Stamboom Jan Bakker » Hendrik de Vogelaar (± 876-936)

Persoonlijke gegevens Hendrik de Vogelaar 

Bron 1
    Heinrich von Sachsen
  • Hij is geboren rond 876.
  • (deceased) .
  • Hij is overleden op 2 juli 936 in Memleben, Germany.
  • Hij is begraven na 2 juli 936 in Quedlinburg Stiftskirche, Quedlinburg, Landkreis Harz, Saxony-Anhalt, Germa.
    Hendrik werd begraven in de abdij van Quedlinburg, die was gesticht door Mathilde.
  • Een kind van Otto von Sachsen en Hedwich von Badenberg
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 14 februari 2017.

Gezin van Hendrik de Vogelaar

Hij is getrouwd met Mathilde von Ringelheim von Westfalen.

Zij zijn getrouwd op 19 september 909.


Kind(eren):

  1. Hedwig von Sachsen  ± 920-965 


Notities over Hendrik de Vogelaar

Hendrik I de Vogelaar (Duits: Heinrich der Vogler/der Finkler, Latijn: Henricius Auceps) (rond 876 - Memleben, 2 juli 936) was vanaf 912 hertog vanSaksen en vanaf 919 tot zijn dood koning van Duitsland. Hij was de grondlegger van de Ottoonse dynastie van Saksische koningen en keizers. Hij wordtalgemeen gezien als de stichter en de eerste koning van de middeleeuwse Duitse staat, die voordien bekendstond als het Oost-Frankenrijk. Als ferventjager verkreeg hij de bijnaam "de Vogelaar",[1] naar men zegt omdat hij net zijn vogelnetten aan het repareren was toen hij de boodschap ontving dathij tot koning was gekozen.

Hendrik was een zoon van de Saksische hertog Otto I en diens vrouw Hedwig van Babenberg, de dochter van Hendrik van Babenberg en (mogelijk van) Ingeltrudevan Friuli. Via deze laatste was hij mogelijk een achter-achter-achterkleinzoon van Karel de Grote. Via zijn vaders kant is dat zeker. Otto I wasnamelijk, via Oda Billung (820-913), een kleinzoon van Aeda Pepijnsdochter van Italië (798-855). Zij was de dochter van Pepijn (777-810) (Karloman,koning van Italië), de zoon van Karel de Grote (748-814).

Hendriks grootvader Liudolf van Saksen wordt als comes (graaf) meerdere keren in de bronnen genoemd. Hij had als zodanig de taak de koninklijke rechtenin een bepaalde gouw (een graafschap), een comitatus uit te oefenen.[3] De landgoederen van de Liudolfingen lagen op de westelijke uitlopers van deHarz in Leine en Nette met Gandersheim, Brunshausen, Grone en mogelijk Dahlum en Ahnhausen.[4] Deze rijkdom dankte het geslacht voor een groot deelaan zijn nauwe band met het Karolingische koningen van het Oost-Frankische Rijk. Deze band was ontstaan doordat de voorouders van Liudolfs in de Saksenoorlogenvan Karel de Grote partij hadden gekozen voor de Frankische, Karolingische kant. De belangrijkste plaatsen van hun heerschappij en de centra van hunfamiliale Memoria vormde de abdij voor vrouwelijke religieuzen, die eerst in Brunshausen, maar vanaf 881 in het nabijgelegen sticht Gandersheim gevestigdwas. Van de nauwe relatie van de Liudolfingen met het sticht Gandersheim getuigen tal van schenkingen en stichtingen.

Hendrik de Vogelaar huwde twee keer. In 906 huwde hij voor de eerste keer met Hatheburg, dochter van Erwin, graaf van Merseburg. Drie jaar later, nade geboorte van een zoon, Thankmar, werd dit huwelijk ontbonden, het huwelijk werd ongeldig verklaard.
Op 19 september 909 huwde hij Mathilde van Ringelheim, een dochter van Diederik, graaf van Westfalen en Reginhilde. Hun kinderen waren:

Otto I, de latere koning en keizer van het Heilige Roomse Rijk;
Bruno de Grote, de latere aartsbisschop van Keulen;
Hendrik, de latere hertog van Beieren;
Gerberga, de latere vrouw van onder andere Lodewijk IV van Frankrijk
Hedwig, de moeder van Hugo Capet, de stichter van het Franse koningshuis van de Capetingen.
Hendrik werd begraven in de abdij van Quedlinburg, die was gesticht door Mathilde.

