Kind(eren):
Dit Geslacht droeg in oeroude tijden den naam van Dodinga of: Dotinga, welke naderhand, eerst tot Dotnia, en vervolgens tot Donia is vervormd geworden, en wel naar zekere Dodo (Doede) Dodinga (of: Dotinga), d: i: Doede doedes; S.à Wigara, Rerum Frisicarum Compendium (M.S), fol.69. Tot algemeen Stamvader nemen de Genealogisten echter Haringh Harinxma, die, volgens gemelden van wigara, uit gezegden Doede doedes was gesproten, en dien men dus eigentlijk Haringh Donia zou moeten noemen, vooral ook, omdat de naam van Harinxma, dien men ook wel, bij wijze van verkorting of zamentrekking, Haersma geschreven heft, eerst door zijne kinderen is aangenomen geworden.
Voor het overige was Rienck Bockema, met wiens dochter Agge Donia, de zoon van Haringh Harinxma, is getrouwd geweest, een zoon van Bocke Dodinga (Dothnia, o: Donia), gelijk van Wigara en v.A.v.C. vermelden, in 1300, Hoveling te Sneek en te oosterend. Allerwaarschijnlijkst was ook die Bocke uit veelgemelden Doede Doedes gesproten, en derhalve mag men gelooven, dat de twee hoogstaanzienlijke Geslachten, bockema en Harinxma, eenen gemeenschappelijken orsprong hebben gehad. Beide Familiën zijn in de mannelijke lijn uitgestorven, meent men altoos, doch de naam van die van Harinxma bloeit nog steeds voort in eenen tak der Hettingaas, en van de Harinxmaas thoe Heeg is nog ééne nakomelinge in wezen.
Uit dodo (of: Doede) Doedes zijn denkelijk almede afgestamd Sixtus Donia, die in de Friesche Kronijken op de jaren 931-938 vermeld wordt, en, volgens Ferwerda, van moeders zijde uit Friesch-koninklijk bloed was, en Tjaert Donia, de aanvoerder der Friezen, door wier moed en beleid vioornamelijk de stad Aken door den Roomsch-koning Willem II, Graaf van Holland, in het jaar 1247 veroverd werd; zie: Schotanus, fol.130.
Rienck Bockema zou in het Heilige Land vele heldendaden bedreven en, zegt men, drie malen den ridderslag ontfangen hebben; ook werden hem in zijn Wapenschild gegeven drie kroonen, welke naderhand zijn overgebracht in dat der stad Sneek, die hem tot Heerschap had aangenomen; anders schijnen drie bokskoppen het oude en echte Wapen der Familie Bockema geweest te zijn. De vrouw van Rienck, Both (of wellicht meer juist Hijlck) geheeten, was eene dochter van Focke (anderen schrijven: Feycke) Sickingha, van Goënga, en overl. 1386. Hij Rienck stichtte, in 1407, het Klooster (of: de Antdij) Thabor, in IJsbrechtumer-hemrik, onder de Parochie Tirns, op een hem toebehorend stuk lands, Thabor (of: Abort) geheeten, ging er in 1410 zelf, als Leekebroeder, in wonen, en werd, nadat hij, den 29 februarij 1436, was komen te overlijden, er ook in begraven.
Dart de Doniaas eenmaal groot gezag en macht in Doniawerstal moeten bezeten hebben, getuigt de naam-zelf dier Grietenij: rechtstoel van die van Donia. Ook bij het dorp Marsum heeft een Donia-Stins bestaan, naderhand in eene heerenhuizinge en buitenplaats varanderd, en nu geheel verdwenen. Maar de hoofdbezittingen der Doniaas, ten minste, die van twee hoofdtakken dezer Familie, waren te Oosterend en te Heeg gelegen, en haar oorspronkelijk wapen, t welk ook Haringh gevoerd heeft, was de leeuw van fabel op een veld van goud, oudtijds door eenen, gekroonden, helm, waaruit een leeuw van fabel ten halven lijve oprees, gedekt, en geen ander.
Wij hebben gezegd, dat de naam Harinxma ook wel tot Haersma verkort of zaâmgetrokken is geworden, doch men leide daar niet uit af, dat de Haersmaas van Buitenpost, gelijk men ze gewoonlijk noemt, eigentlijk ook Harinxmaas zijn, of uit de aloude adelijke Familie Donia zijn gesproten; veeleer schijnt het tegendeel te kunnen bewezen worden.
Harigh Donia (1) nu, Heerschap te Heeg, Potetaat van Westergoo, in 1381, overl. In 1398, die een zuster heeft gehad: IJmck, gehuwd, gelijk de meesten willen, aan Homme Hommema, - verwekte bij een zekere Jelck:
I. Aggo Donia,, zich genaamd hebbende: Harinxma, Hoveling en Olderman te Sneek,overl. 1422, trouwde, 1402, His Riencksd. Bockema, overl. 1412.
II. Douwe Donia (of: Harinxma), Hoveling te Heeg.
III. Epe Donia (of: Harinxma), Hoveling te Ijlst.
IV. Sierck Donia, Hoveling te oosterend.
V. Hotze Donia (of: Harinxma).
VI. IJmck Donia (of: Harinxma).
Bron: Stamboek van den Frieschen adel
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.