Zoeterwoude was zeer uitgestrekt en omvatte alle gronden tot aan de singels in Leiden. Eén van de Zoeterwoudse burgemeesters, de heer J.H. Slicher, woonde in 1894/1895 aan de Zoeterwoudsesingel 57. De uitgestrektheid komt ook tot uitdrukking in het feit dat Stompwijk en Zoeterwoude van 1300 tot 1610 een ambachtsheerlijkheid vormden van de Graven van Holland. Vanaf 1610 tot en met 1811 vormden zij een ambachtsheerlijkheid van de stad Leiden.
(In 1355 bepaalt graaf Willem IV dat de werkzaamheden aan de Zoeterwoudse dijk stilgelegd moesten worden. De grens tussen Leiden en Zoeterwoude blijft het Rapenburg). Dit geeft de verhoudingen weer van de toen geldende gemeentegrenzen.
Ridderhofsteden, buitenplaatsen en kastelen
Op het uitgestrekte gebied bevonden zich ridderhofsteden, buitenplaatsen en kastelen. Het waren er maar liefst acht of negen: Boshuysen, Coebel, Cronesteyn, Cijs, Meerburg, Rodenburg of Roomburg, Rijnegom, Zwieten en, met een groot vraagteken, Zoeterwoude. Een edel geslacht Zoeterwoude zou namelijk zijn zetel hebben gehad op een gelijknamig huis in het ambacht. Het is echter ook mogelijk dat dit geslacht in één van de andere genoemde huizen zetelde.
Zij is getrouwd met Willem van Boschuyzen.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Beatrix Dircksdr van Swieten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem van Boschuyzen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.