Door de Duitsers tijdens de 1e wereldoorlog gefusilleerd.
Henri diende tijdens de 1e wereldoorlog in een onderofficiers rang bij de Inlichtingendienst in het Belgische leger. Zijn broer Jean sloot zich hier eveneens bij aan tegen het eind van 1915.
Henri werd bij deze werkzaamheden echter op 6-5-1916 te Meeuwen door de Duitsers aangehouden en opgesloten te Hasselt. Jean onderging het zelfde lot op 26 mei 1916 te Meeuwen.
Op 15 juli 1916 werden zij met een aantal anderen door een Duitse Krijgsraad te Hasselt veroordeeld. Henri kreeg de doodstraf, gratieverzoek mocht niet baten op 12-8-1916 werd het vonnis te Hasselt uitgevoerd.
Jean werd veroordeeld tot 10 jaar dwangarbeid en werd daartoe op 3-8-1916 weggevoerd naar een tuchthuis te Rheinbach. In oktober werd hij ingezet voor dwangarbeid te Sedan in Frankrijk. De dwangarbeiders werden afgebeuld en van de groep van 117 personen waren er na vier maanden slechts 20 over.
Op 5 maart 1918 werd Henri met bloedvergiftiging en uitputtings- verschijnselen in het hospitaal opgenomen. In juni van dat jaar was hij zover hersteld dat hij weer naar het tuchthuis in Rheinbach werd overgebracht alwaar hij op 18-11-1918 werd bevrijd.
Op 7 en 8 september 1919 vond er te Bree een Nationale Feestviering plaats. Een krantenbericht van die tijd gaf ons de volgende informatie:
"HULDEZANG aan den jongen Meeuwenheld Hendrik Verdonck geboren te Meeuwen 28-8-1896, gefusilleerd voor zijn dierbaar Vaderland te Hasselt 12-8-1916.
Te Hasselt in den kerker,
Mishandeld wreed en snood
Door vroom heden sterker
Verbeidt VERDONCK den dood.
Hij leefd'in leed voor Haard en Troon:
Reeds dalen d'Engelen met zijn kroon !
Hij sterft voor God en Land !
Daar wordt hij door die wreeden
Ter strafplaats heen geleid:
Luid slaakt hij bee op beeden:
Hij is ter dood bereid:
Hij heeft noch schreit - Door 't luchtgrauw heen.
Verneemt men 't stervend woord alleen:
't Is niets - 't Is voor mijn land !
Me dooden kunt ge veilig
Daartoe behoort geen moed;
Maar 'k zweer u hoog en heilig:
Gij pleegt onnozel bloed.
Ik heb, o niet, de minste schuld.
Ik heb mijn burgerplicht vervuld:
Ik sterve voor mijn Land!
Hij heft den blik vol stralen.
Naar 't Belgisch front omhoog,
Waarheen zoo menig malen
Zijn geest, zijn bede vloog.
Dan knielt Hij vóór den Eeuwigen God:
Een zwaai, een kijk, een knallend schot....
Zoo sterft Hij voor zijn Land!