Zij is getrouwd met brant dercksen van otterloo.
ORA Wageningen, inv. 171, fol. 95, d.d. 28-9-1622: Jan Jansen voor hem zelf en mede sterkmakende en caverende voor Jenneken Jansen zijn huisvrouw en Aris Janssen en Janneken van Behem zijn huisvrouw hebben verkocht en opgedragen aan Brant Derricksen (in de kantlijn geschreven) anderhalf schepel land gelegen op de Enck genaamd de Holtborgh. Daar Oostwaarts naast geland het Kerckenland, Zuid ook het Kerckenland, West den Dietweg, Noord Jan Jacobs voor vrij erf en goed.
ORA Wageningen, inv. 171, fol. 97-97v, d.d. 30-10-1622: Stephen van Harten heeft bekend verkocht te hebben aan Brant Derricksen en Gerritjen Caeltgens echteluiden en Jacob van Dieren en Marij Mathijssen zijn huisvrouw een hof voor de Bergpoort.
ORA Wageningen, inv. 172, fol. 10v, d.d. 7-3-1624: Compareerden Willem Geurtsen van Beem en Jenneken Jansen echteluiden en Cornelis Breunis en Berntjen Bernts echteluiden en Jasper Breunis en Geurtgen Henricx echteluiden en bekennen verkocht en getransporteerd te hebben aan Brant Derricx en Gerritjen Kaeltgens echteluiden en derselver erfgenamen, omtrent een halve molder land in de gerechte van Wageningen op de Enck gelegen, daar Oostwaarts naast geland zijn de Kerk binnen Wageningen, Zuidwaarts dezelfde Kerk, Westwaarts de Dietweg, Noordwaarts Jan Jacobs, voor vrij erf en goed. Stellend tot waarschap: Willem Geurtsen zijn huis en hofstad binnen Heusden in Nederbetuwe, Jasper Breunis zijn erf in de buurtschap Haren onder Wageningen gelegen, het Peppeltjen geheten.
ORA Westervoort, inv. 62, fol. 39v-40, d.d. 7-5-1636: Gerrit Reijnders gesworen gerichtsbode tot Westervoort heeft ten versoecke van Gerrijken Caeltgens huijsvrouw van Brant Dericksen en Peter Jacobs gepeijnt alle gerede goederen toekomende Merrijken Maessen weduwe van Reijnier Aelberts om te hebben betaling van hondert en ses gulden.
ORA Westervoort, inv. 62, fol. 40, d.d. 7-5-1636: (dezelfde dag) heeft Gerrit Reijnders gesworen gerichtsbode tot Westervoort ten versoecke van Gerrijken Caeltgens huijsvrouw van Brant Dercksen en Peter Jacobs gepeijnt aan alle nagelatene goederen van zaliger Henrick Gerritsen en sijn huisvrouw. En sulcx om te hebben betaling van negentich gulden hercomende van verschenen pachten. Daarvan de weet gedaan aan de moeder van Henrick Gerritsen, Grietjen de huisvrouw van Cornelis Henricx.
0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden, Verpondingskohieren, registers met taxaties van belastbaar onroerend goed, 1649-1650, inv. 392 Westervoort, scan 276: Brant Dercksens hofstede met huis, hof, boomgaard en bouwland groot 1 1/4 morgen waarvan pachter is Jan Caelties.
ORA Westervoort, inv. 62, fol. 687, d.d. 26-9-1660: Extract protocol der stad Wageningen,
Compareerden Brandt Dercksen van Otterloo en bekende vercoft te hebben het rechte halfscheijt van eenen behuijsinge en hoff omtrent drie mergen half weijde en bouwlandt tot Westervoort gelegen aen Johan Ceuljen en Grietjen Offermans echteluiden. En stelde, omdat hij in den Gerichte van Westervoort niet meer geerft ware tot erfwaerschap voor t voorseijde vercofte landt tot sekerheijt van de genoemde coperen een uijterweert groot omtrent anderhalven morgen Oost en Westwaarts tussen de grote en kleijne Vheerstraet langs den Arnhemsewegh in desen schependom gelegen.
ORA Arnhem, toegangsnr. 2003 inv. 513, fol. 205, d.d. 20-10-1660: Compareerden Brandt Dercksen van Otterlo als boedelhouder en zich sterkmakende voor zijne kinderen en heeft geconstitueerd dor Mathijs Fheren om in gevolg van zekere koopcedule aan Johan Caeltgens op te dragen de halfscheit van een hofstede en bouwland die gemelde Johan Kaeltgens voor dezen van voors Brandt Dircksen in pacht gebruikt en nu gekocht heeft, tot Westervoort gelegen. Mitsgaders de halfscheit van zeker weiland ongeveer 1 1/2 morgen groot.
ORA Westervoort, inv. 62, fol. 685v-687, d.d. 7-11-1660: Mathijs Fheren der rechten advocaat voor den hove van Gelderlant in qualiteit als volmachtiger van Brant Dercksen van Otterloo als boedelhouder en sich sterckmakende voor sijne kinderen heeft opgedragen en overgegeven mits desen aen Johan Kaelkens en Grietjen Offermans echteluiden de halfscheijt van een huijs en hofstede, samt bongert en boulant groot omtrent anderhalven morgen so deselve echteluiden voor desen van voor Brant Dercksen in pacht gebruijckt hebben, van outs genoemd Lubberts hofstede gelegen in de richterampte van Westervoort, Oost en Noortwarts naest de erfgenamen van Jacob Brouwer, West de Bijvanckse weg en Zuitwarts den Heijlwegh. Bekennen mede de helft van dese hofstede, bongert en boulandt te wesen vrij allodiael erf en goedt met geene kommer noch geldt beswaert uitgenomen twaelf stuivers soo de Rentmeester van de Geestelicke goederen der Graefschap Zutphen hieruit jaerlicx heeft. Daervoor voor Schepenen van Wageningen opden 26 septemebr laetsleden bij sijne comparants principael waerschap is gestelt.
ORA Wageningen, inv. 174, fol. 58, d.d. 19-5-1666: (onderaan) Gerrit Kalderban als volmachtiger van Johanna Uijtenbogaert sijne huisvrouw, stelt tot waarschap een aenpart in een erven bij het Leckxkens Veer, Oost: vrouw de weduwe Welderen, West de Cleine Veerstraat, Suijt Henrick Herberts en Noortw. Brant van Otterloo.
ORA Wageningen, inv. 174, fol. 58, d.d. 28-6-1667: Ik onderschreven Jan van Otterlo beken voor mij en mijn erven deugdelijck schuldigh te wesen aen Abram van Raij en Adel de Ruijter echteluiden de somma van vijf hondert gulden. Verbindende daervoor het derde aen paert van een uijterweert en mij uijt de erfenis van mijn vaeder zaliger, van mijn portie aengedeelt. Oost: de grote Veerstraet, West de cleine Veerstraet, Suijt vrou van Welderen en Noort de H..wegh.
ORA Wageningen, inv. 174, fol. 308-309, d.d. 1-6-1670: Reinier Crijnen met zijn mede erfgenamen van Jan Jacobs zaliger doet besat of peinding aan zeker half molder land alhier voor de stad aan de Enck gelegen, door voors Jan Jacobs en Trijneken Brants echteluiden verkocht aan Jan Jansen Koe en Neelken Brants ook echteluiden. Tevens om te hebben staat van inventaris van de boedel van Jan Jacobs en Trijntjen Brants ten tijden van overlijden van voorn Jan Jacobs. (Deze akte heb ik onderschreven H. Grotenhof Trijneken Brants weduwe Jan Jacobs op 2 juni 1670 te Loenen overhandigd).
ORA Wageningen, inv. 174, fol. 69v, d.d. 9-6-1668:
Gosen Luben en Dirkxken Brants echtelieden bekennen voor haer en haren erven vercocht te hebben, transporteren volgens dien mits desen aen secretaris Tilman Aquilis een hoff gelegen buijten de Berghpoort, hebbende Oost Henrick Arisen, West Jacob Meinten, Zuijt Willem van Ysendoorn en Noortwart Arien Jans, voor vrij erff en goet uijtgesondert van dijck. Ter waerschap stellend hun aenpart in het huis buijten de Bergpoort naest Jan Jansen Koe, en een stuck lant genaamt de Houtborgh liggend over de Dydenweg. gedaen den 9/6 1668.
ORA Wageningen, inv. 174, fol. 176, d.d. 23-4-1679: Peter Hendricx en Sohia Rutgers echteluiden, Gerrit en Steven Rutgers, sich oock sterckmakend voor haer absenten broeder en schoonsuster Willem Rutgers en Naleken Coertpenninck echteluiden, te samen erfgenaemen van Ermgardt van de Wardt, die mede erfgenaem is geweest van schepen Rutger van Brienen, bekent vercocht te hebben aen Willem Reijnders en juffr. Geertruijt van de Wart echtelieden, seecker tiende gedeelte van een uijterweert liggend aen Leckxens Veer, Oost: Capt Weelderen, West Henrick Herberts, Suijt de Veerstraet en Noortwart de erfgenaemen van Brant de Rademaecker voor vrij erf en goet.
ORA Wageningen, inv. 174, fol. 176v-177, d.d. 22-4-1679: Jan Brantsen voor sich selfs en als vaeder en momber van sijn onmundige kijnderen bekent vercocht te hebben, transporterend volgens dien desen aen Brant Brantsen en Gerritjen Claessen ’t recht derde part van t weertgen aen de halven wegh sijnde t oosteinde nagelaten van Dircksken de Rademaecker voor vrij erf en goet.
Zij zijn getrouwd voor 7 maart 1624.
Kind(eren):
gerritjen kaeltjens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1624 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brant dercksen van otterloo | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.