Wichman heette haar vader, of moeten we zeggen Valentijn? De Wichmans woonden in Seewalde bij Ottenhagen aan de zuidelijke oever van de Pregel.
Al lang geleden zijn er mensen uit de Lage Landen naar het oosten getrokken. Aan het einde van de dertiende eeuw stichtten Nederlanders kolonies in het noorden van Duitsland, Mecklenburg, Brandenburg, Pommeren en Pruisen.2 Wat nu Paslek in Polen is, was ooit preußisch Holland. In de zestiende eeuw waren Mennonieten naar West-Pruisen geëmigreerd; katholieken die het leven in de Republiek onaangenaam begonnen te vinden, emigreerden sinds dezelfde tijd naar Pruisen. Aan het begin van de zeventiende eeuw ontstonden bij Beberen en later rond Schulitz aan de Weichsel de Holländer-Siedlungen Alt- en Neu-Gotthelf, in het Saksische gebied Oberlausitz en verder naar het oosten in Neudorf en Neubruch aan de rivier de Bug (nu een grens tussen Polen en Oekraïne).3 Medio zeventiende eeuw trouwde prinses Louise Henriëtte van Oranje-Nassau, een dochter van Frederik Hendrik, met Friedrich Wilhelm, keurvorst van Brandenburg. In haar kielzog kwamen landgenoten terecht in de verlate Brandenburgse gebieden en stichtten er modelboerderijen. Ook in de Altmark, ten noorden van Magdeburg, woonden in het midden van die eeuw Hollanders en Friezen. In de tweede helft van de zeventiende eeuw waren er Hollandse waterbouwkundigen in Pruisen voor droogmalingen, de Holländereien. Ook in de volgende eeuwen waren dijkwerkers en ontginners van Nederlandse afkomst actief, vooral in de delta van de Weichsel. Toch moeten we ons niet te veel voorstellen van de aantallen Hollanders in Pruisen. Een berekening geven 1629 Hollanders en Schotten samen aan in 1656 en 1780 in 1708,4 dus het kunnen er nooit meer dan enkele honderden geweest zijn.
Het Edict van Potsdam uit 1685 van de keurvorst van Brandenburg Friedrich Wilhelm dat protestanten van elders toeliet, gold toch vooral voor Franse Hugenoten en Zwitserse calvinisten en was gericht op Brandenburg.5 Adel en keurvorst waren calvinistisch, terwijl de onderdanen overwegen luthers waren. Het Edict kan daarom ook worden gezien als een manier om het aandeel lutheranen te verkleinen.
noten:
1Taufen, Heiraten, Tote 1663-1670 etc. Cremitten, p. 100, nr. 8.
2F. Dekker, Voortrekkers van Oud Nederland (Den Haag 1938).
3Jahresberichte für deutsche Geschichte, 1929, p. 672; ib., 1936, p. 249; ib., 1935, p. 478; ib., 1938, p. 330.
4volgens Klaus-Peter Jurkat op www.prussen.org.
5De nederzettingsgebieden waren de hertogdommen Halberstadt, Magdeburg, Kurmach en enkele steden;
www.zeitstrahl.bildung-lsa.de/texte/glaubensfluchtl1.htm.
Anna Barbara Funck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1739 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gottfried Hammer |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.