Hij is getrouwd met Pieternella Cato.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Zijn militaire loopbaan:
Zijn militaire loopbaan is als volgt (referentie: Stam-boek No. 199 van de onder-officieren en manschappen van mindere graden, 7de afdeling Infanterie van Linie, 8ste bataljon):
In januari 1813 neemt hij als remplacant dienst in het 146ste regiment van het Franse leger in de nasleep van Napoleons mislukte veldtocht in Rusland (met zijn Grande Armée), vecht dit regiment in de zomer van 1813 onverschrokken (farouchement) tegen de Russen in Goldberg, Silezië (Polen), maar lijdt een nederlaag Jan wordt 29 augustus 1813 krijgsgevangen gemaakt in Löwenberg (vlakbij Goldberg, Silezië) Op 28 oktober 1813 wordt te Schwedt aan de Oder uit Nederlanders die in Franse dienst zijn geweest en daarna krijgsgevangen zijn gemaakt, het Hollands Legioen van Oranje opgericht, bestaande uit 3 bataljons. Jan vinden we terug bij het 2e bataljon. Snel daarna wordt dit bataljon herdoopt in het 8ste Bataljon Infanterie van Linie. Het komt in februari 1814 in Nederland aan en heeft op 26 april 1814 in Deventer zijn intocht (in de collectie van het Legermuseum Delft is een gravure te zien van N. Sonnenberg, die deze gebeurtenis verbeeldt). Jan heeft tot 1 november 1818, tot en met zijn dertigste jaar, voor dienst getekend en wordt dan gepasporteerd (eervol) ontslagen. Zo was hij bij de geboorte van zijn tweede zoon Pieter in 1817 (in Utrecht, onze stamvader) afwezig, omdat hij als soldaat bij het garnizoen in Zutphen was
Als zijn signalement staat genoteerd: 5 voeten, 3 duim en 3 streek lang (dus ongeveer 1.50 meter); ovaal aangezicht, rond voorhoofd, blauwe ogen, grote neus, ordinaire mond, spitse kin en zwart haar.
referentieteksten:
In de collectie van het Legermuseum Delft is een gravure te zien van N. Sonnenberg, waarop zijn bataljon .
Intocht van het 8e Bataljon Infanterie van Linie (voorheen 2e Bataljon Oranje Legioen) in Deventer, 26 april 1814. Zoals op deze prent te zien is, was dit bataljon gekleed in Britse uniformen (rood met witte of blauwe opslagen en kraag), 'stovepipe' sjako, grijze pantalons en zwarte slopkousen, geverfd linnen ransel, terwijl de officieren al wel volgens voorschrift waren gekleed, nl. donkerblauw met roze uitmonstering en Frans model sjako.
BATALJON INFANTERIE VAN LINIE NR. 8
Opgericht eind november 1813 te Schwedt in Pruisen door luitenant-generaal Schwartz uit Hollanders in Franse dienst als het 2e Bataljon Hollands Legioen van Oranje. Komen in februari 1814 in Nederland aan. In april 1815 is het 1e bataljon in dit bataljon geïncorporeerd. In december 1818 opgegaan in de 7e Afdeling Infanterie. Zie inv.nr. 199 voor de periode 1814-1818.
Op 28 oktober 1813 werd te Schwedt aan de Oder uit Nederlanders die in Franse dienst waren geweest en daarna krijgsgevangen geraakt, het Hollands Legioen van Oranje opgericht, bestaande uit 3 bataljons. Nadat in Nederland de openlijke opstand tegen Napoleon was uitgebroken, werd op 28 november 1813 te Den Haag het Oranje- Legioen gevormd. Nadat Prins Willem Frederik op 1 december 1813 de souvereiniteit over de Nederlanden had aanvaard, werden het 2e bataljon van het Hollands Legioen van Oranje en het Oranje-Legioen als 8e en Ie Bataljon Infanterie van Linie in de Nederlandse Land- macht opgenomen. Op 9 januari 1814 werd een 16e Bataljon Infanterie vari Linie opgericht, maar doordat er nog grote aantallen Nederlanders in Franse dienst of in geallieerde krijgs- gevangenschap waren, bleek het ondoenlijk alle opgerichte onderdelen op sterkte te krijgen, zodat ze samengevoegd moesten worden. Zo werd op 18 oktober 1814 het 16e en op 10 april 1815 het Ie Bataljon Infanterie van Linie bij het 8e Bataljon gevoegd.
