Lid van de raad van Indië. In 1865 op herhaald verzoek uit betrekking ontslagen om naar Nederland te vertrekken alwaar hij lid werd van de commissie die werd samengesteld om de grondslagen der organisatie van de Koninklijke Militaire Akademie te Breda te wijzigen.
Grafzerben Java: Hier rust Everhard Christiaan Frederik Happé GL Majoor. R.v.N.I. Adjudant des Konings. In B. gew. dienst. R.dM.W.O. 3e kl. en vd N.L. Beb te Vilvoorden 13 april 1818 (?) Overleden te Batavia 8 december 1872 (vgl. reg.test.Batavia 1872 fol 166).
Hij is getrouwd met Margaretha Adelheidis Hilling.
Zij zijn getrouwd op 22 april 1851 te Soerakarta Solo Nederlandsch Indië, hij was toen 34 jaar oud.
Kind(eren):
15 September 1836 aan boord van het schip Middelburg aangekomen te Batavia en zich hiermee vestigende in Nederlandsch Oost-Indië. De familie zou Nederlandch Indië pas weer verlaten na de tweede wereldoorlog [feitelijke repatriering]. Zij hebben er vier generaties gezeten.
Trad in 1832 in mil. dienst, ging in 1835 als sergt. der inf. over bij het ind. leger en werd in 1837 benoemd tot 2en luit. Verdere bevorderingen: 1842 1e luit., 48 kapt., 54 maj., 56 luit.-kol., 62 kolonel. In 66 vertrok hij met verlof naar Nederland, en werd daar in 1867 benoemd tot lid in den Raad van Ned. Indië met rang van gen.-maj.
Happé woonde de drie balische expedities (1846-49) bij, waarvoor hij in 1846 R.M.W.O. 4e kl., in 1849 id. 3e kl. werd; voerde in 1856 de expeditie naar Mori (Celebes) aan, nam in 1859 deel aan de krijgsverrichtingen in Palembang, en verving in 1863den toenm. luit.-kol. G.M. Verspeyck als wd. RESIDENT en MILITAIR COMMANDANT der Zuid en Oost Afd. van Borneo, waar hij het nederlandse gezag over het in 1860 geannexeerd gebied verder bevestigde.
Een resident was in het voormalige Nederlands-Indië een bestuursambtenaar die aan het hoofd van gewestelijk bestuur stond. De resident was de vertegenwoordiger van de gouverneur-generaal; de regent werd wel de "jongere broeder" van de resident genoemd. Hiermee werd uitgedrukt dat het uiteindelijke gezag bij deze laatste berustte. Vaak fungeerde de regent op het niveau van een assistent-residentie, en stond hij dus de assistent-resident terzijde.
Officieel bewaarder van, en toegestaan om gedurende zijn leven te behouden, de Kris 'Singkir' en de lans 'Kaliblah', welke beide wapenen behoord hebben tot de kroonsieraden van het voormalige rijk van Bandjermasin.
Everhard Christiaan Frederik Happé | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1851 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha Adelheidis Hilling |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.