Heden, negen Maart negentienhonderd vier, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Salomon Werkendam, werkman, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerderjarige zoon van Simon Werkendam, winkelier en Judic Pelser, wonende alhier, ter eenre zijde en
Jansje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud zeventien jaren, minderjarige dochter van Jesaia Roodveldt, sjouwerman en Leentje Wittenburg, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders, voor mij tegenwordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud zeven en dertig jaren, Albert Johannes Imicken, bode, oud zestig jaren, Jan Schubart, bode, oud negen en vijftig jaren en Ludoicus Johannes Libert, bode, oud acht en veertig jaren, allen woonende alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, naar voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de beide moeders, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Heden, vier en twintig Juni negentienhonderd drie, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Gompel Roodveldt, sigarenmaker, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, minderjarige zoon van Abraham Roodveldt, werkman en Sientje Presser, wonende alhier, ter eenre en
Clara Groen, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, minderjarige dochter van Filip Groen, sigarenmaker en Klaartje Schraal, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den veertienden en een en twintigsten dezer.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Na bevestigende beantwoording dezer vraag, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud zeven en dertig jaren, Albert Johannes Imicken, bode, oud negen en vijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud achte en vijftig jaren en Wilhelmus Johannes Koelewij, bode, oud negen en dertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de moeder des echtgenoots en de ouders der echtgenoote die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Heden, negen Maart negentienhonderd vier, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Jacob Israel Presser, venter, geboren en wonende alhier, oud drie en vijftig jaren, weduwnaar van Ester da Silva Rosa, meerderjarige zoon van Gompers Levy Presser en Roosje Levie Koe, beiden overleden, ter eene en
Aaltje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud een en veertig jaren, meerderjarige dochter van Samson Izaak Roodveldt, zonder beroep wonende alhier en Belitje Levie Schaap, overleden, ter andere zijde.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Cornelis Kleis (?) Lanting, ambtenaar, oud zeven en dertig jaren, Albert Johannes Imeken, bode, oud zestig jaren, Jan Schubart, bode, ud negen en vijftig jaren en Ledoivicus (?) Johannes Libert, bode, oud acht en veertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, naar voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, behalve de comparante die verklaarde niet te kunnen schrijven, tevens goedkeurende de doorhaling van twee gedrukte letters.
Op heden, drie en twintig Augustus achttienhonderd negen en negentig, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Salomon Roodveldt, roosjesversteller, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, minderjarige zoon van Barend Isaac Roodveldt, zonder beroep, en Bloeme Polak, wonende alhier, ter eenre zijde en
Jetje Tertaas, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige dochter van Philip Tertaas, overleden en Eva Emden, zonder beroep, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden de ouders des bruidegoms en de moeder der bruid voor ons tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den dertienden en twintigsten dezer.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijkschen staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnded, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud drie en dertig jaren, Albert Johannes Imeken, bode, oud zes en vijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud vijf en vijftig jaren en Ludovicus Johannes Libert, bode, oud vijf en veertig jaren, allen wonende alhier.
En is hiervan door opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, behalve door de beide moeders die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden, vier en twintig November achttienhonderd zeven en negentig, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
David Ritmeester, venter, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige zoon van Moses Ritmeester, venter en Esther Lierens, wonende alhier, ter eener en
Rebecca Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vijf en twintig jaren, weduwe van Abraham de Haan, meerderjarige dochter van Barend Isaac Roodveldt, zonder beroep en Bloeme Polak, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in deze echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier veertiende en eenentwintigsten dezer.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijkschen staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnded, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud een en dertig jaren, Albert Johannes Imicken, bode, oud vijf en vijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud vier en vijftig jaren en Ludowicus Johannes Libert, bode, oud twee en veertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de ouders des echtgenoots, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden dertien Februari negentienhonderd een, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Salomon Goedel, diamantslijper, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige zoon van Meijer Goedel, overleden en Saartje Trijtel, zonder beroep, wonende alhier, ten eenre en
Betje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud eenentwintig jaren, minderjarige dochter van Abraham Roodveldt, diamantversteller en Sientje Presser, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden de moeder des bruidegoms en de ouders der bruid voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zevenentwintigsten Januari en derden Februari laatstleden.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen,welke door de wet aan den huwelijkschen staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van:
Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud vier en dertig jaren, Albert Johannes Imicken, bode, oud zevenenvijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud zesenvijftig jaren en Adrianus van Dieren, bode, oud veertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de beide moeders die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden vijf en twintig October achttienhonderd negen en negentig, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan
Hartog Walvis, sjouwerman, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige zoon van Levie Walvis, venter en Judic de Korte, wonende alhier, ter eenre en
Sara Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige dochter van Isaac Roodveldt, werkman en Eva Hoepelman, wonende alhier, ter andere zijde en verklaarden beider ouders voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vijftienden en twee en twintigsten dezer.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijkschen staat verbonden zijn, hetwerlk door het uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud drie en dertig jaren, Tebert Johannes Imeken, bode, oud zes en vijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud vijf en vijftig jaren en Adrianus van Dieren, bode, oud zeven en dertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de echtgenooten en beider ouders, die verklaarden niet te kunnen schrijven, tevens goedkeurende de doorhaling van twee gedrukte woorden.