Gruoningua 1976 p. 117
Hij is getrouwd met Wije.
Zij zijn getrouwd rond 1585.
Kind(eren):
kerkvoogd Meeden
9 februari 1603 R.A. Zuidbroek (23v) - Sybel Reyndts wonende op de Meeden, vertoont een brief van 13-11-1591 te Meeden, vermeldende dat Waldrick Doens en Bauwe verkocht hebben aan Sybel Reyndts en Weije land in Woldendorper klokslag.
9 februari 1603 R.A. Zuidbroek (24) - Sybel Reynts verkoopt aan Waldrick Doens en Bawe land in Woldendorper klokslag.
28 maart 1604 R.A. Noordbroek , p. 127. - Sybele Reints en Wye op de Meeden versetten aan Peter Symons en Anne, Tyade Symons en Martyn, de helft van land, "het viermandeell"genaempt.
9 september 1605R.A. Zuidbroek (69) - Sybel Reynders versette in 1603 land aan Peter Symens en Tya Symens (staat niet bij dat 't echtgenoten zijn), Sybel Tyackens borg.
4 mei 1609 R.A. Zuidbroek (129) - Sybelo Reynts en Weye karspellieden up die Meden versetten aan Aeyso Aeysens en Iye land.
10 februari 1613 R.A. Meeden (fol. 33) - Wißeling tussen Sibelo Reintz sampt Weija (el.) up de Meeden unde Reencko Wibbenß sampt Weija (el.) tho Suidtbroeck wonende. Sibelo transporteret an Reencko 4 ackers gelegen tho Suidtbroeck, alwaer de heerewech int oosten, Eggo Willemß int suiden, int westen naberswetten gelijck unde Jan Gehrdes unde Luthger (el.) int noorden naest beswettet sint, waertegenß Reencko Wibbenß sampt Wija (el.) an Sibelo Reintz sampt Wija transporteret hebben 3 ackeren landeß gelegen up de Meeden in Jasper Remkenß heert, welcke 3 ackeren mit siner swetten in ein geloofwehrdige vorsegelde koop breef gementioneert sint so gedateert anno 1595 den 30 aprilis. Getuigen waren Sibelo Tiackens unde Garrelt Ubbenß. Beider huißfr bekrachtigen de akte met jawohrt unde handtastinge.10 februari 1613 (fol. 33)Wißeling tussen Sibelo Reintz sampt Weija (el.) up de Meeden unde Reencko Wibbenß sampt Weija (el.) tho Suidtbroeck wonende. Sibelo transporteret an Reencko 4 ackers gelegen tho Suidtbroeck, alwaer de heerewech int oosten, Eggo Willemß int suiden, int westen naberswetten gelijck unde Jan Gehrdes unde Luthger (el.) int noorden naest beswettet sint, waertegenß Reencko Wibbenß sampt Wija (el.) an Sibelo Reintz sampt Wija transporteret hebben 3 ackeren landeß gelegen up de Meeden in Jasper Remkenß heert, welcke 3 ackeren mit siner swetten in ein geloofwehrdige vorsegelde koop breef gementioneert sint so gedateert anno 1595 den 30 aprilis. Getuigen waren Sibelo Tiackens unde Garrelt Ubbenß. Beider huißfr bekrachtigen de akte met jawohrt unde handtastinge.
30 mei 1614 R.A. Meeden (fol. 47) - Sijbelo Reindtz sampt Wije siner huissfr casspelluiden alhir up de Meeden mit ohrem sohn Reindt Sibellss sampt siner huissfr Jantien ein eewichduirende erfkoop gemaeckt. Sibelo Reindtz vor siner huissfr Wije de rato caverende heeft vorkofft an sinen sohn Reindt Sibelss sampt siner huissfr Jantien sehckere helfft van vijfftehallff (= 4.5) ackeren landes gelegen in Reindt Sibellss heerdt welcke vijfftehalve acker Sibelo Reindtz van den voormunderen over sal: Rimmet Haijenss kinderen an sick gekofft hadde (iets onleesbaars in de marge, waarschijnlijk vorige koop versegelt 8 mei 1613) alwaer de vicario int oosten, unde Deetert Elssenss int westen beswettet sint thom deele unde Sibell Reindtz sulvest thom deele, streckende uth dat suiden naberswetten gelijck beth int noorden an de A, hir bi bekande Sibelo Reindtz dat sinen sohn Reindt sampt siner huissfr Jantien de koopsom hebben voldaan. Getuigen waren Ritzo Abelss unde Bernardum Edenss.
