Cornelis Pietersz President schepen tot heemskerck voor en in plaats van de schout alhier
1718 Cornelis Pietersz een swart
1722 Cornelis Pieterz een bontie
1724 Cornelis Pietersz een do:
1726 Cornelis Pietersz een swart bond
1727 Cornelis Pietersz een swart bont
1728 Cornelis Pietersz een bruijntie
1729 g. Cornelis Pietersz een swart
1730 Cornelis Pieterz een bruijntie
In de kantlijn:
Solvit den 40 penning
en 1/10 verhoging f 2-15-0
Wij Johannis van Coevenhoven schout tot heems-
kerck Michiel Jansz en Cornelis Pietersz Wage-
maacker schepenen aldaar, oirconde en kennen
dat voor ons gecomen en verschenen is, Cornelis
Pietersz, regerend schepen deses dorps, dewelcke
bij desen bekende vercogt quijtgescholden en
tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben
aan en ten behoeve van Pieter Claasz Os, wonende
tot wijck op zee, een stuck land leggende bin-
nen desen banne, genaamt van de backer, groot
900 roeden (G02: 11), belent ten westen de wildernis
ten oosten de schilpwegh, ten noorden Oloff Cor-
nelisz, en ten suijden de diakonij tot beverwijck
van welcke verkopinge en opdragte hij compa-
rant bekende al wel en ten vollen vernoegt
voldaan en betaalt te sijn, en dat mette
somme van f 100-0- 0 gereet gelt, stellende
daaromme den voornoemde coper in volkomen
possessie en eijgendomme van het voors stuck
land, belovende oock het selve ten allen tijden
te vrijen en te waren van alle lasten, pagten
renten, evictien, en creditien, daart selve voor
dato deses enigsints mede belast ofte beswaart
mogte wesen, alles naar regten van den lande
en costume van onsen dorpe, stellende daarvoren
ten onderpande specialijck sijn persoon, en
generalijck alle sijne goederen, roerende en
onroerende, present en toecomende, gene uijtge-
sondert, maackende alle deselve subject voor
alle regten, regteren en executien, t'oirkonde
dese bij mij schout voornoemt besegelt en bij
ons schepenen geteeckent op den 15e januarij
anno 1726
J.v. Coevenhoven
Michiel Jansen
Cornelis Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40 penning
en 1/10 verhoging f 6-14-12
Wij Johannis van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, Jan Sijmonsz Schuijt en Cornelis Wagemaac-
ker schepenen aldaar, oirconde en kennen
dat voor ons gekomen en verschenen is, de voornoemde
heer comparant, dewelcke bij desen bekende ver-
koght quijtgescholden, en tot een vrijen
eijgendomme opgedragen te hebben, aan en
ten behoeve van Cornelis Pietersz regerend
schepen deses dorps, een stuck land, leggende
binnen desen banne, streckende vant voetpad
tot de beeck na de aghterwegh, groot 1020 roe-
den, belent ten oosten de luttick cie, ten
westen de groot cie beeck, ten suijden Louris
Pietersz, ten noorden de koper, van welcke
verkopinge en opdraghte hij heer comparant
bekende al wel en ten vollen vernoeght
voldaan en betaalt te sijn, en dat mette
somme van f 245-0-0 gereet gelt, stellende
daaromme den voornoemde koper in volkomen
possessie en eijgendomme van het voors stuck
land, belovende oock het selve ten allen
tijden te vrijen en te waren, van alle lasten
paghten, renten, evictien en creditien, daart
selve voor dato deses enighsints mede belast
ofte beswaart moghte wesen, alles naar
reghten van den lande en costume van onsen
dorpe, stellende daar voren, ten onderpande
specialijck alle de goederen en innekomsten
specterende aan het geestelijcke comptoir
der stad haarlem, en voorts generalijck
de goederen en innekomsten der gemelte
stad, soo roerende, als onroerende present
en toekomende, gene uijtgesondert, maac-
kende alle deselve subject voor alle reghten
reghteren en executien, t'oirkonde dese bij mij
schout voornoemt besegelt, en bij ons
