Hermen is gedoopt in de Nederduits Gereformeerde kerk.
Het overlijden van Harmen Aalderink werd aangegeven door Jan Memelnk, oud 40 jaar, landbouwer en Garrit Jan Scholten, oud 41 jaar, dagloner, beiden wonende te Steenderen.
Harmen is overleden in de Toldijk, huis nr. 223.
Tijdstip: 04:00
(1) Hij is getrouwd met Derksken Heerink.
Toestemming voor het huwelijk is 26 maart 1786 verkregen te Steenderen, Gelderland, Nederland.Bron 4
Ze zijn in de kerk getrouwd op 16 april 1786 te Steenderen, Gelderland, Nederland, hij was toen 28 jaar oud.Bron 4Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Geertruij Wassinkmaat.
Toestemming voor het huwelijk is 10 april 1807 verkregen te Steenderen, Gelderland, Nederland.Bron 5
Ze zijn in de kerk getrouwd op 26 april 1807 te Steenderen, Gelderland, Nederland, hij was toen 49 jaar oud.Bron 6Uit het trouwboek van de huwelijkscommissarissen van Hengelo:
Compareerden voor L.A.Willinck, Richter, Gerigtsluijden Garrit Langeler en Jan Onstenk.
Op attest van den Gerichte des Ambts Steenderen zijn op den 10 April aldaar in ondertrouw opgenomen en aangetekent
Bruijdegom Harmen Aalderink Weduwnaar wonende onder Steenderen.
Bruijd Geertruida Wassinkmaat Jonge Dogter gebooren en woonagtig alhier.
1e gebod 12 April; 2e gebod 19 dito; 3e gebod 26 dito.
Uit het trouwboek van de huwelijkscommissarissen van Steenderen:
In wettigen ondertrouw opgenomen en aangetekend
1807 10 april Bruidegom Harmen Alderink Weduwenaar van wijlen Derksken Heerink oud 41 Jaren geboren onder Warnsveld dog onder desen Ambte woonagtig zijnde een Zoon van Hendr. Alderink en Grietjen Onstenk na gedaene afgoeding aen zijne minderjarigekinderen.
Bruijd Geertruida Wassinkmaat Jonge Dogter dogter van Jan Wassinkmaat en wijlen Jenneken Sieverink oud 33 Jaaren geboren en woonagtig onder Hengelo.
Get. Bruidsvader Jan Wassinkmaat
1e Gebod alhier te Steenderen en Hengelo den 12de; 2e Gebod 19den en 3e Gebod 26 April 1807; Solemnisatie op den 26 April 1807 te Steenderen volgens attest van C.Planten, V.D.M. ibidem
Kind(eren):
Oud Rechterlijk Archief Steenderen:
Op den 2de Maart 1807.
Coram me Hendrick Wijnand Rasch Rigter des Ambts Steenderen
Sampt GerichtsLieden G.J.Kuiper en Hd. Memelink.
De minute deses is geschreven op een Zegel van 12 St.
Compareerde Harmen Alderink weduwenaar van wijlen Derksken Heerink en exhibeerde een Landrechtelijken Inventaris, en versogte vermits van intentie was een Boedelscheiding aen te gaan dat voogden over zijne nog minderjarige kinderen met naemen Teunisoud 17 Hendrik oud 12 en Gerritjen oud 7 jaeren mogen worden aengesteld daer toe voordragende Gerrit Heerink en Hendrik Spieker de minderjarigen van Moeders sijde naast uiden bloede bestaande hier op secretium judicii of wagtende.
decretium
Het Gericht steld op versoek van den Comparant voorschreven persoonen tot momberen aen ten einde den goeden opsigte over der minderjarige pesoonen en goederen te hebben voorts met der pupillen vader te treden tot schifting des Boedels.
Eod et Coram iessem(?)