7 juni 1614 R.A. Meeden (fol. 49v)- Jicka Teijess, sal: Tijo Jacobss nagelaten weduwe bevestigt de belijunge unde daerup gepasseerde vorsegelinge anno 1609 den veertienden februarij so ohr sall: eheman Tijo Jacobss wegen des vorkopess der Bottervenne an Sibelo Reindtz gedaen, caverede ock hir mit vor ohrer suster Tette. Bekande hir bi dat sie van ohrem gedachten frunde Sibelo Reindtz in betrachtinge ohres wedewen standes unde twe vaderlosen kinderkenss wegens der bloedtvorwantschop unde sibicheit uth Sibelo Reindtz frijen willen und frundtschop 50 dalers en 2 mudde rogge entfangen hadde. Getuigen waren Bernardus Edenss unde Harcko Derckss. Jicka bekrafftigt de vorsegelinge met handtastinge.
10 juni 1614 R.A. Meeden (fol. 50) - Tammo Tijddinga heeft van den vormunderen over sal: Rimmet Haijenss kinderen tho weten Tiapko Ipenss principaal vormunder, Tammo Luppenss sibbe voget und Franss Jansen frembde voget, doch Tiapko Ipenss alhir present 100 dalers (7%). Sijbelo Reindtz laat zich in als borg. Getuigen waren Ritzo Abellss und Gehrt Hindrichss.
10 juni 1614 R.A. Meeden (fol. 50v) - Tammo Tijddinga bekande nach dem Sijbelo Reintz uth naberlicher leeffte friwillich vor siner naber Tammo Tijddinga vor de summa van 100 dal met de renten thom borgen hadde gestellet und ingelaten. Tammo stelt Sijbelo 2 deimetten landes int haelweer over de wateringe tot onderpand. Getuigen waren Tiapko Ipenss und Gehrt Hindrichss.
09 december 1614 Meeden R.A. (fol. 56-56v) - Sijbelo Reintz sampt Weija siner huissfr up de Meeden heeft vorkofft an Sibelo Tiackens tho Suidtbroeck unde Hommo Tiackenss tho Muntendam gebroederen de hellffte van vijffte half ackeren landes tho Muntendam gelegen alwaer Jan Gaerlander upt noorden, Hommo Tiackenss int suiden, uth dat oosten van de AE streckende int westen naberswetten gelijck, noch de helfft van 3 deimet min een verendeel meetlantz boven tonckellt welche van s: Reindt Sijbellss en s: Moeder Tiackenss anno 1583 den 1 Aprilis vor de summa van 200 emd gl vorsettet iss geweest. Alnoch vorkopen Sijbell Reindtz und Weija sampt Gehrt Hermanss unde Nanne tho samen an Sibelo Tiackenss und Hommo Tiackenss gebroederen anderhalf deimt landes gelegen in Suidtbroeckster marck an de Oost sijde van de E daer Wijmersmeede ant suiden, der kösterijen landt tho Suidbroeck mit de nije E ant nohrden unde ant westen geswettet, welcke s: Reindt Sijbellss und Moeder anno 1581 den 31 augusti an s: Tiacko Doedenss vor de summa van 70 emd gl vorsettet hebben. Welche anderhalf deimt sint vorwissellt dorch de erfge: van Tiacko Doedens an de erfge: van s: Ulcko Augustinus met der vorkoperen bewilligunge in ein kampken des gelegen bi de leetze van twallf deimet (is voldaan). Getuigen waren Garbrandt Hebelss en Tia Simens (Nanne doet handtastinge en Tia Simens tekent met een marck)
28 januarie 1616 Zuidbroek R.A.G. R.A. (182) - Sybel Reyndts en Wye versetten aan Tyede Symens en Martyen land te Zuidbroek over de Brugge.
25 october 1624 Meeden R.A.G. R.A.Vkk (fol. 159v)
Sijbelo Reijentz unde Weije (el.) hebben uth vaderlicke unde moederlike affectie gegeven an horen L: soene Haijo Sijbelens die gerechte helffte van den hert landes sampt die gerechte helffte van de luttie venne so nu tegenwoordich van hore beide soenen Reijent unde Haijo Sijbelens bewoent wort, streckende ten noerden beth an die E ten suiden nabuirlanden gelick, ten osten die vicarie, ten westen Detert Elsens die naste swetten sint. Swetten van die luttie venne sint ten noerden die upgeß E, ten suiden die olde wech, ten westen Harmen Eltiens, ten osten die upgess herdt landes, ter waarde van 1533 Emd gl achtehalff st. De ouders vullen dit bedrag aan tot 2000 emd gl (had broer Reijnt tot boedel mee gekregen). Getuigen waren Bernhardus Edens unde Wibbo Alting.
