Hij had een relatie met Liutgarde de Namur.
Kind(eren):
Giselbert van Loon (ca. 980 - ca. 1045) was de eerste graaf van het graafschap Loon dat een leen was van het graafschap Haspinga.
Hij was graaf tot 1046 gezien hij alleszins vóór 18 mei 1046 is overleden. Giselbert nam het initiatief om in Borgloon, het eerste centrum van het graafschap, een burcht te bouwen. De burcht was een motte op een heuvel, met een zaal en een kapel in de voorhof, die voorhof vormt de kern van het latere stadje Borgloon. Het kasteel zelf is verwoest en de motteheuvel is in de 19e eeuw afgegraven. Wanneer Giselberts regeerperiode startte is niet schriftelijk gedocumenteerd.
Giselbert was een zoon van graaf Rodolf van Haspinga. Giselberts broer Arnold volgde zijn vader op als graaf van Haspinga. Toen Haspinga aan het prinsbisdom Luik werd geschonken werd Loon, dat een leen van Haspinga was, ook een leen van Luik. Waarschijnlijk heeft hun broer Balderik, die prinsbisschop van Luik was van 1008 tot 1018, een rol gespeeld bij de afstand van Haspinga aan Luik.
Giselbert was op het eind van zijn leven voogd over de goederen van de Sint-Jacobsabdij van Luik, die gesticht was door zijn broer Balderik.
Giselbert werd opgevolgd door zijn zoon Emmo en mogelijk Otto die samen het graafschap als een condominium bestuurden. Gislebert was gehuwd met Erlande van Geldenaken en hadden de volgende kinderen:
Emmo (- 17 januari 1078), graaf van Loon
Otto (-1101), graaf van Duras
Herman
Giselbert van Loon | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liutgarde de Namur |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.