Zij is getrouwd met serris willemsen.
ORA Overbetuwe, Gerichtssignaat Bank van Elst, inv. 99, fol. 102v, d.d. 30-4-1577:
Derselve maell heefft Peter van Reedt gesworen peinder voor de amptman Kaerll van Lijnden, ten versoeck van Adam van Stockum hopman gepeindt aen een huijs en hoffstadt mit omliggende landen daertoe gehorend, groot wesende te samen ongeveerlick 2 morgen landts, gelegen in de kerspel van Hervelt inden ampt van Overbetuwe, noch aen vijff hondt landts inden kerspel voors gelegen als zaliger Serris Wilhemss gewesen custor tot Ewick stervende naegelaten heefft, als voor eene binnen jaers renthe van achtien keijsers gulden.
ORA Overbetuwe, Gerichtssignaat Bank van Elst, inv. 99, fol. 179v, d.d. 18-1-1580:
Opten XVIII januarij anno LXXX heefft Jenneken nagelaeten weduwe zaliger Serris Wilhemss
voor de amptman Kaerll van Lijnden, eenen momber voor oer onmundige kijnderen die sij bij zaliger Sarris Wilhemss oeren gewesen man erweckt heefft, begeert en daertoe gecoren Rutger Thoniss, die daertoe mitt recht vergunt is geworden, om in der voors samentlicke kijnderen samen en van oerent wegen , te segelen over alsulcke opdracht en verkoping, als sij Jenneken tot onderhaldonge der vuirs kijnderen en betalinge oerer schulden, wettelick hadden doen mogen, van die helffte van een stuck landts geheiten dat Sandt, groot wesende ongeveer 2 morgen landts inden kerspel van Hervelt gelegen, dewelcke Wilhem Grob van oer gekofft heefft.
ORA Overbetuwe, Gerichtssignaat Bank van Elst, inv. 99, fol. 215v, d.d. 26-8-1580:
Peter van Reedt gesworen peinder heefft voor de amptman Kaerll van Lijnden oirkondt gerichtsluiden Jacob en Johan Vaeck gegicht onder sijn handt op sijne eedt, dat hij tot versoeck van Aernt van Welderen gepeindt heeffft aen alsulck erve en goet, als Jenneken Serriss mitt oir kijnderen hebben, genamt Serris Hoffstad gelegen inden kerspell van Hervelt ampt van Overbetuwe, als voor VIII gulden van binnen jaerschpacht ende een jaer achterstedige pacht, opt XXVI augusti anno LXXX.
ORA Overbetuwe, Gerichtssignaat Bank van Elst, inv. 101, fol. 105v, d.d. 15-4-1600:
Sebus Schuijlinck als man ende momber Marij Berghs (Johanss) sijne huisfrou ende als volmacht van Cornelis en Johan Berghs Henrickss gebroederen, als gerechte erffgenamen van Henrick Bijmman offte die Kuijper genamt, hebben mitten amptman Johan van Genth oirkondt gerichtsluden Michiel van de Broeck en Elis Roest, besaet gedaen aen eenen hoffstadt landt geheiten Serrishoff, groot wesend ongeveerlick twee mergen landts gelegen inden kerspell van Hervelt inde ampte van Overbetuwe toebehorende Robbert Johanss ende Anna Serriss sijn huijsfrou, Derrisken, Sander en Derck Serriss, gebroederen, swagers en gesusteren, als voor twee hondert gulden, als voor ontbonde gerede goederen bij den kijnderen van zaliger Henrick den Kuijper offte Beijman naegelaeten en mede van ontbonde pachtpenningen van seecker aendeel van een stuck landts in de Kerspell van Elst in den buirschap Veluwe gelegen, doch alles tot goeder reeckeningh. opt XV april XVIc.
ORA Overbetuwe, Gerichtssignaat Bank van Elst, inv. 101, fol. 105v-106, d.d. 15-4-1600:
Sebus Schuijlinck als man ende momber Marij Berghs hebben sich tot allen rechten laeten inleiden in het gerechte vierendeell van seecker mergen boulandts, groot wesende ongeveerlick ander halven mergen landts, gelegen in die buirschap Veluwe op den Kist inden kerspell van Elst inden ampte Overbetuwe, bij zaliger Henrick Bijman off Kuijper stervende naegelaten, dewelcke Robert Johanss tot Boeningen ende Anna Serriss echteluiden, Sander, Derisken en (Derck, niet ingevuld) Serris in gebruick genhomen hebben. Waervan den andere drie deelen Johan Thijss tot Bemmel toebehorende sijn. opt XV april XVIc.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
jenneken nn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
serris willemsen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.