schepenen geteeckent op den 30e april
anno 1726
J.v. Coevenhoven
Jan Sijmonsz Schuijt
Cornelis Wagemaker
n.b. de voornoemde heer comparant is:
den wel edelen gestrengen heer, Mr. Mattheus Gerards,
raad en oud burgermeester alsmede rentmeester van de
geestelijcke goederen, binnen dese stad
Wij Johannis van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, Jan Sijmonsz Schuijt en Garbrant en Hen-
dricxe schepenen aldaar, oirkonde en kennen
dat voor ons gekomen en verschenen sijn de
gereghten deses dorps, dewelcke bij desen bekende
vercogt quijtgescholden en tot een vrijen
eijgendomme opgedragen te hebben, aan en
ten behoeve van, Cornelis Pietersz regerend
schepen alhier en erffie daar een huijs op
gestaan heeft, leggende aan heemskerckerduijn
genaamt van Claas Cornelisz Huijgen belent
ten westen de wildernis, ten oosten de coper
sijnde belast met een stuijver erffpacht
jaarlijcx te betalen op kers avond aan de
vrouw van Polsbroeck, van welcke vercopinge
en opdraghte sij comparanten bekende al wel en ten vollen
vernoegt en voldaan te sijn, en
dat voor nihil, hebbende den coper geen las-
ten van voorgaande jaren op sigh genomen
te voldoen, stellende daaromme den voornoem-
de coper in volcomen possessie en eijgendomme
van het voors erffie, belovende oock het
selve ten allen tijden te vrijen en te waren
van alle lasten, paghten, renten, evictien
en creditien, daart selve voor dato deses
enighsints mede belast ofte beswaart mogte
wesen, alles naar regten van den lande en
costume van onsen dorpe, stellende daarvoren
ten onderpande alle de goederen en innkom-
sten specterende aan den dorpe van heems-
kerck voornoemt soo roerende als onroerende
present en toekomende gene uijtgesondert
maackende alle deselve subject voor alle
regten, regteren, en executien, t'oirkonde dese
bij mij schout voornoemt besegelt, en bij ons
schepenen geteeckent op den 6e augustij anno 1726
J.v. Coevenhoven
Jan Sijmonsz Schuijt
Garbrant van Veen
In de kantlijn:
Solvit den 40
penningen 1/10 verhoging
f 4-10-12
Wij Johannis van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, Dirck Teunisz, en Barent Hendricxen
schepenen aldaar, oirkondeen kennen dat voor
ons gecomen en verschenen is, Cornelis Pietersz
regerend schepen deses dorps, dewelcke bij
desen bekende verkogt quijtgescholden en
tot een vrijen eijgendomme opgedragen te
hebben, aan en ten behoeve van Cornelis
Jacobsz Oud, wonende inde Beverwijck, een
perceeltie land, leggende binnen desen banne
aan duijn, genaamt het tuijntie, groot 300
roeden belent ten westen het schouwpat
ten oosten de schilpwegh, ten suijden Teunis
Michielsz, en ten noorden de buerlaan, van
welcke verkopinge en opdragte hij compa-
rant bekende al wel en ten vollen vernoegt
voldaan en betaalt te sijn, en dat mette
somme van f 165-0-0 gereet gelt, stellende
daaromme den voornoemde coper in volcomen
possessie en eijgendomme van het voors
perceeltie land, belovende oock het selve
ten allen tijden te vrijen en te waren
van alle lasten, pagten, renten, evictien
en creditien, daart selve voor dato deses
enigsints mede belast ofte beswaart mogte
wesen, alles naar regten van den lande
en costume van onsen dorpe, stellende
daarvoren ten onderpande specialijck sijn
persoon, en generalijck alle sijne goederen
roerende en onroerende, present en toeco-
mende gene uijtgesondert, maackende
alle deselve subject voor alle rechten
regteren en executien, t'oirkonde dese bij
mij schout voornoemt bezegelt en bij ons
schepenen geteeckent op den 23e december
anno 1727
J.v. Coevenhoven
Dirck Teunisse
Barent Hendrickse
n.b. Dit perceeltje land is door zijn vader Pieter Cornelisz in 1686 gekocht.
