Spellingvariant: Jantien Cranssen.
Jantje wordt in maart 1638 lidmaat van de kerk. Zij woont dan aan de Vischmarkt. Nu was haar vader Thije al lang overleden en haar stiefvader Harko ook. Misschien dat zij niet zo goed met haar moeders derde echtgenoot Dato Bavinck kon opschieten en verbleef zij bij haar tante Brechtje, die met haar man Harmen Wolthers aan de Vischmarkt woonde. Haar man Harmen Rhoda, geboren in Kantens, is weduwnaar van Wennetje ter Beeck, bij wie hij twee kinderen, Claasje en Geert Rhoda, kreeg. ClaasjeRhoda trouwde met Johannes Zacharias, die diaken in Ulrum was. Geert Rhoda was in 1701 voormond over de kinderen van goudsmid ter Beeck. Harmen's vader was Wesselus Rhodius, predikant te Oldenzijl en Oosternieland (1597), Kantens (1604). Zijn moeder heette Rebecca Radijs. Zij kwam vermoedelijk uit de chirurgijnsfamilie Radijs, die een vooraanstaande positie binnen het gilde bekleedde. Harmen Rhoda betaalde op 30 januari 1635 voor het halve cremersgilde f 6. Toen hij in 1634 met Wennetje trouwde, was zij al weduwe en wel van Berent Jansen.
Wennetje was in december 1625 lidmaat van de kerk geworden en woonde toen aan het Cingel. Zij overleed in 1644. Voormond over de twee kinderen werd haar broer Harmen ter Beeck, chirurgijn, en voogden werden haar zwager Tamme Hindricks Pott en Harmens?s broer Tonnis Rhoda. Harmen was in 1637 getuige geweest bij het huwelijk van deze broer Tonnis met Annetien Swartwolt, weduwe van Hindrick van Suirbeeck. Als zijn a.s. zwager Roelof Crans in 1648 trouwt met Trijntje Eyssens, weduwe van Willem Pott, is hij ook weer getuige. Genoemde Harmen ter Beeck werd in 1638 toegelaten tot het chirurgijnsgilde en practiseerde als zodanig tot 1651.10
Op de datum van zijn tweede huwelijk met Jantje Crans, 20 augustus 1649, wordt ook een akte opgesteld, waarbij zij hun 3/48 part in het huis met brouwerij aan de zuidzijde van de Bruggestraat, geërfd van Jantje's grootvader Luitjen, verkopen aan hunzwager en schoonzuster Jan Jansen en Egbertien Boelens. Zij waren niet in gemeenschap van goederen getrouwd en woonden in de Ebbingestraat.
Hun huwelijk heeft slechts enkele jaren geduurd. Op 22 maart 1652 worden voorstanderen aangesteld over hun dochtertje Wennetje Rhoda wegens het overlijden van Harmen. Voormond wordt zijn broer Tonnis en voogden Jantje's oom luitenant Derck Crans en haar broer Roelof. Als Tonnis Rhoda overlijdt, wordt Derck voormond en in 1659 doctor Wolthers in zijn plaats. (= Wolter Wolthers, een zoon van Jantjes tante Brechtje Crans). Na Wennetje werden nog Thije (januari 1648) en Wessel Rhoda (november 1649) geboren, die beiden jong overleden. Op 7 september 1653 wordt door Jantje, geassisteerd met haar neef Michiel Munter en voormond en voogd, aan de Weeskamer verantwoording afgelegd over haar nagelaten goederen voor Wennetje. Genoemd worden obligaties en verzegelingen, maar ook: "een doesjen met 100 crallen, 1 sulveren pennincke, een kam, een borsteltje met sulveren cnoopbeslach in elk een sulveren rinckje, ende andere cleynicheden, een testament met 1 psalmboekje daerachter, en olde rekenboeken".
- IIIx 31 fol.192v - 2 september 1650 - 10 september 1650 - Jantjen Crans, weduwe van Harmen Rhoda, is schuldig aan Egbert Schuiring 100 car.gld. à 5%, wegens geleverde waren.
Zij is getrouwd met Harmen Rhoda.
Ze zijn in de kerk getrouwd voor 1645 te Groningen.Bron 3
Kind(eren):
Jantien Crans | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1645 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Harmen Rhoda |
http://www.genealogieonline.nl/stamboom-bavo-van-der-molen/I44853.php
Stamboom Bavo van der Molen; Letty Hartman
Doopdatum van Wennetjen Rhoda minus 1 jaar