Na de dood van zijn vader in 912 volgde hij hem op als hertog van Saksen. Hij kwam direct in conflict met koning Koenraad I die weigerde hem in allefuncties van zijn vader te bevestigen, terwijl Hendrik op zijn beurt weigerde om Koenraad als koning te erkennen. Het conflict concentreerde zichin Thüringen. In 915 versloeg Hendrik Eberhard, de broer van Koenraad, bij Marsberg en viel het hertogdom Franken binnen. Later dat jaar wisten Hendriken Koenraad een vrede te sluiten in Göttingen.

Koenraad wees op zijn sterfbed (eind 918) Hendrik aan als zijn opvolger. In mei 919 werd hij in Fritzlar door de edellieden van Frankenland en Saksenals koning gekozen. De twee andere machtige hertogdommen, Zwaben en Beieren, erkenden hem echter niet als koning: Beierse en Oost-Frankische edelliedenverkozen Arnulf, hertog van Beieren, tot koning. Arnulf was een stiefzoon van Koenraad en een verwant van de vroegere koning Arnulf van Karinthië.Na enkele veldtochten dwong Hendrik de hertog van Zwaben in 919 aan hem trouw te zweren. Na een inval van Hendrik in Beieren gaf ook Arnulf in 921de aanspraak op de Duitse troon op. Hendrik behandelde zijn hertogen met veel respect en gaf ze een grote mate van autonomie, en gedroeg zich alsniet meer dan de eerste onder zijn gelijken. Hierdoor wist hij opstanden te voorkomen.

Tegen de invallen van de Magyaren in 924 en 926 stond Hendrik in eerste instantie machteloos. Door een gelukkig toeval slaagde men er in 926 echterin om een klaarblijkelijk belangrijke Magyaarse vorst gevangen te nemen. De Magyaren waren tenminste bereid om in ruil voor de vrijlating van dezeprins een negenjarige wapenstilstand te sluiten. Tijdens deze periode moest het Oost-Frankische Rijk echter wel zware schattingen (tribuut) aan deMagyaren betalen. Op de Wormse hofdag van 926 werden in november 926 maatregelen getroffen om zich in de toekomst beter tegen de Magyaren te kunnenverdedigen. Men wilde de militaire confrontatie na het verstrijken van de wapenstilstand aankunnen. Widukind van Corveys weergave van dit besluitwordt door een hele reeks van getuigenissen in de geschiedschrijving, in oorkonden en in wonderberichten geschraagd. Dit getuigt ervan dat deze maatregelenin het gehele Oost-Frankische rijk werden doorgevoerd.

De activiteiten van Hendrik en de vorsten zijn tot een in de abdij van Hersfeld bewaarde decretum terug te voeren. De bescherming van de mensen tegenverrassingsaanvallen moest - volgens Carl Erdmanns onderzoeksbijdrage[5] - door een zogenaamde "Burgenordnung" worden gewaarborgd. Bij deze 10e-eeuwseburchten ging het om zogenaamde "ringwallen" die een gebied van tot 15 hectare omheinden.[6] Deze burchten zouden met name in de kwetsbaarste grensgebiedenzijn gebouwd. Deze zogenaamde "Hendrik-kastelen", die - op bevel van de "Burgenordnung" - speciaal nieuw gebouwd zouden zijn, zijn echter niet aantoonbaar [7]

