Genealogie Verkerk Beusichem » Staes Sebastiaens Grandia

Persoonlijke gegevens Staes Sebastiaens Grandia 

• Een kind van Senastiaen Geraldo Grandia
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 17 september 2016.

Gezin van Staes Sebastiaens Grandia

Kind(eren):

1. Dirckske Staes Grandia   

Notities over Staes Sebastiaens Grandia

OUDE GESLACHTEN IN DE BOMMELERWAARD EN AANGRENZENDE GEBIEDEN *
VI GRANDIA
(BRAKEL)
De naam Grandia maakt wel een Spaanse of italiaanse indruk, ofschoon wij met deze geslachtsnaam niet verder komen dan Brakel. Vrij vertaald, zouden wij er de familienaam De Groot voor in de plaats kunnen stellen. Toch vond ik iets dat in bovengenoemde richting wees. In een boek van de Dagelijkse Heerlijkheid Brake1 vond ik een copieschrijven van 30.5.1611 en van 5.7.1629 met de handtekening van Adriaen van Hemert, Secretaris van Brake1 uit het jaar 1674. Deze van Hemert was onderwijzer te Brakel. Ik vond dan verder een schrijven, d.d. 18.7.1633, waarin het hoofd de namen vermeldt van Jan van Goor, Reijer Cornelis (Salm), Peter van Muijlwijck, Aert Arissen Duijsteren èn. . . Sebastiaen Geraldo. Voor die tijd moet secretaris van Hemert wel een behoorlijk ontwikkeld man geweest zijn. Waarschijnlijk wist hij ook iets meer van de herkomst van het geslacht Grandia, want hoe komt hij ertoe om in plaats van Gerrit of Geraert, de Spaanse of italiaanse naam Geraldo te schrijven. Het was overigens niet lang geleden, dat de Spanjaarden nog vlak bij Brake1 op het slot Loevesteijn lagen! We kunnen wel denken aan een gedroste Spanjaard of italiaan, maar op veronderstellingen kunnen we niet afgaan.
HANDMERK
Op 22.5.1670 gebruikten verschillende leden van het geslacht Grandia nevenstaand handmerk, nl. Mayke Bastiaens (Grandia), Jelis Claessen (Grandia) en nogmaals dezelfde voor zijn moeder en Jelis Peters (Grandia) (Minuten Hoge Bank van Zuilichem).
GENEALOGIE
1. Geraldo (Grandia), tr. N.N.
* Onder deze titel verschenen in Gens Nostra XXI (1966), p. 178: 1. Van Veen; p. 307:
TI. Van Venlo; p. 309: TIT. Ronden; XXIV (1%9), p. 272: IV. De Jong; p. 297:
V. Van der Meijden.
73
H.Z., inv.nr. 8, f. 396v), verm. als ouderling te Brake1 (1640-1654), communicant
aan het Avondmaal (Lidmatenboek, 1640), dijkheemraad (20.6.1654),
tekent dan als Sebastiaen Geraerts (R.A. Arnhem, Dijkstoel van Brakel, map
32), tr. N.N.
Kinderen:
Adriaen Sebastiaens, wordt op 19.1.1654 het huis van zijn vader vermaakt,
vermeld als voogd van de kinderen van zijn broer in 1668.
Claes Sebastiaensz, soldaat onder kapitein Swart, tr. Brakel/Gameren
18.2/apr. 1644 als j.g. van Braeckell, met att. naar Garneren, Neeske Geurts.
Geraert, volgt 111.
111. Geraert Sebastiaens Grandia, overl. vóór 1668, tr. (1) Brake1 17.4.1644
Lijsken Huijgen, overl. vóór 1654, dr. van Huijg Jan Ghijsberts; tr. (2) ald.
26.2.1654 Maijken Thonis BaZZingh (zeer oud geslacht te Brakel), wed. Gerrit
Janse Schipper. Zij tekent met een eigen handmerk.
In een momberschapsakte van 25.2.1668 voor de Hoge Bank van Zuilichem
worden vermeld: Adriaen Bastiaens (broer van Geraert) en Jan Huijgen (broer
van Lijske) als ooms en mombers over de twee onmondige kinderen van Geraert
Sebastiaenssen, bij zijn overleden vrouw Lijske Huijgen verwekt, alsook Mayken
Thonis, laatst wed. van Gerart Bastiaensen, wier eerste man heette Gerrit Janse
Schipper, en haar broer Jan Tonisse Ballingh.
Uit het tweede huwelijk:
Gil&, volgt IV.
