7 juni 1767, jünglingen aus Sprendlingen, Johannes Engel des Jacob Engels ehelicher Sohn.
Tijdstip: 10:00:00
Hij is getrouwd met (Anna) Maria Christina Smits.
Toestemming voor het huwelijk is 8 april 1797 verkregen te Tilburg.
Zij zijn getrouwd op 24 april 1797 te Tilburg.Kind(eren):
LUSTIGH: SOLDATEN
ZWITSERSE HUURSOLDATEN
________________________________
De Oranje Stadhouders hielden er liever een soort vreemdelingen legioen
op na, dan een nationaal leger. Zon huurleger kon vooral worden
ingezet bij binnenlandse rellen of opstand. De achttiende-eeuwse Patriotten
hebben dit aan de lijve ondervonden. Het zogenaamde Staatse leger bestond
dan ook uit hoofdzakelijk buitenlanders , zonder enige binding met de 16e
t/m de 18e eeuwse Republiek. Bij werkelijke aanvallen en invallen op
Nederlands grondgebied bleek het huurleger zeer onbetrouwbaar te zijn.
Was het geld op of waren ze overbodig, dan werden ze afgedankt. De
allerbeste huursoldaten waren de Zwitsers. Het spreekwoord zegt: Geen
geld, geen Zwitsers. Zelfs Koning Willem I had nog een Zwitsers
regiment. Zijn nieuwe Koninkrijk der Nederlanden kon deze dure Zwitsers
niet meer betalen en om die reden werd het Zwitsers regiment ontbonden.
Sinds die tijd was het behelpen met dwarsliggende Nederlandse
dienstplichtige militairen.
Swiss Regiments
The Swiss regiments had very strong companies, but were not the same strength in each regiment. A regiment consisted of two battalions, each of six companies: There was no separate grenadier-company, but some grenadiers were alotted to each company. Each battalion was about 620 men strong, with the augmentation of 06.02.1793 increased to about 920 men.
Regiment Schmid (Grisons)
Regiment May
Regiment Stockar de Neuforn
Regiment Hirzel
Regiment De Gumoëns
De redenen voor iemand om soldaat te worden, kunnen uiteenlopen. In de grote gezinnen op een boerderij kan voor volwassenen geen plaats meer zijn. De oudste zoon erft de boerderij, voor de volgende is soms geen plaats. Ambachten zijn ook beschermd door de gilden. Het is voor velen de enige manier om geld te verdienen. Zo kan min of meer gedwongen worden 'gekozen' voor het leger. Van vaderlandsliefde is geen sprake. Soldaten uit één land kunnen zelfs aan beide zijden strijden.
De Bataafse Armee
Op 1 februari 1793 verklaart de Franse republiek de oorlog aan de koning van Engeland en de stadhouder der Nederlanden (dus niet aan de landen). Als op eerste kerstdag 1794 plotseling de grote rivieren dichtvriezen, kunnen de Fransen met artillerie over een breed front de provincies Gelderland en Utrecht binnentrekken. Op 18 januari 1795 verlaat Prins Willem V de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en gaat met zijn beide zoons naar Engeland. Een dag later wordt de Bataafse Republiek uitgeroepen.
De vreemde troepen blijven aanvankelijk in dienst van de republiek. De Zwitserse kantons zijn later niet bereid de capitulatie te verlengen, waarna de Zwitserse regimenten worden ontbonden. De vorsten van Waldeck en Saksen-Gotha daarentegen laten hun troepen wel in Bataafse dienst meevechten met de troepen van Napoleon. Ringoir stelt:
"Dat de Zwitsers geweigerd zouden hebben, iemand anders dan de stadhouder te dienen is onjuist. Het eerste Zwitserse regiment dat ontbonden werd (de Gardes) diende een jaar lang de nieuwe meesters, het laatste regiment (van Schmidt) bleef tot maart 1797 in Bataafse dienst." (Ringoir: 41).
Pensioen
Tegen het einde van de 18de eeuw komt dikwijls "gepensioneerd soldaat" voor. Na 30 jaar trouwe dienst was er, ook voor de gewone soldaat, een pensioentje weggelegd. Deze sociale primeur was een extra lokkertje voor de arme drommels uit alle streken van Europa. Ook toen behoorde ons land bij de rijksten ter wereld (l'histoire se repête). Maakte de soldaat zijn dertig jaar niet vol dan kreeg hij bij zijn ontslag toch nog een deel van het pensioen. Hij was dan een gegageerd soldaat. Hoewel er geen vakbonden en CAO's waren zorgde de republiek toch goed voor zijn oude en vaak verminkte militairen. Zij werden niet op straat gezet maar mochten, vaak met lichte dienst, hun tijd volmaken. De vijf compagnieën Invaliden vinden we vanaf 1726 in de garnizoenen van Delft, Woerden, Woudrichem, Naarden en Klundert. Overplaatsing kwam bij hen niet voor. Voor het oorlogsjaar 1673/4 werd voor deze groep oude en verminkte militairen een groot bedrag n.l. 250.000 pond t.b.v. hun onderhoud uitgetrokken. Vanaf het laatste deel der 18e eeuw zijn in het Nationaal Archief in Den Haag pensioenregisters aanwezig.
Johannes Engel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1797 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Anna) Maria Christina Smits |