Tijdens de jaren van de vredesakkoord met de Magyaren leidde Hendrik zijn leger in verschillende veldtochten tegen de Slaven. De intensivering vande militaire acties tegen de Slaven stond volgens Widukind in samenhang met de toekomstige gevechten tegen de Magyaren.[8] De verhouding van de Slaventot de Saksen werd gekenmerkt door wederzijdse wraak- en plundertochten. Van de Saksen zijn geen inspanningen overgeleverd dat zij hebben geprobeerdom de heidense Slavische stammen in het Oost-Frankische Rijk op te nemen en tot het Christelijk geloof te dwingen.[9] Als eerste viel Hendrik de Hevelliaan. Zij leefden nabij het huidige Brandenburg an der Havel. Het militaire bedrijf werd met een wintercampagne in 928/9 en de verovering van de hoofdstadBrennaborg/Brandenburg. Aansluitend viel Hendrik de Daleminzi aan. De Daleminzi leefden in de buurt van het huidige Meißen. Bij de verovering vanhun hoofdplaatsen werden alle volwassenen vermoord en de kinderen tot slaaf gemaakt. Hendriks uitgesproken hardheid tegenover vreemdelingen (extraneï)wordt door Widukind gecontrasteerd met de mildheid waarmee hij inwendige rebellen bejegende.[10] Misschien moest het land van de Daleminzi als potentiëlebasis voor de Magyaren tegen de Saksen vooraf worden verzwakt.[11] Hendrik zou het hierbij om de bescherming van zijn eigen landbezeit in Merseburgzijn gegaan.[12] In aansluiting hierop trok Hendrik met ondersteuning van de Beierse hertog Arnulf naar Bohemen op. Hertog Wenceslaus, die zich opPraag had teruggetrokken, onderwierp zich zonder veel weerstand te bieden en verplichtte zich tot regelmatige tribuutbetalingen. Wenceslaus werd op28 september 935 door zijn broer Boleslav vermoord. Hendriks zoon Otto de Grote slaagde er in de zomer van 950 in op Boleslav tot onderwerping enverplichte Boheemse deelname aan veldtochten van het Oost-Frankische leger te dwingen.

Hendriks militaire acties brachten de Abodriten, Wilzen, Hevelli, Daleminzi, Bohemen en Redariërs in een tribuutplichtige afhankelijkheid. In reactieop deze oorlogszuchtige aanvallen van de Saksen, reageerden de Slaven met een vergeldingsactie, waarin zij de burcht Walsleben aanvielen en alle bewonersvan deze burcht doodden. Als reactie hierop volgde een militaire campagne tegen de Slaven. Op 4 september 929 wist een leger onder leiding van deSaksische graven Bernhard en Thietmar in de slag bij Lenzen de Redariërs een grote nederlaag toe te brengen. Alle gevangenen werden gedood. In hetjaar 932 werden de Lausitzer en de Milzenen en in 934 de Ukranen tribuutplichtig gemaakt.

Zwaben[bewerken]
Volgens Widukind van Corvey begon Hendrik de Vogelaar direct na zijn uitverkiezing tot koning een veldtocht tegen Burchard II van Zwaben. Hoewel Hendrikin 919 weinig had kunnen uitrichten tegen een Hongaarse invasie, lijkt Burchard zich zonder weerstand te hebben geboden nog in hetzelfde jaar "metal zijn kastelen en zijn gehele volk" [13] aan de nieuwe koning te hebben overgegeven. Hierbij kan een rol hebben gespeeld dat Burchard slechts tweejaar eerder, in 917, de hertogelijke positie veroverd had en dat hij binnen de Zwabische adel zeker nog niet onomstreden was. Bovendien was Burchardin confrontaties met koning Rudolf II van Bourgondië verwikkeld. Burchard werd nu een vazal van Hendrik. Hendrik stelde zich met deze vazallenstatusvan de Zwabische hertog tevreden en zag af van directe machtsuitoefening in Zwaben. Hij liet Burchard de controle over de schatkist en liet hem dekoninklijke rechten over de Rijkskerken. Een deel van de soevereiniteit over de kerken ging echter over op Hendrik.[14] Eind november 920 was Burkhardreeds aanwezig op een hofdag van Hendrik in het Hessische Seelheim. Tot Burchards dood heeft Hendrik Zwaben niet meer betreden.[15] Na de dood vanBurchard II in 926 stelde Hendrik met de Konradijn Herman I van Zwaben een buitenstaander als hertog van Zwaben aan. Hij passeerde de nog minderjarigezoon van Burchard, de latere hertog Burchard III van Zwaben. De nieuwe hertog Herman was zonder eigen hausmacht bij het uitoefenen van zijn machtveel afhankelijker van Hendrik. Hierdoor was Hendrik in staat om de macht over de Zwabische kerken aan zich te trekken.[16]

