Spellingvariant: Wilhelmus Zijlbaack, Willem Zijlbaeck, Wilhelmus Zijlbaaque, Willem Boelens, Wilhelm Zijlbaaque, Wilhelmus Zijlbaecq of Willem Boelens Zijlbaeck.
Een indicatie of vóór 1795 sprake was van een politiek machtsstreven onder doopsgezinden vormen daarom de mannen die overgingen naar de gereformeerde kerk en daadwerkelijk een bestuurlijke functie wisten te bemachtigen. Tot 1795 blijken deze mannen maar zeer zelden aan te treffen in de stad Groningen. Uit de zeventiende eeuw is maar één geval bekend: Wilhelmus Sijlbaack (gest. 1711). Hij was in 1672 nog oudergewoonte in eigen kring gehuwd met een doopsgezinde vrouw, maar ging nadien over naar de gereformeerde kerk, nam plaats in de gezworen meente (1693-1694, 1696-1697, 1699-1700, 1702-1706 en 1708-1711) en werd ontvanger der collaterale successie (1700-1712). Zijn voorheen doopsgezinde achterneef Jacob Boelens (geb. ca. 1694) vervulde later dezelfde functies.
Rond het midden van de achttiende eeuw blijken de gerealiseerde machtsposities van voormalige doopsgezinden dus verwaarloosbaar klein te zijn geweest. Al belandde Clemmius in het belangrijkste politieke netwerk van de stad, zijn kinderloosheid verhinderde het doorgeven van opgebouwd sociaal kapitaal. Ook genoemde Wilhelmus Sijlbaack stief kinderloos.
In 1674 leende Wilhelmus Zijlbaack f 150,- aan de Staten van Stad en Lande in Groningen, tegen 4 % rente. Hij was doopsgezind en behoorde tot de Vlaamse gemeente in Groningen, die toen onder leiding stond van Here Sijwerts.
In 1674 leende Wilhelmus Zijlbaack f 100,- aan de Staten van Stad en Lande in Groningen, tegen 4 % rente. Hij was doopsgezind en behoorde tot de Vlaamse gemeente in Groningen, die toen onder leiding stond van Hero Sijwerts.
In het seizoen 1680/1681 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Zijlbaeck, 10-0-0." Hij is dan lidmaat van de Popke Popkes gemeente.
In het seizoen 1681/1682 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Zijlbaeck, 10-0-0." Hij is dan lidmaat van de Popke Popkes gemeente.
In het seizoen 1683/1684 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Sijlbach, 10-0-0." Hij is dan lidmaat van de Popke Popkes gemeente.
In het seizoen 1684/1685 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Zijlbaaque, 10-0-0." Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeente in Groningen.
In het seizoen 1685/1686 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Sijlbaaque, 10-0-0." Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeenten in Groningen.
In het seizoen 1686/1687 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Zijlbaaque, 10-0-0." Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeenten in Groningen.
In het seizoen 1687/1688 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Zijlbaaque, 8-0-0." Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeenten in Groningen.
In het seizoen 1688/1689 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelm Zijlbaaque, 8-0-0." Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeenten in Groningen.
In het seizoen 1689/1690 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelm Zijlbaaque, 6-0-0." Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeenten in Groningen.
In het seizoen 1690/1691 betaalt hij de gemeentelijke belasting voor de burgerwachten in de stad Groningen. Hij wordt dan vermeld als: "Wilhelmus Zijlbaaque, geen vermelding van bedrag". Hij is dan lidmaat van de gecombineerde Waterlandse en Vlaamse gemeenten in Groningen.
- IIIx 65 fol.140v - 28 juli 1687 - 29 juli 1687 - Wilhelmus Zijlbaecq, apotheker en burger te Groningen, en Jacomina Velhuijs (ehel.) lenen van de gesworen Junius, namens mons. Mathias Sonhius, 200 car.gld. à 5%. [In de marge d.d. 17 november 1690 is gebleken dat door een kwitantie van de Opper administratie van de weeskamer te Amsterdam 19 september 1690 gebleken dat de brief was voldaan].
- IIIx 89 fol.84v - 15 juli 1690 - 11 april 1711 - Wilhelmus Zijlbaeck apotheker en Jacomina Velthuijs (ehel.) lenen van gesworen Johan van Hoorn 700 car.gld. à 5%. [In dorso 13 december 1695 verklaren Johan Sethell en J. van Hoorn, door liquidatie wegens geleverde medicijnen tot vermindering van dit kapitaal van gesworen Zijlbaeck te hebben ontvangen 225 car.gld. met de renten van 175 car.gld. samen 400 car.gld. Tevens staat in dorso dat vanaf 15 juli 1709 de renten zullen zijn 4 ½ %.
Hij is getrouwd met Jacomina Velthuijs.
Ze zijn in de kerk getrouwd in het jaar 1672.Bron 3
Wilhelmus Sijlbaack | ||||||||||||||||||
1672 | ||||||||||||||||||
Zijn huwelijksjaar minus 20 jaar
"Huwelijk en vermogen: Een (rechts) historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809)" van M.R. Kremer; “Mennisten-leningen in Groningen”, Archief van Staten van Stad en Lande; Petronella Elema; “Doopsgezinde bewonerslijsten van de stad Groningen 1634-1798” van W. G. Doornbos en F. M. Veenstra
"Huwelijk en vermogen: Een (rechts) historische case study naar de verzorging van de langstlevende echtgenoot in de stad Groningen onder doopsgezinden (1699-1809)" van M.R. Kremer