IV. GiZZis Geraerts Grandia, ged. Brake1 1.1.1658, weerbare man met geweer
(1702), schepen en gerichtsman ald., dijkheemraad (30.5.1694), tekent
op 2.1.1719 met handmerk onder contract van het Dorpssignaat (G.A. Brakel,
Polderarchief Beneden de Meijdijk, overl. na 1710, tr. ald. 29.4.1686 Jenneke
Peters van der Meijden (in huw. inschr. de naam v. d. Meijden tussengevoegd,
als ware deze vergeten), ged. Brake1 1.10.1665, dr. van Peter Jans (van der
Meijden) en Teuntje Jans van Bijstervelt. Zoon:
V. Geraert Jelisz Grandia, ged. Brake1 17.11.1694, tr. ald. 17.10.1743 Nesia
(Agnes) Van der Meijden, begr. Brake1 6.4.1787, dr. van Sijmen Jans van der
Meijden en Neeske Arissen van Willigen (Zie Gens Nostra XXIV (1969),
p. 299). Zoon:
VI. Sijmen Gerrits Grandia, ged. Brake1 27.10.1748, overl. ald. 21.9.1826,
tr. ald. 6.5.1785 Geertje Staes van Bijstervelt, ged. Brake1 17.9.1754, dr. van
Staes Floresz van Bijstervelt en Beleke Cornelis van Dalen. Zoon:
VIT. Floris Sijmensz Grandia, ged. Brake1 4.6.1799, landbouwer, over].
ald. 20.12.1884, tr. ald. 3.12.1830 Elizabeth Bras, geb./ged. De Werken (N.Br.)
onder Sleeuwijk/Werkendam 20/24.5.1801, dr. van Bastiaan Bras en Aagje
Schouten. Dochter:
74
van Brake1
(1592 en 1595)
Jan Jansz
van Goor
(1636)
Wapen: van Brake1 en van Goor.
Twee afgewende staande zalmen vergezeld van 9 herkruiste kruisjes (3-3-3). Helmteken:
2 staande zalmen met de kop omlaag.
Jacob Gijsberts wan Brakel, schout ald., schepen van Zuilichem, zegelt met bovenstaand
wapen (R.A. Arnhem, Civ. Prot. Hof van Gelder, inv.nr. 10, dd. 28.4.1795; G.A.
Zaltbommel, Arch. Weesh., envel. 275, dd. 26.10.1592).
Diens zoon Jan, schepen van Zuilichem, zich noemende van Goor, naar het geslacht
van zijn grootmoeder Elisabeth Jansdr. van Goor, zegelde met hetzelfde wapen als zijn
vader (G.A. Zaltbommel, Arch. Weesh., inv.nr. 74, dd. 253.1636).
Teuntje Grandia Jelis Grandia A. van Dalen
(1741) (1761) (1791)
Teuntje Grandia, wed. Hendrik van Dalen, zegelde met een wapen met dwarsbalk,
vergezeld van drie harten (2-1) (R.A. Arnhem, Volm. Geld. Leenkamer, inv. nr. 159,
dd. 23.5.1741). Mogelijk is dit geen Grandia-wapen, maar dat van het geslacht van
Dalen, dat later voerde 3 antieke molenwieken (2-l), zoals A. van Dalen (R.A. Arnhem,
Besl. Test. Zuilichem, dd. 2.2.1791).
Jelis Grandia zegelt met een doorgesneden wapen: 1.3 onder elkaar geplaatste vissen
(zalmen?), 11. een handmerk vergezeld van de letters 1 en G (R.A. Arnhem, Volm. Geld.
Leenkamer, invnr. 162, dd. 26.5.1761).
Cornelis Reijnders
Salm
(1572)
Gerrit Cornelis
Salm
(1608)
Cornelis ReijnersSalm zegelde met een gedeeld wapen, 1.3 antieke molenwieken
(2-l), 11. twee afgewende staande zalmen vergezeld van 9 herkruiste kruisjes (3-3-3)
(van Brakel) (R.A. Arnhem, Volm. Geld. Leenkamer, dd. 30.4.1572).
Diens zoon Gerrit Carnelisz Salm zegelde met een wapen als zijn vader, doch de
wapenfiguren zijn gewisseld (R.A. Arnhem, Doos Geld. Rekenkamer 1598-1609, dd.
2.7.1608). Dit wisselen van plaatsing komt voor wanneer naaste familieleden te zelfder
tijd zegelen.
75
Den Ooivaarsnest) 20.9.1869, tr. ald. 12.2.1853 Huibert Jacobus de longh,
geb. Brake1 7.4.1829, overl. ald. 7.6.1879, zn. van Johannes Henricus Cornelisz
de Jongh en Dirkje van Vliet (Zie Gens Nostra XXIX (1969), p. 272).

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Staes Sebastiaens Grandia?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!