Beieren[bewerken]
Het was voor Hendrik moeilijker om de erkenning van zijn koningschap door Arnulf I van Beieren te verkrijgen. Arnulf oefende sinds 918 de facto eensoort koninklijke macht in Beieren uit. De observatie van de zogenaamde Fragmentum Arnulfo de duce dat Hendrik een land had aangevallen waar geenvan zijn voorouders ook maar een snipper land bezat[17] verduidelijkt, hoe vreemd het moet hebben geleken, om de Saks Hendrik de Vogelaar als Oost-Frankischeheerser te accepteren. De volgorde van de gebeurtenissen, die tot een modus vivendi tussen Arnulf en Hendrik hebben geleid, is alleen fragmentarischbewaard gebleven. Waarschijnlijk was Arnulf pas na een tweede veldtocht bereid om Hendriks koningschap te erkennen. Hoe dan ook, Arnulf opende depoorten van Regensburg, reed uit om Hendrik eer te bewijzen en onderwierp zich aan hem. Voortaan werd hij "vriend van de koning" genoemd. Hendrikliet Arnulf het recht om de Beierse bisschoppen te benoemen.[18] alsook de schatkist en de grote palts Regensburg. Als zijn oorkonden betrouwbaarzijn heeft Hendrik nooit landgoederen in Beieren bezeten. Als hertog van Beieren legitimeerde Arnulf van Beieren zijn macht op de genade van God enbenadrukte hij daardoor zijn koninklijke positie [19] In de tijd daarna nam hij eenmaal aan een rijksdag deel en trad hij vier keer als interveniëntop in oorkonden van Hendrik.[20] Hij ondersteunde Hendrik echter in zijn militaire campagnes tegen Bohemen en Hongarije. Hendrik heeft hem in eenoorkonde een keer als fidelis et dilectus dux noster ("onze trouwe en geliefde hertog") betiteld.[21]

Ingrijpen in Lotharingen[bewerken]
In Lotharingen was Hendrik in eerste instantie niet van plan om de West-Frankische Karolinger Karel III de Eenvoudige zijn koninkrijk afhandig te maken.Door interne Lotharingse partijstrijd kreeg Hendrik echter de gelegenheid om de bestaande machtsconstellaties naar zijn hand te zetten. Op 7 november921 had Hendrik aan de Rijn een vriendschapsverdrag met Karel de Eenvoudige gesloten (pactum unanimitatis societatis et amicitia). In dit verdragvan Bonn werd de wederzijdse erkenning van de respectievelijke koningsmacht en de territoriale status quo vastgelegd. In 922 veranderde de situatiezich door de verheffing van hertog Roberts van Francië tot tegenkoning. Het hertogdom Lotharingen bevond zich nu in een machtsvacuüm. Dit gaf Hendrikde gelegenheid om Lotharingen aan zich te trekken. Begin 923 werd ook met Robert een amicitia gesloten.

De heilige lans in de keizerlijke schatkamer van Wenen
Met dit vriendschapsverdrag schond Hendrik het eerste verdrag, want Robert was de vijand van zijn vriend Karel. Op 15 juni 923 overviel Karel de Eenvoudigezijn rivaal Robert van Francië in een legerkamp bij Soissons. Hoewel Robert hierbij om het leven kwam, verloor Karel de Eenvoudige toch het gevecht.Karel werd gevangengenomen en in Roberts plaats werd Rudolf van Bourgondië in 923 tot tegenkoning gekozen. De onrust in het West-Frankische rijk,de dood van Robert, de uitschakeling van Karel en de verkiezing van Rudolf tot tegenkoning had een enorme impact op de Lotharingse machtsconstellatie.Na meerdere veldtochten van Hendrik erkende de belangrijke Lotharingse rijksgrote Giselbert II van de Maasgouw in 924 zijn heerschappij over dit gebied.Aan het eind van 925 werd zijn heerschappij ook door alle andere groten van Lotharingen erkend. Vanuit later perspectief werd Lotharingen op dat momenthet vijfde hertogdom van het Oost-Frankische rijk. Dit proces werd in 928/29 afgesloten door het huwelijk van Hendriks dochter Gerberga met Giselberten diens erkenning als hertog van Lotharingen (dux).