22 juni 1627 h.c. Westerlee
Homerus Wigboldi, pastor op de Meeden, zoon van Wigboldus Homeri, pastor te Midwolda en Anna, x Bauwe Sibolts, dochter van Sibelt Reynds, kerkvoogd te Meeden, en Wye;
bij brg: de ouders en Menno Hindricks,
bij bruid: Ritze Abels bestevader (tekent zelf niet meer in zijn hoge ende loflike older), Reynt Sibelts broer, Haye Sibelts broer, Udo Nantkens en Syben (doorgehaald: Eiso Remmerts en Moeder) zwagers en zusters.
6 januari 1629 Meeden R.A G. R.A. (fol. 208v-209v)
Sijbelo Reindts ende Weje versetten an Johan Jacobs ende Ave haer huis ende schure gelijc het tot desen van haer bewoent ende gepossideret is wtgenommen het binnenhuis met ooc het bovenste suider half van de schure welke Sijbelo ende Wije voor haer afbescheiden. Eedoch dat Johan Jacobs de koeken mede orbaerlijc sal moghen bewoenen sonder eenuge eigendoem daer an te hebben, mitzdien dat hie deselvige in allen gestalt sal weder leveren gelijc sie nu entfanget. Dese behuisinge beloven versetters opgemelt over te leveren an Johan Jacobs op ancompstige Meij 1629 dackdicht ende wanddicht ofte dat met believent van beiderzijdts partijen Johan Jacobs sovele steen pannen, dack hijrtoe sal moghen leveren dat de wanden goet ende wel gemaect, item het huis decket, vorstet, verhemmelt tot dat het bequam is omme daerinne te wonen, ooc een caemer in het dorschhuis laten afmaken daerin hie met sijn familia daeghelijx mach woenen ende de melkencamer laten vermaken dat sie dienstlijc is om de melck daerin te bewaren van welcke timmeragie des nabenoembde materialen alse steen pannen, holdt, iserwerk sullen ordentlijc opgestelt ende bij afvarent van dese plaetse na.. de opstellinge op gelijke tijden als se gecoft zijn erleggen ende betaelt worden niet averst de dachhuren ende andere requisita daer toe gaende welke niet soelen betaelt worden, hijr toe sal Johan Jacobs geneten de vruchten van het hoff an de oostzijdt het huis, so verre als het achterhuis strecket sonder de eigendoem van de gront ende boute. Ende sal ooc moghen een moes tune afgraven ende gebruicken an Merten Ebels zijdt van de boute op dese boven beschreven huisingen voor 1900 emd gl. Hijrtoe verhuiren Sijbelo ende Weje opgemelt Johan Jacobs ende Ave haer herdt landes op ende wt tusschen twe sloten gelegen streckende wt het noorden van de Ehe int suiden nabuir landen gelijc, wtgenommen 3 acker vehn boute boven het huis an de westzijdt welke Sijbelo ende Wije voor sick afbescheden mitz ooc, dat sie in dese herdt sullen laten lopen twe swijntjes ende twe kalvers voor de hure van 200 emd gl jaerlijx op Michael te voldoen voor 9 jaren. Bovendien sal Johan Jacobs tot sijn profijt inboeren de hure van twe huisplaetzen ende tunen alse op dese herdt afbruicket worden. Ooc buiten in de clei een deimat brecken daer het bequaem is ende so vele torf graven op het westervehn daer het hem sal wesen worden ofte accordeert alse tot huises nootdruft sal emplojeert worden. Itim sal ooc inganck en uitganck toegestaen worden tusschen huis ende schure voor beiden partijen onbespeerlijc. Ooc sal Sijbelo ende Wije vrijstaen haer vaert te hebben van de kolde wegh tot het huis om haer hoij daer langhs te voeren ofte wat sie hebben moghen. Insgelijken sal Johan Jacobs bij verlatinge van dit gebruick alles so boven als buiten met rogge besaijen wtgenommen vier acker de nu boven het huis onbesaijt liggen bleven. Getuigen waren Gerdt Hindercks en Udo Nanckens en ook ondertekent door Reindt ende Haijo Sijbels.