In de kantlijn:
Solvit den 40 penning
en 1/10 verhoging f 4-10-12
Wij Johannis van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, Dirck Teunisz, en Barent Hendricxen
schepenen aldaar, oirkondeen kennen dat voor
ons gecomen en verschenen is, Cornelis Pietersz
regerend schepen deses dorps, dewelcke bij
desen bekende verkogt quijtgescholden en
tot een vrijen eijgendomme opgedragen te
hebben, aan en ten behoeve van Cornelis
Jacobsz Oud, wonende inde beverwijck, een
perceeltie land, leggende binnen desen banne
aan duijn, genaamt het tuijntie, groot 300
roeden belent ten westen het schouwpat
ten oosten de schilpwegh, ten suijden Teunis
Michielsz, en ten noorden de buerlaan, van
welcke verkopinge en opdragte hij compa-
rant bekende al wel en ten vollen vernoegt
voldaan en betaalt te sijn, en dat mette
somme van f 165-0-0 gereet gelt, stellende
daaromme den voornoemde coper in volcomen
possessie en eijgendomme van het voors
perceeltie land, belovende oock het selve
ten allen tijden te vrijen en te waren
van alle lasten, pagten, renten, evictien
en creditien, daart selve voor dato deses
enigsints mede belast ofte beswaart mogte
wesen, alles naar regten van den lande
en costume van onsen dorpe, stellende
daarvoren ten onderpande specialijck sijn
persoon, en generalijck alle sijne goederen
roerende en onroerende, present en toe-
comende gene uijtgesondert, maackende
alle deselve subject voor alle rechten
regteren en executien, t'oirkonde dese bij
mij schout voornoemt bezegelt en bij ons
schepenen geteeckent op den 23e december
anno 1727
J.v. Coevenhoven
Dirck Teunisse
Barent Hendrickse
In de kantlijn van folio 82v:
Solvit den 40 penning
en 1/10 verhoging f 22-0-0
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerck, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker scheepenen aldaar
oircondeen kennen dat voor ons gekomen
en verschenen is, Cornelis Pietersz wonende
aan heemskerkerduijn, dewelke bij deesen
bekende verkogt quijtgescholden, en tot een
vrijen eijgendomme opgedragen te hebben
aan en ten behoeve van Cornelis Henneman
wonende meede aldaar, een stuk weijland,
leggende binnen desen banne, genaamt
't snoeklandt, met de drie ackers, te samen
groot 3067,5 roeden, belent ten westen
de voorwegh, en ten noorden Louwris Pietersz
Biersteeker, nogheen stuk land leggende
als vooren genaamt de strenghcroft met
een acker tesamen groot 1568 roeden
belent ten zuijden Jan Heemskerk en
ten noorden de moolenstrengh, van welke
vercoopinge en opdragte hij comparant be-
kende al wel en ten vollen vernoegt vol-
daan, en betaalt te zijn, en dat mette
zomme van f 800-0-0 gereed gelt, stel-
lende daaromme den voornoemde koper, in
volkomen possessie en eijgendomme van
de voorsz stukken landt, belovende
ook deselveten allen tijden te vrijen en te
waren, van alle lasten, pagten, renten
evictien, en creditien, daar deselve voor
dato deeses eenigsints meede belast ofte
beswaart mogte weesen, alles naar regten
van den lande, en costumen van onsen
dorpe, stellendedaar voren ten onderpande
specialijk zijn persoon, en generalijk alle
zijne goederen, roerende, en onroerende,
present, en toekomende, geen uijtgesondert
makende alle deselve subject, voor alle
regten, regteren, en executien, t'oirconde
deese bij mijn schout voornoemt beseegelt, en
bij ons schepenen geteekent op den 5e
februarij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
1032_259_0094 1732
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 13-12-4
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker, scheepenen aldaar, oirconde, en
kennen, dat voor ons gekomen, en verscheenen is
Cornelis Pietersz, oud scheepen alhier, wonende tot
bergen, dewelke bij deesen bekende vercogt, quijt-
gescholden, en tot een vrijen eijgendomme opgedragen
te hebbe, aan en ten behoeve van Cornelis Henneman
oud schepen deses dorps, eerstelijk een stuk weij-
land, leggende binnen desen banne, genaamt de
werfjes groot 685,25 roeden, belent ten zuijden
Pieter Louwrisz, ten westen de voorwegh, en ten
noorden de kooper, Item een stuk weijlandt, leg-
gende als vooren, genaamt Maartje Valkenkroft
halff, groot 555 roeden belent ten noorden
Oloff Cornelisz, en ten zuijden het volgende stuk
laastelijk een stuk land, leggende als vooren
genaamt tusschen de cien van de stad, groot 995
roeden, belent ten noorden 't voorgaande per-
ceel, en Niesje Claas, ten oosten de luttik cie
en ten zuijden Pieter Louwrisz, van welke ver-
koopinge en opdragte hij comparant bekende al
wel en ten vollen vernoeghtvoldaan en betaalt
te zijn, en dat mette zomme van 495-0-0
