Hij is getrouwd met Annigje Gerrits Vos.
Zij zijn getrouwd op 8 december 1876 te Kampen, hij was toen 24 jaar oud.
Kind(eren):
De arrestatie van De Cock
Hendrik de Cock was in zijn derde gemeente, Ulrum, een overtuigd aanhanger van de gereformeerde leer geworden. Van heinde en ver kwam men naar zijn prediking luisteren. Hij doopte ook wel kinderen uit andere gemeenten. In 1833 werd hij door het provinciaal bestuur voor twee jaar uit zijn ambt geschorst.
Zo begon vanuit Ulrum de Afscheiding. In mei 1835 ging De Cock op reis. Hij trok zuidwaarts naar Smilde, had onderweg op hemelvaartsdag in het Drentse streekdorp Koekange gepreekt, institueerde in Ruinerwold een afgescheiden gemeente, deed hetzelfdein Genemuiden, en werd uiteindelijk gesignaleerd in Wilsum aan de IJssel. Daar, aan de Kamper kant van het water, had De Cock het gewaagd te preken op de deel van boerderij ”De Oude Scheere” van boer Derk Hoksbergen.
De politie had het inmiddels op De Cock voorzien. De regering verhinderde dat afgescheidenen (in Kampen noemde men hen ”ofgetippelden”) kerkelijk samenkwamen. En zeker De Cock mocht geen ”geestelijke ambtsverrigtingen” doen, want hij was geschorst.
Vanuit Wilsum ging De Cock naar Kampen. Daar was de commissaris van de politie paraat. De Cock, die snaak uit het noorden, zou het toch eens wagen om in zijn ambtsgebied een stichtelijk woord te spreken!
Grutter Nijhuis
Het is dinsdag 9 juni 1835. De Cock preekt in het huis van grutter Roelof Nijhuis, aan de Buiten Nieuwstraat. Daar doet de politie een inval. De kerkgangers zitten in de huiskamer, met de Bijbel voor zich. Men heft juist een psalm aan.
Na enige woordenwisseling moet De Cock voor verzekerde bewaring mee, naar het bureau van politie, aan de Nieuwmarkt. Hem hangt nu een boete, gevangensschap of zelfs mishandeling boven het hoofd. De arrestant wordt overgebracht naar het logement ”Debonte os” aan de Torenstraat, vlak bij de Nieuwe Toren. Daar zal De Cock, bewaakt door een politieagent, ’s avonds zichzelf ter ruste leggen.
In het holst van de nacht is er rumoer in de nauwe Torenstraat. Luid wordt er op de deur van ”De bonte os” gebonsd. De Cock moet mee, naar het politiebureau te Zwolle."
Bron: Reformatorisch Dagblad
Roelof Hermanus Nijhuis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1876 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Annigje Gerrits Vos |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.