Hij is getrouwd met Titia Helena van Maurik,.
Zij zijn getrouwd op 3 juni 1931 te 's-Gravenhage , hij was toen 36 jaar oud.Bron 1
Kapitein I.H. Bolman onderscheidde zich bij de gevechten op 10 mei 1940 bij Ypenburg door het verzekeren van steun van zware mitrailleurs aan de voorste troepen, door zijn voorbeeld en ingrijpen en door het geven van leiding aan de verovering van de sterk verdedigde Johannahoeve, waarbij hij op eigen initiatief het commando over de troep op zich nam. Verder wist hij op 14 mei, onder zwaar vijandelijk vuur, de verbinding te onderhouden tussen het Stafkwartier van de 1e Divisie en devoorste afdelingen en daarbij tot in de voorste lijn aanmoedigingen te geven.
Na de capitulatie van Nederland sloot hij zich aan bij de illegale Orde Dienst (OD). Bij K.B 6. d.d. 09-05-1946 werd hem het Ridderkruis Militaire Willemsorde 4e Klasse posthuum toegekend. Ook droeg hij de herinneringsmedaille van het prinselijk huwelijk (07-01-1937) en het Kruis voor 20-jarige trouwe dienst.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoe Hitlers invasieplan voor Engeland werd ontvreemd uit een Duitse auto bij Delft
DOOR ANNIE HUISMAN-VAN BERGEN
Op een mooie zomerdag in 1940 reed Goos Mante samen met een hoge Duitse marineofficier, Konteradmiral Ernst Hinzmann, in een militaire Mercedes op de grote weg van Den Haag via Delft naar Rotterdam. Hij was in zijn functie van Inspecteur voor de Scheepvaart als een soort adjudant aan deze Duitser toegewezen. Vanwege het stralende weer was de linnen kap van de auto opengeslagen. Daarin lag een aktetas. Ter hoogte van Ypenburg wilde de Duitser even uitstappen om iets te gaan bekijken. Mante, die tijdens de rit de indruk had gekregen dat Hinzmann het bestaan van die hele tas was vergeten, nam toen de gelegenheid te baat om hem weg te pakken. De rest van de dag liep hij ermee rond alsof het zijn eigen aktetas was.
Pas aan het eind van de middag thuis, in de Van Meerkerkestraat 8 in Den Haag, kreeg Mante de gelegenheid om de tas te openen. Van wat hij toen zag, schrok hij ontzettend: het waren de invasieplannen van Engeland. Kort tevoren, op 16 juli 1940, had Hitler de opdracht verstrekt om de invasie van Engeland voor te bereiden. En hier had hij de plannen in handen!
Goos Mante besprak met zijn vrouw Toos wat de beste strategie zou zijn. In ieder geval moesten de stukken weg uit Den Haag, want daar zouden de Duitsers er in eerste instantie naar gaan zoeken. Zij besloten dat Goos er nog dezelfde avond mee naar Breda naar zijn vriend Ies Bolman moest gaan, die hij van de Hogere (Marine) Krijgsschool kende. Bolman, medewerker van GS-III, woonde vanwege zijn docentschap aan de kma in Breda. Tot beider verrassing behelsden de papieren inderdaad de plannen voor de invasie van Engeland (nummer zeven van de negen plannen), die vanuit Rotterdam en Bremen zou moeten geschieden. Alles stond erin uitgewerkt, tot in de kleinste details. Aanvankelijk twijfelden Mante en Bolman aan de authenticiteit van de papieren. Zij konden zich niet voorstellen dat iemand zulke belangrijke geheime stukken liet rondslingeren.
Toch realiseerden zij zich dat het van het grootste belang was dat de plannen authentiek of niet in Engeland terecht zouden komen. Daarom vertrokken zij de volgende ochtend samen naar Loosdrecht, naar hun vriend Jan Ellerman, van wie zij wisten dat hij aan boord van zijn tjalk «De Bontekoe» een zender had. Jan Ellerman was al sinds de wereldjamboree van 1937 bevriend met Goos Mante, bij wie hij gedurende de mobilisatie ook enige tijd ingekwartierd was geweest.
Contact met Londen toonde de noodzaak aan om van het materiaal microfotos te (laten) maken en die naar Engeland te sturen. Daar schakelden zij Rud Hueting eveneens een vriend van de Hogere Krijgsschool bij in. Het betekende wel dat de papieren terug moesten naar Den Haag. Om dat zelf te doen durfden zij niet aan, in verband met eventuele controles bij de invalswegen naar Den Haag. Zij togen er weer mee naar Breda, waar de echtgenote van Ies Bolman, Titia, de papieren van hen overnam. Zij trok een oude regenjas aan, deed een hoofddoekje om en was zo een onopvallende figuur in de trein. Van controles had zij geen last, noch in de trein, noch bij de uitgang van het station Hollandsche Spoor. De stukken werden door Toos Mante veilig in hun huis verstopt.
Duitse lezing van de vermissing
In een verhoor van de SS-Untersturmführer Walter Bartels op 25 mei 1946 door Titia Bolman, kwam de aktetas ter sprake. Een Duitse officier van de Generale Staf zou in de zomer van 1940 in de buurt van Scheveningen een tas uit een auto hebben verloren. In die tas zaten papieren betreffende een opmars tegen Engeland. De Duitse Wehrmacht deed vergeefse pogingen om alles terug te vinden. Dit lukte gedeeltelijk na negen à twaalf maanden, maar toen was het niet meer urgent, omdat Hitler op 12 oktober 1940 de invasie van Engeland had afgelast.
