33 Acte der verdeling van de nalatenschap van Claas Cnol tussen Johanna Granwers wed. Phaebens, Tammo Sijgers Barelts, Evert Jacobs, Jan Ewes, Harmen Janssen Cnol, de wed. van Harmen Cnol, wijlen Ebel Knol, Jan Gerrits, Aefke Cnol wed. van Cornelis Hindricks, Harmen Cnol, Jan Everts, Menolt Claassens, Herman Wildricx anders Cnol, en Ebele Writzers, 1680 jan. 15.
Claas Cnol erfde na het overlijden van zijn ouders een groot vermogen. Claas overleed eind 1676 zonder achterlating van afstammelingen. Het 'vaderlijk deel' (dus het van Lippe afkomstige deel) van de erfenis werd geërfd door nazaten van de Cnol familie (d.w.z. nazaten van de boers en zussen van Lippe). Het verhaal over deze erfenis wordt verteld in "Genealogie Writzers" van Redmer Alma.
"Toen de tante van Ebel (Writzers), Anna Reners, op 1 februari 1646 overleed, was haar "simpele" zoon Claes Cnol enig erfgenaam, daar haar man Lippe (Claessen Cnol) en haar zoon Ebel Cnol, resp. op 14 maart 1640 en 5 mei 1625 te Westerwijtwerd al waren overleden. Aangezien de erfenis niet gering was, lieten Ebel en Johan (Writzers) (die beiden, wegens hun moeder, na Claes Cnols overlijden mede-erfgenamen zouden zijn) er geen gras overgroeien, en sloten op 23 maart 1646 "uijt Broederlijke affectie" een overeenkomst, dat zij na Claes Cnols dood, hun deel half om half zouden delen. Zij waren echter te optimistisch: Claes overleefde hen beiden, en stierf ruim 80 jaar oud, op 20 december 1676 te Westerwijtwerd."
Claes Lippes Cnol |