gereet gelt, stellende daaromme den voornoemde koper
in volkomen possessie en eijgendomme van de voorsz
stukke landt, belovende ook deselve ten allen tijden
te vrijen en te waren van alle lasten, pagten, renten
evictien, en creditien daar deselve voor dato deses
enigsints meede belast ofte beswaart mogte weesen
alles naar regten van den landen, en costumen
van onsen dorpe, stellende daar vooren ten onder-
pande specialijk zijn persoon, en generalijk alle
zijne goederen, roerende, en onroerende, present en
toecomende, geene uijtgesondert, makende alle
deselve subject voor alle regten, regteren, en
executien, t'oirconde dese bij mij schout voornoemt
beseegelt, en bij ons scheepenen geteekent op den
6 maij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse,
Cornelis Wagemaker
1032_259_0095 1732
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 1-7-8
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker, scheepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen, en verscheenen
is, Cornelis Pietersz, oud scheepen alhier, wonende
tot bergen, dewelke bij desen bekende vercogt,
quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme
opgedragen te hebben, aan en ten behoeve van
Jacob Willemsz, wonende aan heemskerkerduijn
een stuk weij landt, leggende binnen desen
banne, genaamt splinters croft, groot 1149
roeden, belent ten oosten de heer Wildeman
ten zuijden Cornelis Henneman, ten westen de
groote houtwegh, en ten noorden Jan Heems-
kerk, van welke vercoopinge en opdragte hij
comparant bekende al wel en ten vollen ver-
noeght voldaan en betaalt te zijn, en dat
mette zomme van f 50-0-0 gereet gelt,
stellende daaromme den voornoemde kooper in vol-
komen possessie en eijgendomme van het voorsz
stuk weij landt, belovende ook 't selve ten
allen tijden te vrijen en te waren van alle
lasten, pagten, renten, evictien, en creditien
daar 't selve voor dato deses eenigsints meede
belast ofte beswaart mogte weesen, alles naar
regten van den landen, en costumen van onsen
dorpe, stellende daar vooren ten onderpande
specialijk zijn persoon, en generalijk alle zijne
goederen roerende, en onroerende, present en
toecomende geene uijtgesondert makende alle
deselve subject voor alle regten, regteren, en
executien, t'oirconde dese bij mij schout voornoemt
beseegelt, en bij ons scheepenen geteekent op den
6 maij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 0-16-8
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker, scheepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen, en verscheenen
is, Cornelis Pietersz oud scheepen alhier, wonende
tot bergen, dewelke bij deesen bekende vercogt
quijtgescholden, en tot een vrijen eijgendomme
opgedragen te hebbe, aan en ten behoeve van
Cornelis Groenlandt, oud scheepen deses dorps,
een erff en tuijntje, genaamt daar 't huijs van
Willem Louwrisz gestaan heeft, aan heemsker-
kerduijn, groot 158 roeden, belent ten zuijden
Cornelis Henneman ten westen Anthonij van
Cleeff, en ten oosten de voorwegh, van welke
vercopinge en opdragte hij comparant bekende
al wel en ten vollen vernoegt voldaan, en
betaalt te zijn, en dat mette zomme van
f 30-0-0 gereedt gelt, stellende daar omme
den voornoemde koper in volkomen possessie en eij-
gendomme, van het voorsz erff en tuijntje
belovende ook deselve ten allen tijden te vrijen
en te waren, van alle lasten pagten, renten,
evictien en creditien daar deselve voor dato
deses eenigsints meede belast ofte beswaart
mogte weesen alles naar regten van den landen,
en costumen van onsen dorpe, stellende daar
vooren ten onderpande, specialijk zijn persoon,
en generalijk alle zijne goederen, roerende, en
onroerende, present en toecomende, geene uijtge-
sondert, makende alle deselve subject voor
alle regten, regteren,en executien, t'oirconde
dese bij mij schout voornoemt beseegelt, en bij ons
scheepenen geteekent, op den 6 maij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis
Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 2-17-12
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker, scheepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen, en verscheenen is,
Cornelis Pietersz, oud scheepen alhier, wonende tot
bergen, dewelke bij desen bekende vercogt, quijtge-
scholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen
te hebbe, aan en ten behoeve van Hendrik Gerritsz
wonende aan heemskerkerduijn, een stuk geestland
leggende binnen desen banne, genaamt de hooge croft,
groot 1600 roeden, belent ten westen de luttik cie
ten noorden en oosten den Armen van heemskerk
