(Bron: R.A. Alkm. DTB St. Franciscus Inv.nr.122 pag.41396)
Godparents:Aeltje Olivier (tante)
In de "noordergang van de Groote kerk" in grafnummer 232 (Bron: R.A.Alkm. DTB Alkmaar 1794 Inv.nr.42)
(1) Hij is getrouwd met Resina Landsman.
Op 10 januari 1787 lieten Olivier Cromwel, aanstaande bruidegom, en Regina Landsman, toekomende bruid voor Notaris Pieter Panneboeter te Alkmaar een akte op huwelijkse voorwaarden opmaken waarin zij verklaarden dat: “Alles wat bij het huwelijk wordt ingebracht als wat later bij Erffenis, Legaaten, Donatien of anderziens bij het staande huwelijk zouden mogen aankomen" niet in de gemeenschap verviel. Ook winst en verlies zou niet in de gemeenschap van het huwelijk vallen maar "winst en verlies zouden zijn tot baate en schaade van de toekomende bruidegom alleen". Verder werd er in de akte bepaald dat alle ingebrachte goederen van de bruid "zijn voor haar gereserveerd met het recht op dote (=begunstiging) en legaal hypotheecq op de goederen van de toekomende bruidegom". Bij het opmaken van deze akte waren Jacob Wijkgeest en Jan Cloeck als getuigen aanwezig (Bron: R.A.Alkm. ON Alkmaar Inv.nr.806 Fol.321).
Op 31 januari 1787 lieten Olivier Cromwel en Regina Landsman voor Notaris Pieter Panneboeter te Alkmaar een "testament van man en vrouw" opmaken waarin de testateuren in aanvang verklaarden "niet boven de vierduizend guldens gegoed te zijn en geen ambt en bediening bezitten en in deeze geen fideil en Commis" te zijn verschuldigd. In hun testament verklaarden zij verder dat Jan Cromwel 250 gulden zou erven indien er uit het huwelijk van de testateuren kinderen geboren zouden worden en 500 gulden zou erven indien dit niet het geval was als zijnde de legitieme portie in de nalatenschap van zijn voornoemde moeder Femmetje Mulder met wie Olivier Cromwel eerder gehuwd was. Dit werd echter herroepen als hij daar direct een beroep op deed. Olivier Cromwel liet bij zijn overlijden aan zijn genoemde "voorzoon of zoon of zoons welke hij in dit huwelijk zou mogen verwekken" na, "alle zijne kleederen, zo van wolle stoffen, linnen, als andere in gelijke portiën te verdeelen". Zijn vrouw kreeg dan het "Regt, om, haar leeven lang geduurende, in zijn Huis, staande alhier inde Houttil, waarin Testateuren thans woonachtig zijn, te blijven woonen, mids alle de lasten en de reparatien van 't zelfe betaalende en wijders onder deeze Conditie” De genoemde zoon Jan Cromwel dan wel zijn uit een huwelijk voortkomende kinderen zouden een jaarlijkse toelage van 15 gulden krijgen en indien Jan Cromwel kinderloos zou blijven zou hij een jaarlijkse toelage van 25 gulden krijgen. Regina Landsman moest verder binnen zes weken na het overlijden van haar man laten weten "of zij genegen is, om van voornoemde (=haar man) aan haar alzo geproelegateerde Regt van bewooning gebruik te maken". Indien zij dit niet wenste dan kon de eerder genoemde Jan Cromwel het pand voor 1400 gulden van haar kopen. Verder werd er in het testament bepaald dat indien er geen kinderen uit het huwelijk geboren zouden worden de helft van "alle overige goederen" zouden toekomen aan Regina Landsman en de resterende helft aan Jan Cromwel. Indien er wel kinderen uit het huwelijk geboren zouden worden dan zouden Jan Cromwel, of na diens overlijden, zijn "descedenten" en de andere kinderen allen een gelijk erfdeel krijgen. Dit dan te verkrijgen op meerderjarige leeftijd of bij het huwelijk van deze kinderen. Bij het overlijden van de man en de vrouw zouden alle kinderen een gelijk erfdeel krijgen. Bij het overlijden van de vrouw en indien er uit het huwelijk geen kinderen geboren zouden zijn, dan zou Jan Cromwel de enige erfgenaam zijn. Indien deze op dat moment al overleden was dan was de helft van de erfenis voor de nabestaanden van de man en de resterende helft voor de nabestaanden van de vrouw aldus "volgens 't Versterfregt van Noord Holland. Indien man en vrouw beiden overleden met achterlating van onmondige kinderen dan zou de "Weeskamer der Stadt Alkmaar of van zodanige andere plaats, alwaar hun sterfhuis zoude mogen wezen", als voogd voor deze kinderen optreden. Bij het opmaken van de akte waren Jacob Uitgeest en Jan Cloeck als getuigen aanwezig (Bron: R.A.Alkm. ON Alkmaar Inv.nr.806 Fol.328).
Zij zijn getrouwd op 28 januari 1787 te Alkmaar (NH).
Ter kamer van de Burgemeester getrouwd (Bron: R.A.Alkm. DTB Alkmaar 1787 Stadstrouw deel 7)Ze zijn in de kerk getrouwd op 28 januari 1787 te Driehuizen (Schermer), Noord-Holland, Nederland.
