In het jaar 1181 - zegt Bbk - leefden Johan en Refridus Roorda, onder welke namen wel geene andere personen bedoeld worden dan de zonen van Frans Goffes Roorda, Johan en Ruurt, hiervoor in de algemene inleiding tot de Familie: Roorda vermeld. Zij stichteden, in het dorp Tjummarrum, een zeer sterk Kasteel, tegen de invallen der Noordmannen. Dat Kasteel werd, in het jaar 1477, ingenomen, uitgeplunderd en verbrand, door de Abt van Lidlum en Wijhe van Grovestins, die daarmee wraak namen van zekere beleediging, welke de Abt weleer van Johan Roorda had moeten ondergaan;
zie: Algem. inl. en Roorda, met de baar, inleiding. Uit gemelde Johan en Ruurt stammen alle
andere: Roordaas af, hoewel men ze niet in eene geregelde orde van hen kan afleiden, gelijk wij
in gezegde inleiding reeds hebben opgemerkt.
Daarom laten wij hen nu verder daar, en nemen tot algemeenen Stamvader eenen: Johan Roorda, wiens zoon Goffe omstreeks het jaar 1416 geleefd heeft, en die tot kleinzoon heeft gehad: Refridus (of: Ruurt) Roorda, van wien men in vele oude en echte Charters gewag gemaakt vindt.
Johan schijnt eene zuster te hebben gehad, met name: Trijn, gehuwd aan Douwe Sickes Sjaerdema.
De naam van Johans vrouw kent men niet, maar, gelijk reeds gezegd is, verwekte hij: Goffe Roorda.
Kind(eren):
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.