Hij is getrouwd met Alverade van Hochstaden.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1100, hij was toen 30 jaar oud.
Kind(eren):
Hendrik I Van CUIJK, geb. ca. 1060, ovl. 1108, van beroep leenheer van Cuijk. Burggraaf van Utrecht en Cuijk. Evenals zijn vader voerde Hendrik I oorlog tegen de graven van Holland en Zeeland. Hendrik I liet drie zonen en een dochter achter. Zijn oudste zoon volgde hem als Herman II op in het land van Cuijk, de tweede zoon, Godfried, getrouwd met de oudste dochter van Frederik van Arnsberg, werd later graaf van Arnsberg (gelegen in Westfalen aan de Ruhr), de derde zoon, Andreas, werd bisschop van Utrecht, en zijn dochter, Aleide, huwde met Arnold, heer van Rothem (Rossem, in Westfalen). Deze Arnold liet bij zijn dood slechts een dochter achter, Helwig, over wie Herman II van Cuijk voogd werd. Floris, bijgenaamd de Zwart, een broer van graaf Dirk VI van Holland en van moederszijde een neef van keizer Lotharius wenste de schone en rijke Helwig tot echtgenote. Ondanks de smeekbeden van de Rothemse edelen, die Floris de Zwarte graag als hun heer wilden huldigen, weigerde Herman II,gesteund door zijn broers Godfried en Andreas zijn toestemming tot dit huwelijk te geven. Vertrouwend op zijn leenmannen en zijn bloedverwantschap met de keizer, greep Floris naar de wapenen en viel rovend en plunderend het gebied van bisschop Andreas binnen. Deze zag zich genoodzaakt uit Utrecht te vluchten. Herman II en Godfried trokken daarop te velden naar Utrecht, waar Floris zich gevestigd had en van waaruit hij zijn krijgs- en plundertochten organiseerde. Bij Abstede, in de buurt van de Bisschopsstad gekomen, ontmoetten zij Floris, die op jacht was gegaan. Na een gevecht op leven en dood, slaagden zijn achtervolgers er in hem te doden (1132). De Duitse keizer Lotharius deed hierop de heren van Cuijk en Arensberg in de rijksban en verklaarde hen van hun rechten op hun heerlijkheden vervallen. Vervolgens liet hij het land van Arensberg verwoesten en Godfried eruit verdrijven. Dirk VI, de broer van Floris verklaarde de oorlog aan Herman en deed een inval in het land van Cuijk waarhij alles verwoestte: kerk huizen noch inwoners werden gespaard: het slot der heren van Cuijk werd tot de laatste steen gesloopt en Herman uit zijn land verdreven. De drie broers zwierven een tijdlang als ballingen buiten de grenzen van hun land rond tot de plotselinge dood van Lotharius in 1137 maakte een einde aan de rampen van Cuijk. Zijn opvolger Koenraad III liet Andreas, die zich voor zijn verheffing tot Keizer waarschijnlijk zeer verdienstelijk had gemaakt, als bisschop van Utrecht terugkeren: Herman van Cuijk kwam eveneens weer in het bezit van zijn landen en verzoende zich door bemiddeling van Andreas met de graaf van Holland, onder belofte, dat hij de reeds in 1128 door hem gestichte abdij van Mariënweerd rijkelijk zou begiftigen, opdat de kloosterlingen daar iedere dag ook voor de zielenrust van Floris de Zwarte zouden bidden. Bovendien zou Herman het land van Cuijk voortaan als een leenheerlijkheid van de graaf van Holland besturen. Hij trouwde met Alverade Van HOCHSTADEN.
Hendrik I van Cuijk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1100 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alverade van Hochstaden |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.