Voor de kerk, Rooms-Katholiek (Bron: R.A.Alkm. DTB Trouwboek Driehuizen 1787 blz.95)
Witnesses:Anna Franssen en Jan Limborg
Kind(eren):
Gebeurtenis (Ondertrouw) op 14 januari 1787 in Alkmaar (NH) .
(2) Hij heeft/had een relatie met Fenneken Dirksen Muller.
Op 16 december 1760 lieten Olivier Cromwel en Femmetje Mulders voor notaris Adrianus van der Burgh te Alkmaar hun testament opmaken waarin de notaris in aanvang te kennen gaf dat: "zijnde hij testateur redelijk gesondt nae den lighame, zij testatrice Siekelijk en niet welte passen" was. De testateurs gaven te kennen dat: Zij bij hun overlijden een Christelijke begrafenis wensten. Het testament was gebaseerd op de langstlevende. Verder werd er in vermeld dat de eventueel uit het huwelijk geboren kinderen bij het overlijden van één van de twee echtelieden aanspraak konden maken op hun legitieme portie voor zover deze de meerderjarige leeftijd bereikt hadden. Indien de vader van Femmetje Mulders op het moment van haar overlijden nog in leven was kon ook deze nog aanspraak maken op zijn legitieme portie uit te keren door Olivier Cromwel. De langstlevende zou als voogd(es) benoemd worden over de onmondige kinderen "met uijtsluijtinge van de Heeren Weesmeesteren dezes stadt en alle andere plaetsen mitgaders verder Zo, Eed, Ampt, als bloedshalven gesag hebbende persoonen". Aldus opgemaakt "ten huijse van de testauteurs" ten overstaan van de getuigen Gerrit Hofdijk en Cornelis Buijten (Bron: R.A.Alkm.ON Alkmaar Invo.nr.629 Fol.48).
Gebeurtenis (Ondertrouw) op 1 mei 1757 in Alkmaar (NH) .
(Bron: R.A.Alkm. DTB Alkmaar 1757 Stadstrouw deel 6)
Schreef zelf zijn naam als Oliever Cromwel en Olivier Cromwel.
Olivier Cromwel kocht 20 juni 1758 van zijn zuster Ariaantje Cromwel en haar man Gerrit Groot voor 1000 gulden "een huis en erve in de Houttil" samen met een huis en erve in de Achterstraat" te Alkmaar. Deze huizenwaren eerder eigendom van hun ouders Olivier Cromwel en Jannetje Quartier en daarvoor van hun grootvader Olivier Huijbertsz (Bron: R.A.Alkm. OR Alkmaar Nr.174 Fol.69 No.67 en Nr.174 Fol.70 No.67).
Op 22 juli 1758 wordt Olivier Cromwel genoemd in een transportaktebetreffende de verkoop van "een huis en erve aan de westzijde van de Houttilstraat bij de Waag. Hij was toen belend ten noorden van dit huis en erf (Bron: R.A.Alkm. OR Alkmaar Nr.174 Fol.71 No.70).
Op 23 september verkocht Olifier Cromwel als curator van wijlen Arij Breek "een Pakhuisje aan zuidzijde van de Vrouwenstraat" te Alkmaar. Betreffende Arij Breek (Adriaan IJsbrantsz Breek) was gehuwd met Neeltje(Cornelia) Cromwel, een jongere zuster van Olivier Cromwel (Bron: R.A.Alkm.OR Alkmaar Nr.175 Fol.209 No.87).
Op 4 januari 1777 verkocht Olivier Cromwel bij procuratie (als bewindvoerder) voor 300 gulden "een perceel staande bij de Vriesche Poort” (Bron: R.A.Alkm. OR Alkmaar Nr.177 Fol.81v No.6).
Op 29 januari 1780 trad Olivier Cromwel op als executeur testamentair en voogd voor de minderjarige kinderen van Cornelia Angelkot, weduwe van Jacob Langst. Hierbij ging het om de verkoop van "een huis en erve aan de noordzijde van de Laat" voortkomend uit de nalatenschap van de genoemde Cornelia Angelkot (Bron: R.A.Alkm. OR Alkmaar Nr.177 Fol.214 No.16).
Op 31 januari 1786 wordt Olivier Cromwel genoemd in een transportakte betreffende de verkoop van "een huis en erve aan de westzijde van de Houttilstraat". Hij is dan belend ten zuiden van dit huis en erf. Zo ook op 7 april 1789 en op 4 januari 1791 (Bron: R.A.Alkm. OR Alkmaar Nr.178Fol.249 No.41 + Nr.179 Fol.94 No.41 + Nr.179 Fol.157 No.1).
Op 25 mei 1787 wordt Olivier Cromwel genoemd in een transportaktebetreffende de verkoop van "een huis en erve in de Achterstraat". Hij is dan belend ten noorden van dit huis en erf (Bron: R.A.Alkm. OR AlkmaarNr.179 Fol.36 No.59).
Op 18 maart 1790 wordt Olivier Cromwel genoemd in een transportaktebetreffende de verkoop van "een bakkerij aan de westzijde van de Houttilstraat". Hij is dan belend ten noorden van deze bakkerij (Bron: R.A.Alkm. OR Alkmaar Nr.179 Fol.131 No.63).
Olivier Cromwel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1787 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Resina Landsman | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fenneken Dirksen Muller |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.