Zij is getrouwd met Jacob Isaac ROODVELDT.
huwelijk 12-11-1904 ? (volgens Meriam Haringman)
Zij zijn getrouwd op 2 november 1904 te Amsterdam, Netherlands , zij was toen 22 jaar oud.
Kind(eren):
Rebecca FRANSMAN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1904 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Isaac ROODVELDT |
Heden dertig januari negentienhonderd zeven verscheen voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam:
Jacob Roodveldt, venter, oud vier en twintig jaren, wonende alhier, die verklaarde dat op negen en twintig dezer, des voormiddags ten vier ure, in deze gemeente Valkenburgerstraat honderd acht en twintig is geboren een kind van het mannelijk geslacht, uit zijne echtgenoote
Rebecca Fransman, zonder beroep, wonende alhier aan welk kind wordt gegeven de voornaam van
Emanuel.
Gedaan in tegenwoordigheid van Gautier Oltmans, ambtenaar, oud acht en dertig jaren, wonende alhier en van Hendricus Cornelis Wegelius, ambtenaar, oud zes en twintig jaren, wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Was getekend,
1. J. Roodveldt
2. G. Oltmans
3. H.C. Wegelius.
Heden tien December negentienhonderd dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Izak Roodveldt, venter, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige zoon van Jacob Roodveldt, overleden en Rebecca Fransman, oud acht en veertig jaren, zonder beroep, wonende alhier en
Jacoba an Delden, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud zeventien jaren, minderjarige dochter van Johannes Franciscus Hendrikus van Delden, oud een en veertig jaren, venter, en Johanna Maria Henrietta Kabalt, oud zeven en dertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De moder des bruidegoms en de ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den negen en twintigsten November laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Catharina Hendriks, zonder beroep, oud veertig jaren en Albert Roebersen, werkman, oud zeven en dertig jaren, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
\par
Heden negentien Augustus negentienhonderd een en dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Emanuel Roodveldt, koopman, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige zoon van Jacob Roodveldt, overleden en Rebecca Fransman, koopvrouw, wonende alhier en
Saartje Wijnschenk, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Jacob Wijnschenk, oud acht en vijftig jaren en Marianna Elzas, oud zestig jaren, zonder beroep, beiden wonende ahier. De ouders der bruid verklaarden voor mij tegenwoordig toe te stemming in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den elfden April laatstleden. Bij deze akte is tevens overgelegd een proces-verbaal van tusschenkomst van den Kantonrechter alhier, waaruit blijkt dat de moeder des bruidegoms op de oproeping niet is verschenen.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door het bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Coenraad Wijnschenk, broeder des echtgenoots, venter, oud dertig jaren en Jacob Fransman, oom des echtgenoots, venter, oud drie en dertig jaren, beiden wonende alhier. De ouders der echtgenoote verklaarden niet te kunnen naamschrijven, daar zij het schrijven niet hebben geleerd.
Heden, twee November negentienhonderd vier, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Jacob Roodveldt, venter, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige zoon van Isaac Roodveldt, venter en Eva Hoepelman, wonende alhier, ter eene zijde en
Rebecca Fransman, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige dochter van Emanuel Fransman, venter en Sientje Kroonenberg, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders, voor ons tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zestienden en drie en twintigsten October laatstleden.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Joachim Fransman, neef der echtgenoote, koopman, oud een en dertig jaren, Salomon Kroonenberg, neef der echtgenoote, koopman, oud acht en twintig jaren, Aron Loos, winkelier, oud drie en vijftig jaar en Jacob Rodriges, koopman, oud acht en twintig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, naar voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de moeder des echtgenoots en de ouders der echtgenoote, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op ‚‚n Februari negentienhonderd drie en veertig, negen uur nul minutern, is in de gemeente Vught overleden:
Roodveldt, Izak, oud drie‰ndertig jaar, van beroep koopman, geboren en wonende alhier, echtgenoot van:
Van Delden, Jacoba, zoon van
Roodveldt, Jacob en Fransman, Rebecca, zijnde verdere gegevens niet bekend.
Waarvan akte, welke door mij, Ambtenaar avn de Burgerlijke Stand van Amsterdam, overeenkomstig de wet is ingeschreven op negen Juni negentienhonderd acht en veertig.
Heden negentien Augustus negentienhonderd een en dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Emanuel Roodveldt, koopman, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige zoon van Jacob Roodveldt, overleden en Rebecca Fransman, koopvrouw, wonende alhier en
Saartje Wijnschenk, onder beroep, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Jacob Wijnschenk, koopman, oud acht en vijftig jaren en Marianne Elzas, oud zestig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders der bruid verklaarden voor mij tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den elfden April laatstleden.
Bij deze akte is tevens overgelegd een proces verbaal van tussenkomst van den Kantonrechter alhier, waaruit blijkt dat de vader des bruidegoms op de oproeping niet is verschenen.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Coenraad Wijnschenk, broeder des echtgenootis, oud dertig jaren en Jacob Fransman, oom des echtgenoots, oud drie en dertig jaren, beiden van beroep venter en wonende alhier. De ouders der echtgenoote verklaarden niet te kunnen naamteekenen daar zij geen schrijven hebben geleerd.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden, zeventien Februari negentienhonderd twee en dertig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Samson Vrachtdoender, venter, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, meerderjarige zoon van Alexander Vrachtdoender, oud een en vijftig jaren, havenarbeider en Mietje Schelvis, oud vijf en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier en
Eva Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud negentien jaren, minderjarige dochter van Jacob Roodveldt, overleden en Rebecca Fransman, oud negen en veertig jaren, zonder beroep, wonende alhier. De ouders des bruidegoms en de moeder der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zesden dezer maan.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den hwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Tobias Coopman, werkman, oud veertig jaren, en Salomon Vrachtdoender, broeder des echtgenoots, venter, oud negen en twintig jaren, beiden wonende alhier. De moeder des echtgenoots verklaarde niet te kunnen naamteekenen, daar zij het schrijven niet heeft geleerd.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Bijschrift:
Dit huwelijk is ontbanden door het vonnis der Rechtbankt te Amsterdam van 13 Juli 1936 en de inschrijving te Amsterdam, heden 22 september 1936.