Zij is getrouwd met Albert Alberts Toeter.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 18 mei 1783 te R.K. Kerk Emmeloord, Schokland.
Kind(eren):
Maria overlijdt een maand na de geboorte van haar tiende (doodgeboren) kind.
Volgens pastoor Doorenweerd is Maria op 21 november overleden, op de dag van het feest ter bescherming van Maria. Volgens het begraafboek is ze op 11 november begraven (?).
Notitie bij Maria: Maria bevalt op 10 januari 1802 voorspoedig van haar negende kind. Hier volgt wat hierover in het dagboek van pastoor Doorenweerd gevonden is:
Drie weken na deze bevalling krijgt Maria “een zinking in de schouder die na enige tijd op een borst schoot, en zweerde”. Ze wordt ernstig ziek en heeft hoge koorts. “Ten laatste had zij tijden dat ze volstrekt geen spijs kon inhouden. Nauwelijks was de spijs genuttigd of zij werd uitgeworpen. De stadsdokter te Kampen meende, zij had klieren in de slokdarm en hij voorspelde de dood.” Twee kundige vroedmeesters in Friesland menen: “het scheelde haar in de maag, die geheel verstijfd was”.
Zo verstrijkt de tijd, maar er valt geen verbetering te bespeuren.
Maar opeens, begin oktober, moet hals over kop de vroedvrouw gehaald worden. Maria baart een welgeschapen, voldragen dochter, die evenwel geen teken van leven geeft. De moeder noch de artsen hebben rekening gehouden met een zwangerschap. De vader isontsteld en verwonderd. Iedereen is opgelucht en meent dat Maria nu de strijd gewonnen heeft.
Inderdaad kan ze nu eten binnenhouden en neemt de eetlust toe, maar de koorts neemt niet af. Pastoor Doorenweerd vreest dat ze “de tering had, omdat de lijderes gestadig hoestte, somstijds ganse nachten.” Een geraadpleegde vroedheer uit Zwolle geeftechter hoop op herstel. Hij legt het gebeurde als volgt uit: “soms hebben zwangere vrouwen tijden dat ze niet kunnen slikken. Dit toeval wordt veroorzaakt doordat de baarmoeder voor of in de slokdarm trekt en dus een verstopping voor een tijd bewerkt.”
De hoop op herstel blijkt echter valse hoop. Pastoor Doorenweerd besluit: “Doch nadat de lijderes 3 of 4 weken noch voor noch achteruit was gegaan, zag men elke dag de krachten afnemen. Zij wierp gestadig fluimen uit. Ondanks dat zij een zeer dik, sterk, gezond vrouwspersoon was geweest, stierf zij ten laatste, geheel uitgeteerd op zondag 21 november 1802, juist op het feest van de bescherming van Maria, haar patronesse. R.I.P.” (Het Schokker Erf 2). [Bron: "Het product Nico Kwakman", Alice Garritsen 2008]
Maria Floris Sul | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1783 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Albert Alberts Toeter |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.