Alias: ten Oostendorp
Hij is getrouwd met Berendje ten Oostendorp.
Zij zijn getrouwd op 25 januari 1701 te Haaksbergen.Bron 2
Kind(eren):
Op 16-1-1706 treedt Jan ten Oostendorp op als coirnoot. Hij heeft het bouwrecht op 't Oostendorp tussen 1700 en 1706 verkregen [Richterampt Haaksbergen 9-233].
Op 24-5-1712 geeft hij aan Reijnt Janssen Eelkinck en Aeltjen een hypotheek groot 2000 gulden op het goed Eelkinck [Richterampt Haaksbergen 9-420]. Vervolgens geeft hij op 5-1-1713 een hypotheek aan Berend Schulten en Geesken te Langelo, groot 300 gulden met als onderpand grond tussen de Oostendorper molenkolk en de visserije [Richterampt Haaksbergen 9-433].
Op 2-3-1719 koopt hij het deel dat Roelof Oostendorp, nu genaamd Roelof Schulte Langelo had geërfd uit de boedel van de ouders Oostendorp terug voor 400 gulden. het betrof 1/3 van het Eigenlant en 1/3 van het halve huis op het Molenvelt [Richterampt Haaksbergen 102-10b]. Ook Fenne ten Oostendorp verkoopt haar deel voor 400 gulden op 5-4-1719 aan Jan, zijnde 1/3 van het Laarveld, zes schepel land genaamd het Eijgenland en een halve wonnerije in de Hones [Richterampt Haaksbergen 10-41].
In het voorjaar van 1729 draagt Jan het bouwrecht op 't Oostendorp over aan zijn pasgetrouwde zoon Hendrik.
Op 26-5-1744 leent Jan 1600 gulden aan zijn schoonzoon en dochter Gerrit Lankheet en Hermke, terwijl zijn zoon Hendrik eveneens 1200 gulden uitleent. Gerrit en Hermke stellen daarvoor als onderpand al hun onroerende goederen: de Horst, de Krijgerije en de Pagemaat [Richterampt Haaksbergen 11-82]. Kort daarop komt Hendrik Oostendorp zelf in financiële problemen, zodanig dat hij op 15-7-1744 eerst 2000 gulden leent en vervolgens op 16-9-1745 nog eens 6416 gulden, waaronder 1300 gulden van Jan Oostendorp en 2791 gulden van Derk te Lintelo [Richterampt Haaksbergen 11-92, 115, 117]. De laatste lening werd overgenomen door Jan Oostendorp en Hendrik Schootkate, waarvoor ze zelf geld moesten lenen bij Derk te Lintelo. Jan Oostendorp, Hendrik Schootkate en Hendrik Waanders in den Engel stelden zich op 3-2-1746 borg voor de betaling door Hendrik Oostendorp van 700 gulden aan Michgorius [Richterampt Haaksbergen 102-3b]. Uiteindelijk besluit het gerecht op 20-5-1746 de goederen van Hendrik Oostendorp publiek te verkopen [Richterampt Haaksbergen 102-14]. Er zijn geen akten bewaard gebleven over deze verkoop, maar duidelijk is, dat Jan Oostendorp daarna weer in het bezit is van het gehele Laarveld en van de wönnerie.
Als Jan in het begin van 1752 overlijdt wordt door Hendrik Schootkate (op 17-6-1752) aan de rechtbank gevraagd de boedel ten spoedigste te inventariseren en verkopen, zodat een schuld van 625 gulden kan worden vereffend [Richterampt Haaksbergen 41, 42]. De verkoop heeft plaats op 23-8-1753, waarbij de goederen op het Laarveld voor 2237 gulden naar Hendrik Laarveld en Berend Helleclaas Laarveld gaan [Richterampt Haaksbergen 11-423, 517], en het plaatsje Meulencamp voor 985 gulden naar Berend ten Catte [Richterampt Haaksbergen 11-433]. Waarschijnlijk is er een positief saldo, maar de leningen aan zoon Hendrik zijn verloren.
(CBG genealogie ten Schootkate - Schoolkate).
Volkstelling Haaksbergen 1748, boerschap Langelo: Jan Oostendorp, soon en soons vrouw vier kinders boven de tien jaar, en 3 onder de tien jaar, een kneght twee meijden en een kostganger.
Jan Schootkate | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1701 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berendje ten Oostendorp | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ao 1701 den 25 january getrout Jan ten Schootkate soon van wijlen Geert ten Schootkaette uit Stepel en Berentjen ten Oostendarp, doghter van wijlen Hendrick ten Oostendarp, beide alhier.