en ten zuijden Cornelis Louwrisz, van welke ver-
koopinge en opdragte hij comparant bekende al
wel en ten vollen vernoeght voldaan en betaalt
te zijn, en dat mette zomme van f 105-0-0
gereed gelt, stellende daaromme den voornoemde
kooper in volkomen possessie en eijgendomme
van het voorsz stuk geestlandt, belovende ook
't selve ten allen tijden te vrijen en te waren
van alle lasten, pagten, renten, evictien, en creditien
daar het selve voor dato deses enigsints meede
belast ofte beswaart mogte weesen, alles naar
regten van den landen, en costumen van onsen
dorpe, stellende daar vooren ten onderpande
specialijk zijn persoon, en generalijk alle zijne
goederen, roerende, en onroerende present en toe-
komende geene uijtgesondert, makende alle de-
selve subject voor alle regten, regteren, en executien
t'oirconde dese bij mij schout voornoemt beseegelt
en bij ons scheepenen geteekent op den 6 maij
anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 3-0-8
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker, scheepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen, en verscheenen
is, Cornelis Pietersz oud scheepen alhier, wonende
tot bergen, dewelke bij deesen bekende vercogt
quijtgescholden, en tot een vrijen eijgendomme
opgedragen te hebbe, aan en ten behoeve van
Poulis Grasbos, wonende aan heemskerkerduijn
een huijs en erff, met nogh een erff genaamt
Claas Huijgen, staande en leggende binnen
desen banne aan duijn, groot ingevolge het ver-
pondingh boek te samen 65 roeden, belent ten
oosten Cornelis Pietersz Coopman, ten zuijden
Hendrik Gerritsz, ten westen de wildernis, en
ten noorden de weduwe Teunis Michielsz, het voorsz
erff van Claas Huijgen is belast met een huur-
erfpacht jaarlijks te betalen op kers avond, aan
de vrouw van Polsbroek, ofte der selver ordre,
van welke vercoopinge en opdragte hij comparant
bekende al wel en ten vollen vernoegt voldaan, en
betaalt te zijn, en dat mette zomme van f 110-0-0
gereed gelt, stellende daaromme den voornoemde koper
in volkomen possessie en eijgendomme, van het
voorsz huijs en erve, belovende ook deselve ten
allen tijden te vrijen, en te waren, van alle lasten
pagten, renten, evictien, en creditien, daar deselve
voor dato deses eenigsints meede belast ofte beswaart
mogte weesen, alles naar regten, van den landen, en
costumen van onsen dorpe, stellende daar vooren
ten onderpande, specialijk zijn persoon, en generalijk
alle zijne goederen, roerende, en onroerende, present
en toekomende, geene uijtgesondert, makende alle
deselve subject, voor alle regten, regteren,en executien
t'oirconde deese bij mij schout voornoemt beseegelt, en
bij ons scheepenen geteekent, op den 6 maij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 3-8-12
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz, en
Cornelis Wagemaker, schepenen aldaar, oirconde, en
kennen dat voor ons gekomen, en verscheenen is,
Cornelis Pietersz, oud scheepen alhier, wonende tot
bergen, dewelke bij desen bekende vercogt quijt-
gescholden en tot een vrijen eijgendomme opge-
dragen te hebben, aan Jan
Jacobsz, en Hendrik Zeeman, wonende tot wijk
op zee, in qualite als voogden over Jan Luijten
minderjarige zoon van Luijt Joppe, en dat voor
en ten behoeve van deselve Jan Luijten, een stuk
hooijlandt, leggende binnen desen banne, genaamt
in de maat van Louwris Doeven, groot 572,5 roeden
belent ten westen den weledel gestrengen heer van
Assendelft, en ten oosten Jacob Ariensz; van
welke vercoopinge en opdragte hij comparant bekende
al wel en ten vollen vernoeght voldaan en betaalt
te zijn, en dat mette zomme van f 125-0-0
gereet gelt, stellende daaromme den voornoemde
kopers qq in volkomen possessie en eijgendomme
van het voorsz stuk hooijlandt, belovende ook
t selve ten allen tijden te vrijen, en te waren van
alle lasten, pagten, renten, evictien, en creditien
daar 't selve voor dato deses enigsints meede belast
ofte beswaart mogte weesen, alles naar regten
van den landen, en costumen van onsen dorpe,
stellende daar vooren ten onderpande specialijk
zijn persoon, en generalijk alle zijne goederen
roerende en onroerende present en toecomende
geene uijtgesondert, makende alle deselve subject
voor alle regten, regteren en executien, t'oir-
conde dese bij mij schout voornoemt beseegelt, en
bij ons scheepenen geteekent op den 6 maij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 3-13-0
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz
en Cornelis Wagemaker, scheepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen, en verscheenen
is, Cornelis Pietersz oud scheepen alhier, wonende
