Hij was boer en veenbaas. Jetze Wybes en Rinske Salomons werden als volwassenen gedoopt bij de doopsgezinden te Surhuisterveen. Kort daarna werd Jetze Wybes diaken bij de doopsgezinde gemeente te Surhuisterveen. Op het titelblad van het diaconierekeningboek, dat begint in maart 1744, staat zijn naam vermeld. In dit boek komt hij niet alleen voor als diaken, maar wordt hij ook vermeld als pachter van land van de doopsgezinde gemeente. Daarnaast betaalt hij rente, omdat hij in 1750 honderd carolus gulden heeft geleend van de kerk. Anderzijds ontvangt Jetze Wybes geld van de diaconie, omdat hij baggel (harde turf uit laagveen) levert.
Wybe Jetzes, de vader van Jetze Wybes, was ook actief in de doopsgezinde gemeente. Hij wordt tussen 1726 en 1757 geregeld genoemd als diaken. Hij moet op latere leeftijd zijn overgegaan naar de doopsgezinde gemeente, want hij werd na zijn geboorte hervormd gedoopt te Oudkerk op 15 januari 1688.
Uit de speciekohieren van Surhuisterveen wordt duidelijk, dat Jetze Wybes, evenals zijn vader, boer is. Hij verbouwt producten zoals rogge en houdt één à twee koeien. Daarnaast doet hij aan turfwinning. In1748 koopt hij percelen turfland bij Surhuisterveen en Surhuizum. Na Jetze's dood zet zijn weduwe het boerenbedrijf voort met haar zonen Jan, Pieter, Tjeerd en Jetze.
Let op: Was 9 maanden voor de doop (7 februari 1787) van kind (Jan Jetzes) al overleden (14 september 1758).
Hij is getrouwd met Rinske Salomons.
Ze zijn in de kerk getrouwd rond 1742 te Surhuisterveen.Bron 2
Kind(eren):
Jetze Wybes | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1742 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rinske Salomons |