Ernst Adrianus Klijzing (Amsterdam, 18 februari 1923 - Overveen, 16 juli 1944) is een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ernst Klijzing (ook bekend onder schuilnaam ‘Ad’) studeert medicijnen aan de Universiteit van Amsterdam.
In 1943 weigert hij de door de bezetters vereiste loyaliteitsverklaring te tekenen. Via Leo Frijda en Hans Katan komt hij in contact met de verzetsgroep CS-6 en is daarna actief betrokken bij diverse overvallen en aanslagen. Het benodigde springstofmateriaal is daarbij gedeeltelijk opgeslagen bij zijn oom, A.M. Klijzing, op de Amsterdamse Cornelis Krusemanstraat 79-1, dat ook als vergaderadres fungeert. Daarnaast verleent hij hulp aan joodse onderduikers en verspreidt illegale bladen, waaronder het studentenblad De Vrije Katheder.
De meeste CS-6-leden worden in de zomer van 1943 gearresteerd. Zo wordt op donderdag 22 juli na een nachtelijke inval oom Klijzing gearresteerd en de woning bemand door de Sicherheitspolizei. Dit wordt iedereen die aanbelt en binnenkomt, o.a. verzetsstrijder Johan Kalshoven, noodlottig.
maar Ernst Klijzing weet uit handen van de SD te blijven.
In de tweede helft van augustus doet de SD een inval in de Hudsonstraat 151 in Amsterdam. Ze zijn nog steeds op zoek naar Ernst, maar treffen hem er niet aan. Ook Hans Katan, die in het huis een kamer heeft, is er niet. Irma Seelig wel, de Duits-joodse vriendin van Leo Frijda. Zij is al bij de SD bekend en wordt meegenomen naar het SD-hoofdkwartier voor verhoor. De Duitsers vinden wapens in het huis en een reçu voor een paar koffers, die Ernst Klijzing in Roermond in bewaring heeft gegeven. Tijdens de eerste verhoren wordt Irma Seelig hard aangepakt en slaat door.
Klijzing verblijft ondertussen langere tijd in Brabant en Limburg.
Een poging naar Zwitserland uit te wijken mislukt, ondanks zijn vermomming in monnikspij. Hij komt in mei 1944 niet voorbij de Frans-Zwitserse grens.
Terug in Nederland sluit hij zich aan bij de KP-Alkmaar. Op 25 juni 1944 maakt hij aldaar een ritje op de motor van KP-leider Fritz Conijn. Dat loopt verkeerd af. Hij wordt zonder motorpapieren en met een persoonsbewijs op de naam Van Es bij een verkeerscontrole door Landwachters aangehouden. Omdat er vermoedens zijn dat hij in contact staat met de illegaliteit wordt hij gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans.
Een celgenoot, aan wie hij zijn ware identiteit vertelt, verraadt hem. Ernst Klijzing – over wiens illegale activiteiten sinds 1943 vanwege het doorslaan van Irma Seelig al meer bekend is – wordt intensief verhoord door de Sicherheitspolizei.
Onder regie van Johannes Post en Hilbert van Dijk wordt op 14 juli een poging ondernomen om hem en andere verzetsstrijders te bevrijden. Door verraad mislukt deze echter.
Op zondagmiddag 16 juli wordt Ernst Klijzing, samen met Johannes Post, Jan Niklaas Veldman, Willem Frederik Smit, Arie Stramrood en Jacques Stil, Nico Jonk, Rens Prins, Jacob Balder, Frits Boverhuis, Koen Rozendaal en Ferdinand Ploeger verzameld in het hoofdkwartier van de SD aan de Euterpestraat. Op brancards worden ook de gewonde Hilbert van Dijk en Cor ten Hoope aan de groep toegevoegd. Men wordt naar het duingebied in Overveen vervoerd. Daar worden allen door de Duitsers doodgeschoten. Betrokken bij deze executie is o.a. de 21-jarige Nederlandse SS'er Johan Willem Snoek. Hij vermoordt de mannen door ze door het achterhoofd te schieten.
De slachtoffers worden vervolgens in een massagraf in de duinen begraven. In de zomer van 1945 wordt Ernst Klijzing herbegraven op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal.
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.