tot bergen, dewelke bij deesen bekende vercogt
quijtgescholden, en tot een vrijen eijgendomme
opgedragen te hebbe, aan en ten behoeve van
Jop Jansz, wonende tot wijk op zee, een stuk
weij landt, leggende binnen desen banne, genaamt
de hofste, over de wegh, groot 650 roeden
belent ten oosten de groote cie, ten zuijden
Cornelis Henneman, en ten westen de voorwegh
van welke vercopinge en opdragte hij comparant
bekende al wel en ten vollen vernoeght voldaan
en betaalt te zijn, en dat mette zomme van
f 140-0-0 gereed gelt, stellende daaromme
den voornoemde kooper in volkomen possessie en eijgen-
domme van het voorsz stuk weij landt, belovende
ook 't selve ten allen tijden te vrijen en te waren
van alle lasten pagten, renten, evictien, en creditien
daar het selve voor dato deses eenigsints meede
belast ofte beswaart mogte weesen, alles naar
regten van den landen, en costumen van onsen
dorpe, stellende daar vooren ten onderpande
specialijk zijn persoon, en generalijk alle zijne
goederen, roerende, en onroerende, present en toe
komende geene uijtgesondert, makende alle deselve
subject voor alle regten, regteren, en executien
t'oirconde dese bij mij schout voornoemt beseegelt
en bij ons scheepenen geteekent op den 6 maij anno
1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
In de kantlijn:
Solvit den 40e penning
en 1/10 verhoging f 7-11-4
Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot heemskerk, Barent Hendriksz, en
Cornelis Wagemaker, schepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen, en verschenen is,
Cornelis Pietersz, oud scheepen alhier, wonende tot
bergen, dewelke bij desen bekende vercogt quijt-
gescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedra-
gen te hebben aan Jan Jacobsz, en Hendrik
Zeeman, wonende tot wijk op zee, in qualite
als voogden over Jan Luijten, minderjarige zoon
van Luijt Joppe, en dat voor en ten behoeve
van deselve Jan Luijten, een stuk hooijlandt, leg-
gende binnen desen banne, genaamt in de quatient
groot 526 roeden, belent ten westen de heer
de Vos, ten oosten Teunis Dirksz en het volgende
stuk, Item een stuk hooijland leggende als
vooren, in de quatient voorsz groot 506 roeden
belent ten westen het voorgaande stuk, ten
noorden Teunis Dirksz, en ten oosten de weduwe
Arien Kooper. dit laaste perceel waalt tegens
een stukje van Teunis Dirksz, leggende in de qua-
tient voornoemt van welke vercoopinge en opdragte
hij comparant bekende al wel en ten vollen ver-
noeght voldaan en betaalt te zijn, en dat mette
zomme van f 275-0-0 gereed gelt, stellende
daaromme de voornoemde kopers qq in volkomen possessie
en eijgendomme van de voorsz stukken landt,
belovende ook deselve ten allen tijden te vrijen, en
te waren van alle lasten, pagten, renten, evictien,
en creditien, daar deselve voor dato deses eenigsints
meede belast ofte beswaart mogte weesen, alles
naar regten van den landen, en costumen van
onsen dorpe, stellende daar vooren ten onderpande
specialijk zijn persoon, en generalijk alle zijne
goederen, roerende, en onroerende, present, en
toecomende geene uijtgesondert, makende alle
deselve subject voor alle regten, regteren en execu-
tien, t'oirconde dese bij mijn schout voornoemt be-
seegelt, en bij ons scheepenen geteekent op den 6e
maij anno 1732
J.v.Coevenhoven
Barent Hendrickse
Cornelis Wagemaker
Hij is getrouwd met Aghtje Jacobs.
Zij zijn getrouwd op 5 mei 1716 te Heemskerk.
Kind(eren):
Cornelis Pieterse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1716 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aghtje Jacobs |
DTB Heemskerk op FS
Transportakten Noordhollands Archief
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 015v
Schepenaktes NoordHollands Archief
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 258, folio 173v
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 258, folio 183v
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 258, folio 193r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 6r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 006r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 082r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 091v
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 092v
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 090v
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 092r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 090r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 093r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 091r
Noordhollands Archief, toegang 1032, inv.nr. 259, folio 093v