Genealogische data Golse Genen » Dirck Hendricksz Laets (± 1590-< 1658)

Persoonlijke gegevens Dirck Hendricksz Laets 

• Hij is geboren rond 1590.
• Hij is overleden voor 1658 in Oud-Gastel.
• Een kind van Hendrick Laets
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 14 januari 2013.

Gezin van Dirck Hendricksz Laets

Hij is getrouwd met Cathalina Jans Bervoets.

Zij zijn getrouwd

Kind(eren):

1. Sebastiaen Dircksz Laets  1636-1703 

Notities over Dirck Hendricksz Laets

Beroep: waard van herberg De Drie Coninghen te Oud-Gastel. Hij heeft zich, komend van elders, te Oud-Gastel gevestigd, waar hij in de eerste helft van de zeventiende eeuw een welvarend bestaan opbouwde. Van 1617 tot 1630 wordt hij bij zijn patroniem aangeduid met het alias Speelman. Vanaf 1641 wordt bij consequent met zijn werkelijke achternaam Laats vermeld. Vanaf 1620 is Dirk Hendrikse Laets bekend als 'weert in de Drie Coninghen'. Hij stelde zich toen tot borg voor Jan Janssen Put. Onder verband van dit huis in het dorp van Gastel gelegen ging hij een schuld aan van 150 gulden bij Jacob Claessen Cril, schipper te Roosendaal. Ook ging bij een schuld aan van 150 gulden bij Marinus Bastiaensen onder verband van zijn stede op de Veeberg. Met deze stede als onderpand leende hij van Cornelis Wouter Domen 220 carolusgulden.

Op 13juli 1624 ging hij een geldlening aan van 100 carolusgulden onder verband van zijn herberg staande op de plaats in het dorp van Gastel. Hij kocht en verkocht te Oud Gastel diverse percelen weiden, bos en landerijen. In het jaar 1636 bewoonde hij nog steeds de herberg De Drie Coninghen en was hij tevens lakenkoper. Hij gaat dan onder verband van dit bezit een schuld aan van 1100 gulden bij Adriaan Jan Rommens. In de jaren 1643 en 1644 leende hij bedragen van 500 en 2000 gulden, respectievelijk bij Hendrik Janssen Ruijter en Augusteyn Muijdete, brouwer in de haven van Bergen op Zoom. In 1642 en 1643 verkocht hij een perceel land op de Langenberch onder Gastel en het achtste deel van een 'stedeken' op Cuijvesand. Als lakenverkoper, wonend te Oud Gastel, stelde hij zich voor de som van maar liefst 4000 gulden borg voor Pieter Cornelis van het Valarendicx op 13 augustus 1641. In het jaar 1642 en 1643 is Dirk Laats bekend als pachter van de impost. Hij was voogd over de kinderen van zijn zoon Joan Laats. In het jaar 1649 had hij hierover een geschil met Guillaume van Mierde, met wie zijn schoondochter Jacomijntjen de Colonia was hertrouwd.

Rond de jaarwisseling van 1629 en 1630 werd Pauwels Diercx geboren. Op 7 januari 1630 beloofde zijn vader, Dierck Henricxsen Laets alias de Speelman, hem op dezelfde voet als zijn wettige kinderen te onderhouden, aangezien de moeder, Cathalyn Jans, 'van cleyne middelen is'. De kous leek daarmee af, maar tien jaar later zat Dierck op de Gevangenpoort te 's-Hertogenbosch, vanwaar hij op 21 maart 1640 werd overgebracht naar de Voorpoort te 's-Gravenhage. Na negen dagen Haagse detentie vroeg hij om vrijlating, hij moest immers vrouw en acht kinderen onderhouden. Dierck Henricxsen had zijn dienstmeid bezwangerd. Zij kraamde bij haar vader, Jan Raessen, ondervorster van Oud Gastel. Deze sprak Dierck aan, van wie hij te horen kreeg: "Jae, daer is wat gebeurt. Ende nu het soo is, soo moet het gedaen blijven." Jan: "Soo hebt gy gedaen als een stuck schelms." Dierck: "Swycht! Ende soude dit nyet te maecken syn? Het gebeurt wel graven ende heeren. Ick sal maken dat het wel is ende dat het kint sal besteet worden. Maer dat men 't selve toch swijgen sonde." Nadat Jan had gedreigd naar de bisschop van Antwerpen te gaan, heeft Dierck hem met een beslagen stok in elkaar geslagen, maar hij nam het onderhoud van het kind op zich en besteedde het bij zijn moeder. Zijn wettige vrouw, die een kind van twee weken aan de borst had, sloeg hij toen zij vragen stelde.

De Speelman kon zijn handen echter niet thuis houden en het gevolg was dat Lysken Adriaen Stouten (Stoutaerts) te Roosendaal in 1637 in barensnood 'Dierek den Speelman' noemde als vader van haar kind. Vroedvrouw Geertgen Pietersen Lappers bleef nuchter: "Daer sijn veel speellieden. Wat speelman iest?" Daarop nuanceerde Lysken haar uitspraak: "0 heer wat heb ick geseght. Den Speelman en is den vader van't kindt niet. Herman van Kuijvesant is den vader. Ende twas lange gemaeckt geweest eer Speelman met mij te doen heeft gehadt."

Begin 1638 was de maat vol. Adriaen Stevenssen Deeker, die juist door de barbier sijn haer op sijn hooft hadde laeten corten ende scheeren, nodigde de kapper uit op bij hem een pijp tabak te stoppen, maar zijn huis bleek gesloten. Door het raam heeft hij Speelman selffs op syn eygen vrou sien liggen, op Claesken Corstiaens; hij was bij haar liggende opten bedde met de broecke op de knijen, den hoet af ende sijn muijlen staende voorden bedde. (Bron: Brabantse Leeuw, jrg 53 blz. 108-110).

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Dirck Hendricksz Laets?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Dirck Hendricksz Laets

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen