Kwartierstaat Johannes Gerardus Swart » Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode (1415-1473)

Persoonlijke gegevens Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode 

  • Roepnaam Reinoud 2., 9. Heer van.
  • Hij is geboren in het jaar 1415 in Vianen (Slot Batenstein) Zuid-Holland.
  • Hij is overleden op 16 oktober 1473 in Vianen, Zuid-Holland, Nederland, hij was toen 58 jaar oud.
  • Hij is begraven in Haarlem, Groote kerk.
  • Een kind van Walraven I 8. Heer van Brederode en Johanna van Vianen
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 4 april 2021.

Gezin van Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode

(1) Hij is getrouwd met Yolande Comtesse de Lalaing.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1456 te Vianen, Zuid-Holland, Nederland, hij was toen 41 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Josina van Brederode  ± 1458-????
  2. Johanna van Brederode  ± 1459-????
  3. Walravine van Brederode  ± 1460-1500
  4. Anna van Brederode  ± 1461-> 1478
  5. Frans van Brederode  1465-1490
  6. Yolanda van Brederode  ± 1468-????


(2) Hij is getrouwd met Lysabeth Willems.

Zij zijn getrouwd unmarried.


Kind(eren):



(3) Hij heeft/had een relatie met unknown.


Kind(eren):



Notities over Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode

Ritter vpm Goldenen Vlies
messire Regnault, seigneur de Breederode etc., chevalier, frere et compaingnon dudit ordre de la Thoison d’or. Protokollbuch Nr. 3
[76] [Reinald van Brederode trägt seine Probleme mit David von Burgund, Bf. von Utrecht, vor.]
Apres ces choses se vint mectre a genoulx moult humblement et reverenment devant mondit seigneur le souverain oudit chappittre messire Regnault, seigneur de Brederode {43}, aussi chevalier frere dudit ordre, faisant sa doleance et remonstrance par bouche de pluseurs injures, durtez de prison et de gehine ensemble d’autres griefs et rudesses que reverend pere en Dieu monseigneur l’evesque d’Utrecht et ses gens lui avoient faites, dont aultre foiz aussi il s’estoit dolu et complaint et avoit fait plus ample remonstrance a mondit seigneur, comme il disoit, suppliant et priant treshumblement qu’il peust estre ouy et receu en ses excusacions, touchant les charges que indeuement et a tort on lui avoit imposees, pour et afin que s’il en estoit trouvé innocent comme au plaisir Dieu il seroit, qu’il peust avoir reparacion condigne de sesdis griefs et injures201. Ce que dez l’annee passee il avoit proposé de requerir semblablement en chappittre de l’ordre ou cas qu’il se fust lors tenu, comme fame et renommee avoit esté le devoir faire. Et afin que mondit seigneur le souverain et messeigneurs les freres dudit ordre mieulx peussent entendre son cas, offrit et exhiba ledit seigneur de Brederode a mondit seigneur ung quayer202, contenant par escript et declarant ses dis griefs, doleances et requeste, suppliant qu’il [fol. 15v] fust visité et leu en chappittre. Et dit oultre que encore avoit il des autres griefs deppendans de ceste matiere non comprins oudit quayer, que cy apres il declaireroit et bailleroit par escript quant il plairoit a mondit seigneur le souverain. Et mondit seigneur receut benignement de la main dudit seigneur de Brederode ledit quayer et le bailla a monseigneur l’evesque de Tournay, chancellier de l’ordre, disant audit seig neur de Brederode qu’il le feroit visiter, pour apres en ordonner comme il appartendroit. Et que se icellui de Brederode vouloit cy apres aultre chose dire de bouche ou baillier par escript, faire le pourroit.
[b] Brederode.
[77] [Reinald van Brederode bittet den Orden um Beistand.]
Ce fait, requist instanment ledit seigneur de Brederode {43} l’ayde et assistence de messeigneurs les freres de l’ordre illec assemblez, afin qu’ilz lui aidassent a garder son honneur en ceste partie pour en estre reparé, comme il appartenoit veue son innocence. Car s’il eust commis les cas a lui imposez et pour lesquelz mondit seigneur d’Utrecht l’avoit prins et fait mettre a torture et si durement traitier a son grant tort, il ne seroit pas digne de porter le colier de l’ordre ne d’estre en la noble compaingnie d’icellui. Dit oultre et remonstra qu’il estoit ja anchien et homme mortel et ne savoit quant longuement il pourroit vivre et que tresenvis il laisseroit a ses enfans la note desdites charges apres lui, ains estoit la chose que souverainement il convoitoit et desiroit que la verité en feust sceue et cogneue, car lors apparroit clerement et evidenment de son innocence et que l’on ait eu grant tort de le traitier si durement203

200 Fortsetzung in § 135, 136 und 156.
201 David von Burgund, der 1427 geborene uneheliche Sohn Hz. Philipps des Guten, wurde 1455 von
seinem Vater zum Bischof von Utrecht nominiert und erhielt dort die Unterstützung der holländischen Adelspartei der »Kabeljauwen«. Die Gegenpartei der »Hoeken«, zu der auch Reinald van Brederode gehörte, unterstützte unterdessen vergeblich Reinalds Bruder Gisbrecht (dazu auch schon PB
1, S. 117–122, § XVII/12–21). Bf. David versuchte sein Herrschaftsgebiet im Sinne der burgundischen
Interessen zu regieren und führte zahlreiche Reformen ein, deren Ziel die Zentralisierung des Verwaltungsapparates war. So berief er Berufsjuristen in seinen bischöflichen Rat und führte in einigen Städten Schöffengerichte ein. Diese Maßnahmen stießen auf Widerstand der Hoeken, der erst mit der Gefangennahme und der Einkerkerung ihres Anführers, Reinald van Brederode, am 15. Juni 1470 gebrochen werden konnte. Dazu Leydis, Cronica de Brederueden, 1957, S. 72ff.; Reiffenberg, Toison d’or,
1830, S. 68f.; Zil ver berg, David van Bourgondië, 1951, S. 32ff.; Grüneisen, Reichsstände, 1961,
S. 62f.; Vrugt, David et Philippe de Bourgogne, 1990, S. 60f.; Gent, Saken, 1994, S. 102–107; Berbée,
David von Burgund, 1996, S. 121f.; Chevaliers de l’ordre de la Toison d’or, 2000, Nr. 43.
202 Vgl. Reg. 35.
203 Ms.: Nach diesem Absatz fand vermutlich eine Schreibpause statt, denn das Schriftbild der folgenden
zwei Abschnitte ist kleiner und gedrängter. Ab § 80 ist das Schriftbild dann wieder normal. – Fortsetzung in § 231; vgl. dazu aber auch Brederodes correction in § 124.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen



Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Brederode


Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Andreas F. Swart, "Kwartierstaat Johannes Gerardus Swart", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-johannes-gerardus-swart/I2619.php : benaderd 15 mei 2024), "Reinoud 2. 9. Heer van (Reinoud 2., 9. Heer van) Brederode (1415-1473)".