In zijn politiek ten aanzien van het eveneens in Karolingische tradities staande westelijke buurkoninkrijk hechtte Hendrik grote waarde aan het verwervenvan belangrijke relikwieën, waarvan de overdracht met name ten dienste stond van de spirituele opwaardering van de toekomstige abdij van Quedlinburg.[22]Hendrik deed zijn uiterste best om de Heilige Lans, het symbool van de macht van de koning van Italië, te verkrijgen, omdat deze als een Christusrelikwiewerd gezien. Tegenover Rudolf II van Bourgondië zou Hendrik de Vogelaar zelfs met oorlog hebben gedreigd in een poging om de Heilige Lans te verkrijgen.[23].Recent onderzoek houdt het voor waarschijnlijk dat Rudolf II van Bourgondië de heilige lans bij een in oorkonden vastgelegde aanwezigheid op de rijksdagvan Worms in 929 heeft overgedragen.[24] In ruil zou Rudolf de stad Bazel hebben verkregen.

Tijdens de bestuurscrisis van de West-Frankische Karolingers zond Karel de Eenvoudige een oproep voor hulp aan Hendrik en bood hem als tegenprestatiede hand van de heilige Dionysius aan. Van de Lorreinse abt van de Servatiusabdij eiste Hendrik de overblijfselen van de heilige Servatius, maar hijverkreeg alleen diens Stola en staf (thans in de Sint-Servaaskerk in Quedlinburg). De translatie van de heiligenrelieken naar Saksen en het Oost-FrankischeRijk was reeds in de Karolingische tijd begonnen; maar het tempo werd door Hendrik de Vogelaar aanzienlijk opgevoerd.[25]

Opvolging[bewerken]
In 929 wees Hendrik in aanwezigheid van de rijksgroten en zijn vrouw, zijn zoon Otto aan als zijn opvolger.

Hernieuwde oorlog tegen de Magyaren[bewerken]
In de vroege jaren 930 vermeerdert zich het aantal vermeldingen van adellijke groepen in de gedenkboeken van grote kloosters, zoals de abdijen vanSankt Gallen, Reichenau, Remiremont of Fulda. De gebedsverbroederingen bevorderden het eenheidsgevoel en de neiging om de vrede te bewaren onder deadellijke families van het rijk. De tegelijkertijd ingevoerde intensivering van het de monastieke gebedsdienst gold echter ook als een morele voorbereidingop de oorlog [26] Na de jarenlange voorbereidingen weigerde Hendrik de Hongaarse gezanten waarschijnlijk in 932 hun jaarlijkse tribuut. Daarop verschenende Magyaren begin maart 933 aan de grenzen van Saksen en Thüringen. Hendrik had het begin van de strijd op de dag van de Heilige Longinus bepaald.Hij wilde blijkbaar de zegebrengende kracht van de recent verworven, en aan de heilige Longinus toegeschreven Heilige Lans in het middelpunt plaatsenvan het verzoek om goddelijke bijstand.[27]

Hendrik I in gevecht met de Magyaren (Sächsische Weltchronik, ca. 1270).
Op 15 maart 933 versloeg Hendriks leger de Magyaren in de slag bij Riade, een niet met zekerheid geïdentificeerde plaats, die waarschijnlijk aan derivier de Unstrut lag. Hendrik maakte optimaal gebruik van het landschap: moerassen beperkten de bewegingsvrijheid van de Hongaarse cavalerie (dienormaal snel aanviel en weer terugtrok) waardoor de zware cavalerie van Hendrik de gelegenheid kreeg een daadwerkelijk gevecht met ze aan te gaanen zij te verslaan. Aan deze slag zouden, zo denkt het merendeel van de onderzoekers, alle volkeren (gentes) hebben deelgenomen, die op dat momentdeel uitmaakten van de Oost-Frankische rijk; dat wil zeggen Beieren, Zwaben, Franken, Lotharingers, Saksen en Thüringers.[28] Volgens de kroniekschrijverFlodoard van Reims zouden tijdens deze slag 36.000 Magyaren het leven hebben gelaten. Dit aantal geldt in het onderzoek echter als weinig geloofwaardig.[29]

