Zij had een relatie met Albert Willemsz Dyer.
Kind(eren):
Object: Twe camers [twee kamers] gelegen onder een dayck [dak] in die Goytscalck Straet [Goetscalckstraat/Gotschalkstraat/...], een schuer [schuur] ende noch vier cameren [vier kamers] gelegen bij Trysgens Poirt [Trysgenspoort/Trysjespoort/Triesjespoort] mit al de gehelen hoff [hof] dair aen streckende achter de brueders [broeders] van Sint Jan ende Jan Aerts voir die gemeen straet [openbare straat] die een syde den Stadt Muer [Stadsmuur] dander syde Eersgen van Geijn ende die brueders [broeders] van Sint Jan mit alsulck recht ende toeseggen als sij aen deen seyde voirscreven comen moegen hebben ende den hoff [hof] voirscreven moegen hebben
Verkopende partij: Willam van Bylair Willams voir hem selve ende Ricout van Bilair syn broeder mit syn vier vierdedelen als Henrick van Bylair ende Albert Dier Willams syn oem [oom], Jacop van Bilair Jacops ende Willam Rijcks sijn neven ende hebben recht ende scelden te goede
Kopende partij: Meijster [meester] Jacop van Bylair hoir broeder voir hoir ende hoir erven tot behoeff den armen
Aktedatum: 16-07-1520 Secunda post Divisio Apostelorum [maandag na Divisio Apostolorum (Apostelen namen afscheid van elkaar)]
Belendingen 1: Twee kamers Gotschalkstraat: besyden die Munt
Belendingen 2: Twee kamers Gotschalkstraat: ende aen die een syde Jacop van Rumelairs erffgenamen [erfgenamen]
Belendingen 3: Vier kamers met schuur en hof bij de Trysgenspoort: achter de brueders [broeders] van Sint Jan ende Jan Aerts voir die gemeen straet [openbare straat] die een syde den Stadt Muer [Stadsmuur]
Belendingen 4: Vier kamers met schuur en hof bij de Trysgenspoort: dander syde Eersgen van Geijn ende die brueders [broeders] van Sint Jan
Opmerkingen: Mit sulck voirwerden dat altyt in die voirscreven cameren [kamers] altyt armen luden [armen/arme lieden] over die minne van Godt [in de liefde van God] sullen woenen ende den hoff voirscreven dair men jairlix verhuren off verpachten ende tot behoeff den armen dair in te coemen ende so sel meijster [meester] Jacop voirscreven Willem ende Ricout gebrueders [gebroeders] dyt aldus vervolgen ende bescijcken tot den armen behoeff [ten behoeve van de armen] ende nae hoire doet [dood] drie van die naeste magen van Willam van Bylair Jacops hoir drijer vader [vader van hun drieën] so dat syn uuterste will [laatste wil] genaest is tot een ewich testament dair off hebbende elx een quart Goit vyns [een kwart goed wijn] alle jair ende wairt bij also dat dit selve nijt uutter voltogen ende voir de als voirscreven ende die drie naisten [de drie naasten] nyt werdich an woenen soe scelden sie ouste burgemeyster [oudste burgemeester] inder tyt ende die twee Kerkmeyster [twee kerkmeesters] van Synt Joris Kerck [Sint Joriskerk] een jair lang dat bestycken als voirt dair elx off menende een quart wynss [kwart wijn] ende selle als dan [daarbij zal] voir elcke requeste [rekest/verzoek] een ander bequam man van alre naeste [bekwaam man van alle naasten] dair toe strycken in die [Folio 97 v moet folio 98 v zijn in origineel WORD-bestand]
Bladzijdenummer: 98 v (1)
Toegangsnummer: 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
Inventarisnummer: 436-02
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.