Met gerechtelijke authorisatie werd Lubbertus' nalatenschap op 18-12-1694 gescheiden. <p>Zijn nalatenschap werd als volgt verdeeld (GN 1972 pag. 207, akte dd. 18-12-1694):</p> <p>a. Abel Rigts, Ulfert Peters en Jan Berends als voorstanders over de drie minderjarige kinderen van Abel Johannis bij Frouwe Sebes, voor 3/10</p> <p>b.Geert Tyassens voor 1/10 (nl. wegens zijn vrouw Tiaeckjen Abels);</p> <p>c. Wilke Eggen voor 1/10; tesamen representerende de "vijf kinder parten van Abel Johannis", die in totaal ontvangen 1606 gl. 14 st. 3 plakken</p> <p>d. Peter Tiaerts en Jacob Tonnis voormond en vreemde voogd over Meinstje Tiddes, minderjarig kind van Tidde Tammes en Geeske Johannis</p> <p>e. Poppo Redmers, Wilke Eggen en Michel Harkes voorstanders over Peter Allers' pupil bij Geeske Johannis</p> <p>f. Poppo Redmers voor zichzelve 1/10</p> <p>g. Abel Redmers voor 1/10</p> <p>h. Aysse Redmers voor 1/10</p>
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.