op Goerda sate
blijkens de vastlegging in 1511 van het landbezit in Friesland (op last van hertog Albrecht van Saksen): zijn kinderen waren eigenaar van Fockemasate te Wilaard onder Kammingabuur
Andringaboek:
(Goerda?) (Andere spelling: Feycke Tyaerdts Andringa).
Hij werd in 1480, met zijn zusters man Gossa, door Gerbrich ontboden 'te comen toe Aelsum om te scheyden'.
Waarschijnlijk woonden Feycke en Trijn - tenminste in 1496 - op Goerda sate onder Menaldum. Toen sloot een groot aantal dorpen van Westergo, uit angst voor de Schieringers, een verdrag met de stad Groningen. Menaldum werd o.a. vertegenwoordigd door enen Feyka Goerde.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.