Spellingvariant: Luutjen Banderinge of Luitien Banderinge.
Moord in Lettelbert
Notulen van de classis Westerkwartier 5 augustus 1635: "Ende also bi het stuck van de dootslagers mentie gemaakt wordt van enen Luutjen Banderinge, wonachtigh in het Carspel Lettelbert, onder't gerichte van Fredewolt, heeft't de classis beloeft de sake ande edele E(rentfeste) heer Ewsum to remonstreren (=tegenwerpingen maken), ten einde op de persoon behoorlick gelettet mag worden" (invoer nr. 18o-inventarisno. 3 (1621-1646) in de Groninger Archieven.)
Op 16 nov.1635 en op 14 maart 1636 worden de predikanten er door de classis nogmaals op gewezen dat ze een brief moeten schrijven aan de heer Caspar van Ewsum wegens de dootslager Luitien Banderinge, dat men hem zou aangeven zodra hij werd gezien. Na de moord in 1635 vluchtte Luitien naar een andere provincie. Hiermee eindigt het verhaal in de kerkboeken, maar in 1637 wordt er een koopakte opgemaakt waarbij Yle Bousema de boerderij koopt, wat er op duidt dat Luitien Banderinge naar een andere provincie is gevlucht. Hierbij werd zijn boerderij verkocht voor drieduizend vijfhonderd daalders dato 15 maart 1637. Van de opbrengst werd Luitien onderhouden.
Op 16 November 1685 wordt, door het overlijden van Yle Bousema en Geertien Banderinga aan Pieter Bousema en Jantien Iwema de bousemaheerd in Lettelbert 73 grazen toegewezen. Zie akte van scheiding Iwema en Bousema 080-47, nr.18.
Hij is getrouwd met Jantien N. N..
Ze zijn in de kerk getrouwd rond 1610.Bron 3
Kind(eren):
Luitjen Banderink | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1610 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jantien N. N. |