Mante gebruikte deze Duitse versie van de gebeurtenissen ook tegenover zijn vrienden Bolman en Hueting. Hij zou die tas uit de open kap van een Duitse auto hebben zien vallen, hem hebben opgeraapt en meegenomen. Titia Bolman heeft dat verhaal nooit geloofd; zij was ervan overtuigd dat Mante de tas ergens had gestolen. Alleen aan zijn echtgenote heeft Mante de ware toedracht verteld.
Landingsvaartuigen
Door zijn werk bij de Scheepvaartinspectie en/of door het vinden van de Duitse invasieplannen was Goos Mante bijzonder geïnteresseerd in de landingsvaartuigen die bij een eventuele invasie zouden worden gebruikt. In de zomer van 1940 huurde hij op zaterdagen nogal eens een auto om zijn vrouw en hun twee zoontjes Nederland te laten zien. Zij gingen dan altijd naar het Rivierengebied. Daar lagen de rijnaken die voor de invasie waren gevorderd. Een deel van de aken was al «ontkopt» om tot landingsvaartuigen te worden omgebouwd. Mante noteerde de aantallen nauwkeurig en maakte fotos van de schepen, meestal met zijn zoontjes als afleiding op de voorgrond.
Omdat hij over zijn verzetsactiviteiten zweeg, is het niet bekend aan wie Mante zijn fotos en observaties doorgaf.
Mekels bemoeienissen met de aktetas
Nadat Mantes mede-officier Hueting de microfotos had gemaakt, rees het probleem hoe ze in Londen te krijgen. Titia Bolman, die veel mensen kende, werd op pad gestuurd om iemand te vinden die de verbinding met Engeland kon verzorgen. Via ene Dodo von Fritsch en een juriste mejuffrouw Romeijn werd zij opmerkzaam gemaakt op de Delftse professor Mekel. Het toeval wilde dat zij Jan en Mies Mekel nog van vroeger kende, als vrienden van vrienden van vrienden.
Mekel was bijzonder geïnteresseerd in de papieren en sprak er ook over met zijn echtgenote, zijn aanstaande schoonzoon de student mijnbouwkunde Piet Pronk en met minstens één van zijn medewerkers: Hugo de Man.
[...]
Titia Bolman bracht de microfotos van Den Haag naar Delft. Zij had altijd een breiwerkje bij zich als misleiding bij eventuele treincontroles. De microfotos zaten verstopt in de kluwens wol. Tijdens ieder bezoek zaten de dames Bolman en Mekel almaar kluwens wol af te wikkelen en weer opnieuw op te winden.
Volgens Titia Bolman zouden de berichten over de Duitse invasieplannen werkelijk in Engeland zijn aangekomen. In opdracht van Mekel had Piet Pronk een zender laten bouwen en Mekel zelf werkte met een paar mensen uit zijn groep aan een radioverbinding met Engeland.
Het is ook mogelijk dat Mekel de berichten via de Inlichtingendienst (ID) naar Londen heeft laten doorgeven.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Familieboek Bolman, deel II. Opgetekend door (broer) Theodoor Bolman:
Op zaterdag 11-09-1943 het bericht ontvangen dat Isaäc Helenus Bolman op 23 augustus 1943 in een ziekenhuis te Düsseldorf in Duitschland is overleden. Op 8 Augustus 1941 was hij door de Duitsche politie aan zijn woning gearresteerd zonder opgave van redenen. Na eerst 9 maanden in de gevangenis in Scheveningen te hebben gezeten, overgebracht naar (kamp) Amersfoort. Door het Duitsche Kriegsgericht te Amsterdam veroordeeld tot 8 jaar tuchthuisstraf. Vervolgens overgebracht naar Siegburg in Duitschland, krijgt aldaar dubbele longontsteking met pleuris. Een nabij het ziekenhuis ontploffende bom maakt door hartverlamming een einde aan zijn zoo hoopvol en veelbelovend leven.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
08-05-2003 00:00 COLLEGEZALEN VAN INSTITUUT DEFENSIE LEERGANGEN VERNOEMD NAAR OUD-STRIJDERS
Op zaterdag 10 mei wordt een aantal collegezalen op het Instituut Defensie Leergangen (IDL) vernoemd naar militairen die voor hun verrichtingen tijdens de meidagen van 1940 op Ypenburg met de Militaire Willemsorde zijn onderscheiden. De onthulling van de namen zal plaatsvinden tijdens de jaarlijkse Herdenking Ypenburg. De ceremonie begint om 11.45 uur met een welkomstwoord van commodore Schrijver, directeur IDL.
Voor hun deelname aan de strijd op Ypenburg zijn vier Ridders 4de klasse der Militaire Willemsorde benoemd. Naar een ieder van hen zal een zaal op het IDL worden vernoemd, te weten: I.H. Bolman, kapitein van het Wapen der Infanterie, Auditorium; J.M.P. van Oudheusden, korporaal van de Geneeskundige Dienst, A 010; C.E.F. Schnabel, tweede luitenant van het Wapen der Artillerie, Bibliotheek; F.H. Warnaars, eerste luitenant van het Wapen der Infanterie, 065.
Geen van de betrokken Ridders is op dit moment nog in leven. De zuster van Korporaal Van Oudheusden zal de Van Oudheusden zaal onthullen, bij de overige ruimtes nemen drie Ridders der Militaire Willemsorde de honneurs waar.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Isaäc Helenus Bolman | ||||||||||||||||||
1931 | ||||||||||||||||||
Titia Helena van Maurik, |