21 mei 1631 (fol. 254-255)Weje Sijbels neffens die samptlijke arfgenamen van zal. Sijbelo Reindts alse Reindt ende Haijo Sijbels, Udo Nanckens ende Sijben sijn huisfrouw, Eiso Janssens ende Moeder sijn huisfrouw, itim Homerus Wigboldi pastor op de Meeden en Baewe sijn huisfrouw hebben een arfscheiding gemaakt van alsodane goederen, landerijen, tilbare goederen, alse van zal. Sijbelo Reindts ende Weje ehelieden sint gepossideert ende van Sijbelo op sijne kinderen verarvet. Tom eersten angaende de landerijen sint gedeelt in maniere als volget eerstlijc de herdt daerop de behuisinge is staende groot 11 ackeren, streckende ten noorden an de Muntendamster Ehe, ten suiden int veen nabuirlanden gelijc, Eenje Mertens als bruker ten oosten, Sijpke Eggens alsse meijer ende d'herenmede ten westen naest beswettet, wort in twe gelijke delen gedeelt daer van d'arfgenamen de gerechte helfte te weten sestehalf acker in eigendoem solen hebben to geneten d'ander helfte haer moeder Weje ingelijkes egendoemlijc, mede verstaen de gerechticheit, so op de behuisinge de nu Johan Jacobs tegenwoordich gebruicket beide partijen voor de helft. t Welke ooc verstaen wordt van het gebruck van de drie boven ackeren boute so duslange van Moder sint gebruiket. Hier ook beide partijen voor de helft gerechtigt. Toe anderen wort noch gedeelt een stuck landes, de bottervenne genoemt, daer de watringe ten noorden, Ouwo Rinnolts ten oosten, de pastorije gare ten suiden, Harmen Hindricks ten westen naest beswettet, van welke botter venne, haer moeder Weje de gerechte helfte sal geneten, so van egen alse kercken alse noemptlijc t samen 3 deimat ongeverlijc, de bovengess arfge: de ander helfte dus so wel van kerken alse egen. Noch een kampe landes daervan de olde wegh ten noorden, ten oosten ende ten suiden het meedmer kercken landt, dat nu van Sijpko Eggens gebruiket wordt ende ten westen Harmen Hindrix de naeste swetten ooc de arfgenamen de gerechte helfte ende haer moeder d'ander helfte egendoemlijc sal geneten ende beholden met noch 3 ackeren westert gelegen, streckende ten noorden an de olde wegh, ten suiden an de boven wegh Albart Albarts ten oosten, Johan Jaspers als bruker ten westen naest beswettet daer nu Gerrijdt Janss op woent, waervan ooc d'arfge: de gerechte helfte ende haer moeder insgelijken d'ander helfte eigendoemlijc sal genieten. Noch bet 3 ackeren veen streckende ten noorden an het armen heem, so Wildrik Jacobs bruket, ten suiden int veen nabuirlanden gelijc, daer Berent Cuper ten oosten, Johan Jaspers ten westen, de naeste swetten binnen waervan de arfge: de gerechte helfte ende ooc haer moeder insgelijken de ander helfte sal geneten. Widers ingewilliget ende veraccordeert dat Wejie haer moeder sal tot haer wille in eigendoem beholden het binnen huis met het helft van de schure, itim het hoff gelijc moder duslange bewoenet heft. Hijrtegens soelen de arfgenamen in eigendoem geneten sekere achte deimat landes so Eiso Jans te sette heeft gelegen bij d'ooszijde van de bregge, daer kosters kampe ten noorden, Dode Fockes ende Tammo Wijpkens ten oosten, Alle Tiackes, Meijnart Gerdts, Aijelko Febens ten suiden, Focko Jemmes ten westen naest beswettet met met wer lane sint streckende an de olde wegh, Meijnart Gerdts als meijer ten oosten, Aijelko Febens ten westen van dese lane naest beswettet, mitz dar voorss arfge de setpennighen wederom solen erleggen. Vernars sal de moeder Weje genieten 6 koejen so nu tegenwoordich bevonden worden. Hijrtegens d'arfge: de rogge ende haver so nu op de 3 boven ackers is staende met ooc een enter ende 2 calvers. Angaende d'ander tilbaer goederen sal haer moeder eerstlijc geneten all het linnen ende tinnen, met 4 koperen potten, een vier panne, een klene ketell. Hijrtegens d'arfge 2 grote ketels ende 2 koperen potten. Bovendien sal moeder geneten 2 van de beste bedden, oppens.
waertegns de kinderen 2 de minste bedden geneten solen. Het holtwaerk beneffens d'andere goederen daervan in dese scheidinge geen mentie gemaekt is soelen ooc in gelijke deel gescheet ende gedeelt worden, een jegelijc daervan de gerechte helfte genetende. Entlijc nemen an d'arfge 2 hantschriften van Gerrijdt Janse een van 60 emd gl 18 gron st, eene van 53 emd gl voor welke hantschriften se arge beloven te betalen de schulde bij Lambert Hindrix.
van 1613 to 1631 bezit Sijbelo de boerderij aan Hereweg 77 in Meeden (BWO 225).
26-1-1632 Vcc erf genamen zal.Sibele Reijndts en Wije met alle 5 kinderen.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.