(1) Hij is getrouwd met Doetjen TIDDES.
Zij zijn getrouwd op 17 april 1609 te Groningen Groningen Netherlands.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Anne HINDRIKS.
Zij zijn getrouwd op 10 april 1626 te Groningen Groningen Netherlands.
9G Grandfather
Ondertrouwboek Groningen:" Evert Lutijens, bij der Aa poorte en DoijenTijddens, Tijdde Nannes dochter, daer voer Marrijen Lutijens caverdt, isdie proclamatioen geaccordeerd op 18 mrt. 1609. Getrouwd de 17 april."
In hetzelfde jaar 1609 werd in Groningen door Evert Luijtiens,snickevaaerder, het Gildrecht gewonnen.
Evert Luitiens en zijn broer Michiel Luitiens worden beiden genoemd inde orde op de snikkevaart tussen Groningen en Leeuwarden, doorBurgemeester (Mayor)s en raad vastgesteld op 17 februari 1623. Er werd o.a.bepaald dat de veerdienst zou worden onderhouden door twintigsnikkevaarders, die in een vaste volgorede ieder op hun beurt moestenuitvaren.
GAG, RA III x 7 fol. 140, 21 april 1625 : Evert Luitiens, de ratocaverende voor Doetien zijn huisvrouw, nu ter tijd woonachtig bij derAa poorte in Groningen, verklaart dat zij op rente hebben genomen vanHarmen Hindricks als voormond, Johan Claas en Jan Tiaertz als voogdenover Claas Claas drie onmondige kinderen, bij Grete in echte verwekt, desomma van 150 daalders. In de marge: den 1 mei 1645 vertoonde EvertLuitiens dese principaele brief gecancelleerd.
Ondertrouwboek Groningen: "Evert Luuins, Schipper (Bargeman) bij Dra poerte, daersijn moeder Marrityn Geerts voer presenteerde,en Anne Hindrix, daer haernichte Hille Berens buten Botteringe poerte voer presenteerde, ondertr.11 maart, getr. 10 april 1626 in de Akerk."
GAG, RA III x 8 fol. 269v, 13 dec.1627 : Tidde Tiddes als voormond,Micheel Luitiens als voogd over Evert Luitiens vier minderjarigekinderen, Luitien, Tidde, Grietien en Albertien genoemd, bij zijn zaligehuisvrouw Doechien geprocrerd, ter ene en Evert Luitiens als vader terandere zijde, verklaren een afkoop te hebben gemaakt van de moederlijkegoederen van de pupillen. Evert Luitiens zal de kinderen opvoeden totzij zestien jaren oud zijn, leren lezen en schrijven etc. en daarnaasthonderd daalders uitbetalen.
In 1635 werd andermaal het Gildrecht gewonnen door Evert Luitiens,snikkevaarder. Dezelfde naam wordt ook genoemd in de stadsrekening vanGroningen over het jaar 1634, het eerste jaar waarin admissiegelden voorde gilden worden gemeld. Samen met drie anderen (Tiacke Alberts, JacobGarbrants en Cornelis Willems) werd hij toegelaten tot het gilde dersnikkevoerders in het veer op Leeuwarden. Het lijkt er dus op, dat EvertLuitiens na een onderbreking van een aantal jaren zijn oude beroep weerheeft opgevat; het is onwaarschijnlijk, dat hij een naamgenoot zouhebben gehad, die in precies hetzelfde veer werd benoemd.
GAG, RA III x 17 fol. 265, 1 februari 1638 : Tidde Tiddens als oom envoormond over Evert Luitiens minderjarige kinderen, ter ene, MichiellLuitiens borger bij ter A en Steven Pieters to t Essen als voogden overdezelfde pupillen ter andere zijde, verklaren met advies en tenoverstaan van de administratoren der stads weeskamer een afhandeling tehebben gemaakt van de goederen van der pupillen bestemoeder GrietienTiddens. Tidde Tiddens zal in verband met de nalatenschap tot profijtvan de pupillen een bedrag van f300 uitbetalen.
GAG, RA III x 24 fol. 300, 3 februari 1645: Evert Luitiens en Anneyen,echtelieden bij der A poorte woonachtig, verkopen aan Gauke Naelkes enTietke Luitiens een huis met twee kamers daar achter staande bij der Apoorte aan de Hoffstraate op pachtgrond,hebbende aan de noordzijde eenmande gang tot aan de straat , de Hooffstraete of de opslag aan het diepten oosten, Geert Jansen Pottebacker ten zuiden en de weduwe van LubbertJansen ten westen, te aanvaarden op 1 mei 1645, voor een somma vanpenningen welke verkopers tot hun genoegen ontvangen hebben. Dejaarlijkse pacht, aan de stad te betalen, bedroeg 5 daalders en eenoord.
Inderdaad wordt Evert Luitiens genoemd als pachter van een perceel aande Singelwal of Hofstraat in de registers van de Oude Pachten van destad Groningen. Hij wordt hier voor het eerst genoemd 1n 1633 en voorhet laatst in 1653 (de administratie liep dus een fors aantal jarenachter bij de werkelijkheid). Het ging hier om het derde huis ten zuidenvan de oude Apoort. Ter plaatse vindt men thans het pandPotteBakker (Baker)srijge 2; dit pand wordt nog steeds aan de noordzijde dooreen mandelige gang begrensd. Van 1647 tot 1655 wordt hij vervolgensgenoemd als pachter van een stuk grond in de A-dwinger om deMeulenbarch.
GAG, RA III x 31 fol. 217, 13 mei 1650 : Evert Luitjens en Annjen,echteluiden, woonachtig bij Marwixpijpe op de Scvhuitemakerswal, lenenf400 van Johan Willems Buer in Groningen tegen een rente van f24 perjaar, stellende ten onderpand haar huis en goederen op deSchuitemakerswal staande en gelegen, door hen zelf bewoond en gebruikt.
Op 8 april 1654 werd Evert Luitiens benoemd tot voogd over deminderjareige kinderen van zijn zoon Luitiens Everts
Evert LUITJENS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1609 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doetjen TIDDES | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1626 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anne HINDRIKS |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.