Compareerden Gerrit Heering en Hendrik Spieker en verklaarden die momberschap aan te nemen en onder verband van hunne persoonen en goederen en exhibeerden voorts het magescheid het welk sij Comparanten na examinatie van den Inventaris reeds in qualiteit als versogte voogden, met Harmen Alderink hebben opgericht, verklarende daar bij allezints het interesse van de onmondigen te hebben in agt genoomen met versoek dat het selve na ordre regthens mag worden geapprobeert voorts geprothocolleerd des[...........] Stipulands.
Stipulatie [.......]
Boedel Derksken Heerink
Oud Rechterlijk Archief Steenderen:
Op den 2de Maart 1807
Coram me Henrick Wijnand Rasch Rigter des ambts Steenderen
Sampt GerichtsLieden G.J.Kuiper en Hd. Memelink
de minute deses op een Zegel van 4 St geschreven
Compareerden Gerrit Heerink en Hendrik Spieker in qualiteit als momberen over de drie minderjarige kinderen van Harmen Alderink bij wijlen zijne Ehevrouw Derksken Heering Ehelijk verwekt met naamen Teunis Hendrik en Gerritjen, voorts Megteld Blankvoort en haaren Eheman Jan Beimer en Reintjen en Waander Blankvoort, en die mede als lasthebbende en, de rato Caverende voor sijne absente Zuster Grietjen Blankvoort, de 1ste Comparante in desen geadsisteert met haaren Eheman en de 2de Comparante met haaren Broeder, sijnde meerderjarige kinderen van Derksken Heering en haeren eersten Eheman Teunis Blankvoort ter eenre en kinderen Alderink in qualiteit als weduwenaar Erfuiter en Boedelhouder van wijlen sijne Ehevrouw Derksken Heerink ter anderen sijde, en verklaarden de Comparanten Ins se et qq dat sij nog voorgaande Confictie van Staat en Inventaris aen desen Gerichte geexhibeert een wettig en onverbreeklijk magescheid hebben opgericht gededingd en gesloten volgender manier
!e dat die drie minderjarige kinderen aenstonds bij desgelijks meerderjarigdeid uijt handen van hunnen vader ieder eene somme van twaalf Gulden zeventien Stuijvers Zeven haar zes zevende penning f12-17-7 6/7
voorts de meerderjarige Condividenten boven en behalven de uijtkering hun nog wegens hun vaders versterf bij Magescheid d.d. 24 Maart 1786 gesamentlijk toegedeeld als mede sodane som van taghentig Guldens voor den afstand van ongerede als hun Competeerd mede voor t moeders versterf ieder gelijke twaalf Guldens Zeventien Stuijvers, zeven en zes zevende penning ende zulks binnen een vierdedeel jaars na hun vesoek
2d. dat dan en tegens de vader Harmen Alderink zal hebben en behouden eeuwig en Erffelijk bij desen aen denselven word toe en ............., alle de goederen op den inventaris gespecificeerd en ge[sam]peerd zo ongereed als gereed benevens de Inkoomende Boedels preventantien, waer en tegens den selven zal moeten lenten en diegene alle de Boedelschulden Zonder van deselve nu nog in t vervolg tot lasten van sijne kinderen te mogen inbrengen. Edog blijvende van dese Cessie geexinieert de kleederenvan de overledene welke voor de kinderen allen Zullen verblijven en Zullende teffens gehouden sijn van t Linnen t beloofde te verk[haffen], gelijk den selven mede schuldig en gehouden is sijn minderjarige kinderen behoorlijk en Christelijk op tevoeden en te onderhouden, alles te laten leeren wat deselven nuttig en dienstig is, voor welk een en ander de vader verbind sijn persoon en goederen ter submissie en bedwang als na regten.
Waarmede de Condividenten jusse et qq verklaren en in der minne te sijn gescheiden en gedeelt te hebben zonder de minste aansprake.
Harmen Aalderink | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1786 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Derksken Heerink | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1807 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruij Wassinkmaat |