Vooral aan de hand van deze overwinning van Hendrik op het slagveld accentueerde Widukind de nabijheid van de koning tot God. Na deze overwinning zouhet leger Hendrik hebben geprezen als "vader des vaderlands en imperator".[30] Hendrik lijkt door deze overwinning bevestigd als de door God bekrachtigdeleider van het rijk en als beschermer van de Christenheid. De betekenis van deze overwinning wordt geïllustreerd door dankdiensten en de misschiendoor de door koning zelf verordende notitie op 15 maart in de liturgische manuscripten: "Koning Hendrik, die de Magyaren versloeg". De overwinningop de Magyaren liet Hendrik op een muurschildering in de troonzaal van de Merseburgerpalts vereeuwigen. Na Hendriks dood een paar jaar later vielMerseburg echter toe aan zijn zoon Hendrik I en werd bijgevolg met wandschildering en al aan de heerschappijrepresentatie onttrokken.

Pas na deze overwinning zou Hendrik op grote schaal buiten Saksen verblijven en hofdagen organiseren.

Laatste Jaren[bewerken]
Veldtocht tegen Denemarken[bewerken]
Door een aanval in 934 bracht Hendrik de Deense koning Knoet, die tot Haithabu, vlak bij het huidige Schleswig heerste, tot onderwerping. De Denenwerden gedwongen om tribuut te betalen en Knoet werd gedwongen om het Christelijk geloof aan te nemen.

Driekoningstreffen[bewerken]
In 935 vond in Ivois aan de Chiers. op de grens van het West- en Oost-Frankische Rijk een driekoningstreffen plaats. Hendrik hernieuwde en bekrachtigdezijn vriendschapsbanden met de Bourgondische koning Rudolf II van Bourgondië en de West-Frankische koning Rudolf I van Frankrijk.

Geplande tocht naar Rome[bewerken]
Tegen het einde van zijn leven zou Hendrik volgens Widukind een expeditie naar Rome hebben gepland, maar dit zou door ziekte niet zijn door gegaan.[31]

Overlijden[bewerken]
Tegen het einde van het jaar 935 kreeg Hendrik tijdens een jachtpartij in de Harz vermoedelijk een beroerte. Hij herstelde echter nog zozeer dat hijeen rijksdag kon beleggen. In de vroege zomer van 936 vond er in Erfurt overleg plaats over de toestand van het Rijk (de statu regni). Hendrik raaddede rijksgroten dringend aan om Otto als zijn opvolger te kiezen. Na deze aanbeveling van Otto als zijn opvolger bedacht Hendrik zijn overige zoonsmet land en kostbaarheden (praedia cum thesauris).[32] Vanuit Erfurt begaf Hendrik zich naar Memleben. Daar kreeg hij op 2 juli 936 een nieuwe beroerte,waaraan hij overleed.

Na zijn dood[bewerken]
Na zijn dood kwam zijn oudste zoon Thankmar in opstand tegen Otto I, die de koningstitel had gekregen. De opstand werd zonder veel moeite onderdrukt,waarbij Thankmar werd vermoord.

Later zou Hendrik een populaire figuur worden in de Duitse romantiek (stroming), en nog later in de periode van het nationaalsocialisme in kringenvan de SS.

Voetnoten[bewerken]
Omhoog ↑ Een vogelaar is iemand die op vogels jaagt.
Omhoog ↑ Mogelijk stamt deze anekdote uit de 12e eeuw.
Omhoog ↑ Wolfgang Giese: Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 42
Omhoog ↑ Matthias Becher: 'Die Liudolfinger. Aufstieg einer Familie in: Matthias Puhle (ed.): Otto der Große, Magdeburg und Europa. Deel 1, essays,Mainz, 2001, blz. 110-118, hier: blz. 112
Omhoog ↑ Carl Erdmann: Die Burgenordnung Heinrichs I. in: Deutsches Archiv für Erforschung des Mittelalters. deel 6, 1943, blz. 59-101
Omhoog ↑ Wolfgang Giese. Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 101
Omhoog ↑ Wolfgang Giese: Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 102
Omhoog ↑ Widukind, Sachsengeschichte I, 38.
Omhoog ↑ Gerd Althoff. Die Ottonen. Königsherrschaft ohne Staat 2e uitgebreide editie. Stuttgart o.a 2005, blz. 55
Omhoog ↑ Thomas Scharff. Der rächende Herrscher. Über den Umgang mit besiegten Feinden in der ottonischen Historiographie. In: FrühmittelalterlicheStudien'. deel 36, 2002, blz. 241-253, hier:. blz. 242e.v.
Omhoog ↑ Wolfgang Giese, Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 115
Omhoog ↑ Christian Luebke: Die Erweiterung des östlichen Horizonts: Der Eintritt der Slaven in die europäische Geschichte im 10. Jahrhundert. In:Bernd Schneidmüller/Stefan Weinfurter (ed.): Ottonische Neuanfänge. Mainz 2001, blz. 189-211, hier: blz. 119
Omhoog ↑ Widukind, Sachsengeschichte I, 27
Omhoog ↑ Wolfgang Giese: Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 71
Omhoog ↑ Wolfgang Giese: Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 72.
Omhoog ↑ Matthias Becher, Otto der Große. Kaiser und Reich. Eine Biographie., München, 2012, blz. 92
Omhoog ↑ Fragmentum Arnulfo de duce Bavariae. in: Philipp Jaffe (red.): Monumenta Germaniae Historica. I. Scriptores. deel 17, 1861, blz. 570
Omhoog ↑ Thietmar I, 26
Omhoog ↑ Matthias Becher: Otto der Große. Kaiser und Reich. Eine Biographie. München, 2012, blz. 86
Omhoog ↑ Wolfgang Giese: Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 78
Omhoog ↑ D H I 10, blz. 47; Wolfgang Giese. Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 78
Omhoog ↑ Jörg Oberste: Heilige und ihre Reliquien in der politischen Kultur der früheren Ottonenzeit. In: Frühmittelalterliche Studien. deel 37,2003, blz. 73-98, hier: blz. 84-85
Omhoog ↑ Liutprand, Antapodosis IV, 25
Omhoog ↑ Jörg Oberste: Heilige und ihre Reliquien in der politischen Kultur der früheren Ottonenzeit. in: Frühmittelalterliche Studien. deel 37,2003, blz. 73-98, hier: blz. 79.
Omhoog ↑ Jörg Oberste: Heilige und ihre Reliquien in der politischen Kultur der früheren Ottonenzeit. in: 'Frühmittelalterliche Studien. deel37, 2003, blz. 73-98, hier: blz. 97
Omhoog ↑ Wolfgang Giese. Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 111
Omhoog ↑ Ludger Körntgen Königsherrschaft und Gottes Gnade. Zu Kontext und Funktion sakraler Vorstellungen in Historiographie und Bildzeugnissender ottonisch-frühsalischen Zeit. Berlijn 2001, blz. 92
Omhoog ↑ Wolfgang Giese. Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 119.
Omhoog ↑ Flodoard van Reims, Annales ad 933; zie ook Wolfgang Giese: Heinrich I. Begründer der ottonischen Herrschaft. Darmstadt 2008, blz. 119,Johannes Laudage: Otto der Große (912–973). Eine Biographie. Regensburg 2001, blz. 90
Omhoog ↑ Widukind Sachsengeschichte I, blz. 39
Omhoog ↑ Widukind, Sachsengeschichte I, blz. 40.
Omhoog ↑ Widukind, Sachsengeschichte I, blz. 41.
Uitklappen

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Hendrik de Vogelaar?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Hendrik de Vogelaar

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Hendrik de Vogelaar


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

Bronnen

  1. Ceegra
    http://gw.geneanet.org/ceegraa?lang=nl&pz=cornelis+johannes+kees&nz=de+graaf&ocz=0&p=hendrik+i+de+vogelaar&n=van+saksen

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Over de familienaam De Vogelaar


De publicatie Stamboom Jan Bakker is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Jan Bakker, "Stamboom Jan Bakker", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/jan-bakker-stamboom/I4067.php : benaderd 19 mei 2024), "Hendrik de Vogelaar (± 876-936)".