Kind(eren):
Pieter Willemsz (Cranendonck) was boer aan de Hordijk te IJsselmonde. Hij werd omstreeks het jaar 1500 geboren en overleed te Oost-IJsselmonde kort na 2 juni 1557. Hij wordt aldaar vermeld in de jaren 1543-1557.
Een mogelijke aanwijzing voor de herkomst van Pieter Willemsz is te vinden in het kohier van de 10e pening van (Oost)-Barendrecht uit 1542. Pieter Willem Gerritsz gebruikte toen 2,5 morgen eigen land. Het lijkt waarschijnlijk, dat deze in Barendrecht genoemde Pieter Willem Gerritsz en de stamvader van het geslacht Cranendonck in IJsselmonde één en dezelfde zijn. In 1543 verkocht Pieter Willemsz land in Oost-IJsselmonde waarbij een zekere Willem Gerritsz borg voor hem was. Overigens moet hij niet verward worden met Pieter Willemsz (Winter), geboren rond 1514, die in 1539 genoemd wordt als heemraad van de polder Charlois en in 1543 als gebruiker van land in de polder Dirk Smeetsland onder Charlois. Uit de kohieren van de 10e penning van IJsselmonde blijkt, dat Pieter Willemsz rond 1555 te IJsselmonde land gebruikte in het Oostambacht en in de polder 68 morgen onder West-IJsselmonde. In de kohieren van Oost- en West-IJsselmonde van respectievelijk 1557 en 1558 waren deze landerijen in gebruik bij zijn weduwe, helaas zonder dat hierbij haar naam werd genoemd. Het huis dat zij bewoonde onder Oost-IJsselmonde was (vanuit het westeinde komend) het derde huis van het dorp en behoorde met een aanslag van 3 pond tot de tien hoogst getaxeerde. Uit het kohier van 1562 blijkt, dat de weduwe van Pieter Willemsz bruikster was van drie van de vier percelen land onder IJsselmonde waarin Pieter Willemsz in 1555 vermeld werd, terwijl het vierde stuk (4 morgen, eigendom van Mr. Huijg van Eijnden te Delft) gebruikt werd door haar zoon Pieter Pietersz (Cranendonck). In 1555 gebruikten de twee oudste zoons Gerrit en Pieter Pietersz land en een huis met boomgaard onder West- IJsselmonde, maar werden zij nog niet vermeld als eigenaars of gebruikers onder Oost-IJsselmonde. Vermoedelijk heeft na het overlijden van Pieter Willemsz een boedelscheiding plaatsgevonden, waarbij de weduwe het beheer kreeg over de erfenis van de jongste kinderen, terwijl de twee oudste zoons Gerrit en Pieter hun erfdeel ontvingen. De weduwe hertrouwde na 1562 met een zekere Bouwen Adriaensz die vanaf 1573 vermeld werd als gebruiker van de bovengenoemde percelen land in het Oudeland van IJsselmonde. Bouwen Adriaensz was vermoedelijk afkomstig uit Charlois en werd later bouwman aan de Hordijk onder Oost-IJsselmonde. Hij overleed tussen 1598 en 1603. Uit dit huwelijk is naar schatting rond 1565 nog een zoon Job Bouwensz geboren, in diverse akten aangeduid met het predikaat " van den Hordijck". Het huis waarin het echtpaar woonde zal het huis aan de Hordijk onder Oost-IJsselmonde zijn geweest dat op 15 januari 1603 verkocht werd. Hierbij kwam de ene helft toe aan Job Bouwensz en de andere helft aan Huijg Pietersz Cranendonck en de erfgenamen van Willem en Cornelis Pietersz Cranendonck. De akte van constitutie, waarnaar bij die gelegenheid werd verwezen, was gepasseerd op 4 juni 1556, en dit klopt met de datum waarop Pieter Willemsz dit huis en toebehoren bezwaard had met een jaarlijkse losrente. De drie jongste zoons Willem, Huijg en Cornelis Pietersz Cranendonck waren bij het overlijden van hun vader Pieter Willemsz nog minder jarig en zullen opgevoed zijn in het huis van hun stiefvader Bouwen Adriaensz. Het feit dat de erfgenamen van Gerrit en Pieter Pietersz Cranendonck niet gerechtigd waren in de boedel van Bouwen Adriaensz uit 1603, bevestigd het vermoeden dat zij uit een eerder huwelijk van Pieter Willemsz moeten stammen en hun erfdeel reeds in 1557 zullen hebben ontvangen.
(Bron: C. Sigmond en K.J.Slijkerman , de Geslachten Cranendonck in Holland ca.1400-1700, Rotterdam 1992)
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.