overleden te Utrecht op 21 november 1763 omtrent 11:30 uur ten huijze van Nicolaas Jacobus van Rhijn, begraven te Utrecht op 5 december 1763 met acht dragers in de klasse van ƒ 2,=, woonde in de Servetsteeg bij de Dom.
[ONA Utrecht, inv.nr. U229a3, akte 130]
Hij is getrouwd met (?) Hillegonda van den Wijngaard.
Zij zijn getrouwd op 11 april 1722 te Utrecht.
Kind(eren):
Dionies van Rijn verklaart op 8 januari 1722 schuldig te zijn aan Johannes van Rijn de somma van 55 gulden en verklaart het bedrag te zullen voldoen aan Nicolaes de Bie, koopman te Rotterdam.
[ONA Utrecht, inv.nr. U162a4, akte 3]
Op 8 juli 1725 verklaart hij schuldig te zijn 200 gulden wegens een lening van Josaph Loten, canonicq in den capittule ten Dom te Utrecht [ONA Utrecht, inv.nr. U175a2, akte 57] en op 21 september 1725 leent hij van hem nog een bedrag van 300 gulden.
[ONA Utrecht, inv.nr. U175a2, akte 83]
Dionisius van Rhijn koopt op 27 mei 1729 van Louisa de Rike, weduwe van Isbrand van Velsen, een "huysinge en erve staande ende gelegen binnen dese stad Utrecht aan de noordsijde van de Servetsteeg.
[ONA Utrecht, inv.nr. U184a1, aktenr. 226]
Dionisius van Rhijn verklaart op 22 december 1729 een bedrag van 300 gulden schuldig te zijn aan Susanna de Fem, weduwe van Johannes Franciscus Schouten wegens een lening en op 10 maart 1730 schuldig te zijn aan Adriaan van Wijngaarden een bedrag van 600 gulden wegens een lening.
[ONA Utrecht, inv.nr. U169a4, aktenr. 13]
Op 23 mei 1730 leent hij van Abrahem Coenraed de Weiler, canonik capittule van Oudmunster binnen Utrecht, een bedrag van 400 gulden.
[ONA Utrecht, inv.nr. U174a3, aktenr. 16]
Op 8 oktober 1732 benoemen Dionies van Rijn en Hillegonda van de Wijngaardt elkander tot voogd over de eventuele na te laten kinderen indien een van beide komt te overlijden.
[ONA Utrecht, inv.nr. U162a13, akte 117]
Utrecht 21 november 1763: Compareerde voor mij Adrianus Hoevenaar, notaris alhier, mons. Nicolaas Jacobus van Rhijn, coffyhuysmeester in 't Nieuwe Hollandse Coffyhuys bij den Doms toorn alhier, mij notaris bekent te kennen gevende dat heden ochtend ten klokke omtrent half twaelf uure ten huyze van hem comparant is komen te overlijden zijn vader mons. Dionisius van Rhijn. Dat den comparant als een zoon uyt hoofden van zijn kinderlijke plicht genegen is en te noden geworden 't nodige omtrent het doodelichaam van zijn gewezen vader te besorgen endog met geen de minst te uiten om zig daer door in den of gestorvens boedel te innisseren, of hem daermede te willen bemoeijen waerom den comparant ten einde het genot voors. hem niet mogte verstrekken tot eenig projudiktie en beswaan bij desen welek presselijk verklaard dat hij voors. versonginge niet anders op zig genomen heeft als uyt hoofden van zijn kinderlijke plicht, en uijt charitabele laatste eerbewijsinge aan zijn vader verschuldight, zonder hem daardoor als voorsr. in zijne nalatenschap te innisseren of daeromme in eenige opzichte zijn boedels schulden of lasten hoegenaamt aansprakelijk te willen zijn protesterende daeromme mede wel..presselijk de voorn versonginge euit den comparants veaden mogte nodig oordeelen te verrichten 't zelve niet anders dan pietatis intiutie te zullen doen.
[ONA Utrecht, inv.nr. U229a3, akte 130]
(?) Dionisius van Rhijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1722 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(?) Hillegonda van den Wijngaard | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.