A la suite de la campagne de RUSSIE, la grande armée a été presque entièrement détruite et pour continuer la lutte contre les coalisés (6e coalition) qui sont l'Angleterre, la Russie, la Prusse, la Suède, l'Autriche et les petits états Allemands, il faut trouver de nouvelles troupes.Une "levée" est organisée par trois senatus consultes (9 janvier, 11janvier, 23 mars) et porte sur les classes de 1809 à 1815. Les plus jeunes de ces conscrits sont dénommés "Marie-Louise" car le décret qui appelait portait la signature de l'impératrice régente.100 000 hommes appartenant aux 100 cohortes formant le premier ban de la garde nationale (hommes de 20 à 26 ans) sont ainsi recensés. Le 146e Régiment d'Infanterie de Ligne est formé de quatre cohortes. Le régiment va combattre farouchement, en particulier contre les Russes à GOLDBERG (Basse-Silésie, au Sud-Ouest de LIEGNITZ) où il s'empare de la position de WOLFSBERGEn 1814, après la première abdication de Napoléon Ier, l'ordonnance royale du 12 mai supprime, pour réduire les dépenses de l'armée, tous les régiments portant un numéro supérieur à 90. Le 146e RI est dissous en 1815 après la seconde abdication de l'empereur.
Op 9 januari 1814 werd een 16e Bataljon Infanterie van Linie opgericht, maar doordat er nog grote aantallen Nederlanders in Franse dienst of in geallieerde krijgs- gevangenschap waren, bleek het ondoenlijk alle opgerichte onderdelen op sterkte te krijgen, zodat ze samengevoegd moesten worden. Zo werd op 18 oktober 1814 het 16e en op 10 april 1815 het Ie Bataljon Infanterie van Linie bij het 8e Bataljon gevoegd.
Naast de beroepsbataljons waren op 18 januari 1814 ook 20 bataljons Landmilitie opgericht. Kort nadat Napoleon in Frankrijk was teruggekeerd, aanvaardde Prins Willem Frederik als Koning Willem I de regering over Nederland en België en verenigde hij de Noord- en Zuid- Nederlandse legers tot de Koninklijke Landmacht.
De 4e, 5e, 9e en 16e Bataljons Landmilitie, die zoals gezegd op 18 januari 1814 waren opgericht, werden toen 4e, 5e, 13e en 6e Bataljon Nationale Militie.
In de verschillende organisatieplannen, die in deze tijd gemaakt werden, is steeds sprake van een 'herstel van het regimentsverband' en na de slag bij Waterloo werden in oktober 1815 één beroepsbataljon en drie militiebataljons samengevoegd tot een Afdeling Infanterie. Deze benaming hield verband met de tekst van de militiewet, maar dat de Afdeling in feite een Regiment was, blijkt wel uit het feit dat aan deze Afdelingen vaandels werden geschonken, terwijl bij de cavalerie Afdelingen Kurassiers voorkwam en, waarbij dienstplichtigen dienden, die precies dezelfde formatie hadden als Regimenten Lichte Dragonders.
Inmiddels hielden het 8e Bataljon Infanterie van Linie, 4e, 5e en 6e Bataljon Nationale Militie hun naam en nummer maar vormden samen de 7e Afdeling Infanterie.
Op 3 december 1818 werd het 8e Bataljon verdeeld over 4e, 5e en 6e Bataljon en een Reservebetaljon van de 7e Afdeling opgericht, maar pas op 31 januari 1819 werden 4e, Se en 6e Militiebataljon Ie, 2e en 3e Bataljon van de 7e Afdeling Infanterie. Uit: Mars et Historia, nov.
In Utrecht wonende:
1824: 't Zant 337 C.
Jan (Johannes) Thien (Tien) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieternella Cato |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.