Spellingvariant: Eggo Walles of Egge Waltes.
De drie broers Gerrit, Lubbert en Walle Egges waren zonen van Egge Walles (overleden tussen 7 juli 1646 en 3 december 1649) en Reinouw, en stiefzonen van Pieter Sierts. Egge Walles en Reinouw namen in 1633 een heerd in Bierum over van Eneke Jansen en zijn vrouw Gebbe. Tot de heerd hoorde negen grazen uiterdijks land bij Bierum dat zij tot en met 1646 van de provincie huurden. In januari 1639 zegde Regina van Oesingeweer, weduwe van Assuerus Clant uit Harkstede, aan haar meier Egge Walles de huur van haar land op. Egge Walles was in 1637 afgevaardigde voor de doopsgezinde gemeenschap in Bierum en omgeving. Later verhuisde hij naar Marsum. In 1653 werd, zo bleek uit de notulen van de kerkvisitatie in Appingedam, geklaagd dat in het huis van de toen al overleden Egge Walles in het openbaar "Uko-Wallisterij" werd bedreven. Ukowallisten waren aanhangers van de doopsgezinde oudste, ofwel voorman Uko Walles. Dat verwanten van Egge Walles tot deze stroming behoorden, kan niet verwonderen: de leider Uko Walles was namelijk zijn broer. Deze bekende voorman stond voor een strenge groep doopsgezinden, bijgenaamd de Groninger Oude Vlamingen, waar de calvinistische predikanten zeer op gebrand waren. Kort na de verhuizing was Egge Walles overleden, want in 1649 is sprake van "Eggo Walles' weduwe tot Marsum". Weduwe Reinouw hertrouwde met Pieter Sierts, die zo meier werd van de kerkenplaats. Landbouwer Pieter Sierts was doopsgezind leraar en aanhanger van Uko Walles.
Egge Walles is een zoon van Walle Egges (= Wallo Eggens), te Noordbroek, en N. N. Egge overlijdt na 25 juli 1653. Hij woont in Godlinze en is vermaner van de doopsgezinde gemeente van Bierum. In 1653 woont hij op Marsum. "(Te) Marsum in 't huijs van Egge Walles wort Ucco-Wallisterije openbaer exerceert" (bron: 692-81, Prov. Synode - Kerkvisitatie - Appingedam, 25 juli 1653, ad. 10). Egge trouwt omstreeks 1620 met N. N. (= Reinouw).
Egge Walles is later vermaner der Vlaamse gemeente van Bierum en woont eerst te Godlinze en later te Marsum.
Felwert Fol:181 Ao:1633 Egge Waltes en Reinau (bron: Spanheim 3).
Op dinsdag 13 oktober 1635 treden als borgen namens Uko Walles op Focko Luitiens en Egge Walles in Godlinze.
Op 26-2-1637 zijn Egge Walles en Frerick Gerrits, beiden afgezanten uit Bierum, aanwezig op een vergadering van de Groninger Oude Vlamingen in de stad Groningen.
Hij is getrouwd met Reinouw N. N..
Ze zijn in de kerk getrouwd rond 1620.Bron 4
Kind(eren):
Huwelijksjaar van zijn ouders
"Geschiedenis der doopsgezinden in het Oldambt 1577-1811" van S. H. Abels; "Doopsgezinde families in het Oldambt 1520-1811" van S. H. Abels (deel 2 en 3); 692-81, Prov. Synode - Kerkvisitatie - Appingedam, 25 juli 1653, ad. 10; "Gruoninga", diverse edities, gegevens over doopsgezinden; Spanheim 3
"Gruoninga", diverse edities, gegevens over doopsgezinden; Kwartierstaat van Tjaart Egge Martens