Spellingvariant: Sibolt Sekema.
Sybolt Sekema wordt in 1540 nog geregistreerd op zijn boerderij (61 grazen en 2 grazen los land) onder Niezijl. In 1553 is hij "principal" (= voornaamste) voormond over de kinderen van zijn broer Garbrant Sekema. Voor hen koopt Sybolt in 1553en 1560 twee renten van 5 en 3 Emder gulden à 30 Groninger stuivers. kapitaal 100 en 50 Emder gulden, van Luel Aykema en diens vrouw Euke. In 1564 is hij eigenaar van een deel van Ooster Pama te Niehove, samen met de erfgenamen van Sitka toe Lanckwere. In 1570 blijkt hij te Groningen te wonen, waar hij tot de rijkste renteniers behoort.
Sybolt Sekema was getrouwd met een Jeye. Deze maakte als weduwe in 1584 krachtens het huwelijkscontract aanspraak op een uitkering van 200 Emder gulden en de tilbare goederen. Haar man was al vóór 18 december 1571 overleden. In 1569 woonde hij nog te Groningen. Hij werd daar toen aangeslagen in de eenmalige heffing wegens de wekelijkse betaling van de Waalse soldaten. Die werd de rijkste renteniers en hen, die de meeste handel dreven, opgelegd. Interessant is, dat Sybolt Sekema blijkbaar als rentenier zijn oude dag in de stad sleet. Naar hem is de boerderij Sybolt Sekemaheerd vernoemd, de tweede boerderij in de Juursemakluft. Die heerd bevond zich tussen het Hoerediep en het Niezijlsterdiep. Volgens de schrijver G. H. Ligterink stond dieboerderij aan de Hoofdstraat 104 te Niezijl. In 1612 en 1615 maakte Berend Mathies aanspraak op het grietenijrecht van de Sybolt Sekemastede te Niezijl.
Hij is getrouwd met Jeye N. N..
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Sybolt Sekema | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jeye N. N. |