(1696-1701, 1713 en 1716 (kerkeraadshand. Ommeren), buurmeester in Ommeren (1697 en 1703), leenman van Lienden en ter Leede in 1692 (Li. en ter Lee, dl 10, dd. 1-02-1692, beleend met een stuk land, genaamd "de Breij" onder Ommeren)
Hij is getrouwd met Neeltje Jansse Quint.
Zij zijn op 6 mei 1694 te Ommeren, Gelderland, Nederland in ondertrouw gegaan.
Zij zijn getrouwdKind(eren):
Reg.Arch.Rivierenland;
Polderarchief Neder-Betuwe:
Joost is aangeslagen voor familiegeld ten bedrage van 16,--,-- (1702) en in 1703 voor 15,16,-- (Polderdistrict Nederbetuwe, deel 365, f. 101, 105 en 106).
Joost is vermeld in de Morgentalen van 1708: hij had 13 morgen a 15 stuivers per morgen (Pold.distr. Ned-Bet. dl. 170).
ORA Neder-Betuwe, bank van Kesteren, vrijwillige rechtspraak, protocol van bezwaar, kerspel Rijswijk (1660-1739), inv. 219:
f. 144/144v: Transport van Joost van Essevelt en Neeltje Jans Quintt, EL, cum tutore marito, hebben vercost, gecedeert en getransporteerd aan Willem Hendrickse van Osenbrugge ende Maaike Dircks Kurff, EL, en desselfs erven, ca. 2 morgen bouwland daer onder een boomgaerdje. Tevens nog een stuk bouwland, groot 5 hont en een stuk van 3 1/2 hont, alles onder Rijswijk voor een totaal van 1000 gld. Vermogenstransport dd. 3-5-1717.
ORA Ambt Neder-Betuwe, bank van Kesteren, vrijwillige rechtspraak, acten van bezwaar, kerspel ommeren, inv. 239 (1660-1739):
PROTOCOL 360 (folio 69v.)
Neeltjen van Estvelt - weduwe van Anthonis Janz van Westhrenen, Jan van Westhrenen, Joost [van Westhrenen] en Willem van Westhrenen kinderen van Anthonis Janz van Westrenen, haar sterckmakende voor Claas [van Westrenen] en Dirckje van Westrenen hebben verkoft en getransporteert aan Joost van Estvelt ende Neeltjen Janz Quint drie mergen bouwlant genaamd Stevenscamp, onder Ommeren. Oosten de Zijvingh, zuijden de Kerck van Ommeren en Costerije aldaar, westen de erfgenaemen van den amptman Welderen en noorden een gemeine Kort-Eijntsestraat. Gecoft en betaalt voor en met eene somma van 300 gulden. Vermogens transport bij de transportanten en geërfde getuijgen, den 1 maij 1697 beteekent. Geregistreert den 7 maij 1697.
PROTOCOL 361 (folio 69v.)
Geertjen van Brenck cum tutore, heeft vercoft en getransporteert aan Joost van Essevelt en Neeltjen Janz Quint - echtelieden tien hond bouwland onder Ommeren. Oosten de Sijvingh, zuijden de raatsheer Lith de Jeude, westen Jonker Cockepas off nu de heer van Eck en Wiel en noorden Cornelis Janz de Cremerslant. Gecoft en betaalt voor en met eene somma van 220 gulden. Vermogens transport bij de transportanten en geërfde getuijgen den 1 maij 1697 beteekent. Geregistreert den 7 maij 1697.
PROTOCOL 421 (folio 86)
Henrick van Lidt de Jeude - schepen etc., Elisabet Johanna van Lidt de Jeude - weduwe cum tutore, Matthias Blancken - capitein als in huwelick hebbende vrouwe Anna Maria van Lidt de Jeude, kinderen en erfgenaemen van wijlen de raadtsheer Johan van Lidt de Jeude en vrouwe Margareta Elisabet Blancken - in leven echtelieden hebben verkoft en getransporteert aan Joost van Estvelt en Neeltje Quint - echtelieden huijs en hofstadt, genaamd den Asheuvel met twe mergen boomgaart onder Ommeren gelegen. Alwaar oosten de erfgenaemen van Willem van Hoeven, noorden de Toghtsloot, westen en zuijden de gemeine straat, ofte wie etc.. Verkoft ende betaalt om en met een somme van 1375 gulden. Vermogens transportbrief van den 29 maij 1714 bij de verkoperen ende geërfde getuijgen beteijckent. Geregistreert den 22 junij 1716.
Joost van Essevelt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Jansse Quint |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.