(Johann Hinrich)
(tussen 1762 en 1768)
(Halbmeister in Bant, Wilhelmshaven; tot 1811 knecht op de Abdeckerei bij Conradine Utters) en was in zijn woonplaats Bassum voor moord, uit noodweer gepleegd, in gevangenschap, en in 1792 uitgewezen
(EL)
's avonds
(1) Hij is getrouwd met Anna Margaretha Klippenberg.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
(2) Hij woont samen met Conradine Utters.
Zij zijn getrouwd
Zij wonen samen te Neuende, Wilhelmshaven, Niedersachsen, Duitsland.
Kind(eren):
Op 20 jan. 1801 werd de Nachrichterei van Verden aan de hoogst-biedende verkocht: Johann Hinrich Döring, uit Bassum, kocht de pacht voor zes jaar voor 31 Taler en 35 Groten. Maar spoedig merkte hij, dat de pachtsom niet in verhouding stond tot de opbrengst, want hij had niet de neveninkomsten, zoals de vorige pachters aan paardenhandel en kuren hadden. Hij had ook al 250 Taler geïnvesteerd en zijn huis in Bassum verkocht. De pacht ging naar 15 Taler per jaar en werd na drie jaar verlengd.
In 1809 duldde de magistraat de "softe" aanpak van Döring niet meer en ging de pacht op een meidag in 1810 over naar Johann Henrich Christian Kayser voor 25 Taler per jaar.
------------------------------------
Hermann Oltmanns, Soest
Tranckription eines Auszuges aus dem Kirchenbuch Neuende?/Bant?
1811
Nr. 16
Johann Heinrich Döring, Knecht bey
der Adeckerin Conradini Ulfers in Bant, starb
am 15ten December u. ward am 19ten December
des Abends von armenwegen begraben. Nach der Aus=
sage vin Conradine Ulfers war er 48 Jahre alt,
aus Verden gebürtig, (wo er Scharfrichter gewesen
sein soll) u. hatte 5 eheliche Kinder. Er hatte
sich seit ungefähr zwey Jahren hier als Knecht
bey der Conradine Ulfers aufgeahlten, u. war
in seiner Heimath, wegen eines (wie er behauptete
aus Nothwehr verübten) Mordes in Inquisition 1)
gewesen. Er bekannte sich als Vater des am 11ten
April dieses Jahres von der Conradine Ulfers
gebohrenen Knaben.
1) = Untersuchungshaft
/16. Johann Heinrich Döring, Knecht bei/
/der Abdeckerin Conradine Utters in Bant, starb/
/den 15. December, und ward am 19. December/
/des Abends von Armenwegen begraben. Nach der Aus/
/sage der Conradine Utters war er 48 Jahre alt,/
/aus Verden gebürtig (wo er Scharfrichter gewesen/
/sein soll), er hatte 5 eheliche Kinder. Er hatte/
/sich seit ungefähr zwei Jahren hier als Knecht/
/bei der Conradine Utters aufgehalten, und war/
/in seiner Heimat wegen eines wie er behauptete/
/aus Notwehr verübten Mordes in Inquisition/
/gewesen. Er bekannte sich als Vater des am 10. April/
/diesen Jahres von der Conradine Utters geborenen Knaben/
(transcriptie Walter Fleischauer)
"16. Johann Heinrich Döring, Knecht bey der .... Conradine Ulfers, in Bant (?) starb am 15ten December und ward den 19ten December des Abends.... begraben. Nach der Aussage der Conradine Ulfers war er (43?) Jahre alt, aus Baden (Barder, Werder?) gebuertig (wo er (Scharfrichter?) gewesen sein soll). Er hatte 5 eheliche Kinder.
Er solle seit .... zwey Jahren hier als Knecht bey der Conradine ...... aufgehalten, u. war in seiner Heimath wegen eines (.......... aus Notwehr veruebten) Mordes in Inquisition gewesen.
Er bekannte sich als Vater des am 10. April dieses Jahres von der Conradine Ulfers geborenen Knaben."
(transcriptie Matthias Steinke)
*Von den drei Transkriptionen der Sterbeeintragung des Johann Heinrich Döring aus dem Kirchenbuch Neuende ist die von Herrn Fleischauer die zutreffendste.
Dr. Gisela Wilbertz
Johann Hinrich Joseph Döring | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conradine Utters |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.