Oorzaak: Gesneuveld
Op het Ereveld "Kembang Koening"
Antonius Johannes van Lunsen nam kort na de bevrijding als oorlogsvrijwilliger (OVW) dienst bij het Korps Mariniers (Mariniers Brigade). Zij staat van dienst bij dit korps is als volgt:
zeedienst als Marinier der derde klasse oorlogsvrijwilliger.
Antonius Johannes van Lunsen maakte deel uit van Infanterie Compagnie"I" (INCO I) van het 3e Infanterie Bataljon (3e INBAT). Op 22 januari 1947 werd hij bij een zuiveringsaktie van het mitrailleurpeloton van INCO I te Boedoeran in de Gedangan-sector (Oost-Java), door een sluipschutter neergeschoten. Ter plaatse werd hij behandeld door een ziekenverpleger en vervolgens vervoerd naar de noodziekenboeg in Gedangan. Van hieruit werd hij met een ambulance naar het Marinehospitaal te Soerabaja overgebracht alwaar hij op 24 januari aan zijn verwondingen overleed. Op 25 januari werd hij met militaire eer begraven op het ereveld "Kembang Koening" te Soerabaja (graf vak C, nummer 225). Hij werd gelijktijdig begraven met Sergeant der Mariniers Franciscus Steens (1926-1947) welke nog die zelfde dag, bij het opruimen van mijnen en bommen op de weg naar Boedoeran, ten gevolge van het exploderen van een vliegtuigbom om het leven was gekomen. Beiden liggen sindsdien naast elkaar op dit ereveld.
Het 3e Infanterie Bataljon van de Mariniersbrigade werd op 14 september1945 te Camp Davis (Verenigde Staten) opgericht. Het bataljon bestond volledig uit oorlogsvrijwilligers en beroepsmilitairen. Later in Indië werden er als aanvulling ook dienstplichten ingedeeld. Op 11 december1945 vertrok het bataljon met het motorschip "Bloemfontein" vanuit de Verenigde Staten naar Malakka alwaar het op 23 januari 1946 arriveerde. Het schip was noodgedwongen naar Malakka uitgeweken omdat de bevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld. Dit verbod werd in maart 1946 opgeheven. Op 1maart 1946 werd het 3e Infanterie Bataljon te Malakka ingescheept op de"Nieuw Amsterdam" en op 10 maart arriveerde het schip in de haven van Soerabaja. Vervolgens werd het 3e Infanterie Bataljon toegevoegd aan het Territoriale Troepen Commando Oost-Java (T.T.C. Oost-Java) en ingedeeld bij de A-Divisie van dit troepencommando. Aanvankelijk was het bataljon nog niet op volle sterkte. Dit gebeurde pas na de aankomst van aanvullingstroepen in april/mei 1946. Vanaf 16 maart maakte het echter een aanvang met de overname van posten van de 5th Indian Infantry Division (op Java gelegerde troepen uit India) welke waren gelegen aan de "Westwall" en in Soerabaja. Medio april werd het bataljon gelegerd inde "Grissee-sector" met onder andere posten te Gedongtambak, Tjermee en Gendong (allen Oost-Java). Daar de bataljons van de Mariniersbrigade rouleerden over de sectoren en posten was het 3e Infanterie Bataljon later onder andere ook gelegerd te Ploemboengan, Ketegan, Kletek en Gedangan alwaar in de omgeving van de laatst genoemde plaats Antonius Johannes van Lunsen op 22 januari 1947 door een sluipschutter werd neergeschoten. Op de dag van zijn overlijden, 24 januari, startte het 3eInfanterie Bataljon de "Porongactie" waarbij Sidoardjo, Porong en een belangrijke brug aldaar over de kali werden bezet. Vervolgens nam het 3e Infanterie Bataljon van 21 juli 1947 tot 4 augustus 1947 nog deel aan de Eerste politionele actie, "Produkt-Zuid", waarna het enige tijd rond Lawangen op het eiland Madoera gelegerd was. Verder nam het bataljon nog deel aan actie "Carthago", een grote zuiveringsactie in het kustgebied bij Asembagoes, en aan de voltooiing van de bezetting van Madoera. Door inkrimping van de Mariniersbrigade werd het 3e Infanterie Bataljon uiteindelijk op 1 december 1947 opgeheven. Bij de Mariniersbrigade kwamen in totaal 263 man om het leven. Antonius Johannes van Lunsen was het 83e slachtoffer wat te betreuren viel (bron: www.indië-1945-1950.nl, 3e Infanterie Bataljon).
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.