Zomaar een schatting
N.B. Op perkament, gecancelleerd, de uithangende zegels van Johan van Gemen, drost tot Gronau, die bij gebrek aan een eigen zegel voor Johan Scheleberndes zegelt, van Herman van Westerholt en Gert de Sasse zijn afgevallen.
N.B. Op perkament, gecancelleerd, van de uithangende zegels van Johan van Gemen, ambtman te Gronouwe, die op verzoek van Johan Scheleberndes wijl deze geen zegel bezit, medezegelt, en van Gerlach en Roleff van Wullen, zijn slechts brokstukken over. Aan de buitenzijde der oorkonde is bijgeschreven:
dat Koulandt to Heick de van Wullen IJ molt rogge up Martini. Desse breff is gegeven dorch zallighe Margareten van Wullen, pravestynne, na uthwisinge oers testamentz dem Capittel to Borchorst a°. 1535 up Assump. Marie (15 aug.) Constat mihi Joh. Holtman, notario."
met de zegels van de graaf van den Bergh, de oorkonder en de gerichtslieden Evert van Ulfft en Evert van Hekeren.
Er is geen bewijs dat genoemde Johan van Ghemen identiek is aan Johan , bastaard van Gemen
Hij is getrouwd met Anne Butekamp.
Zij zijn getrouwd voor 1485.
Kind(eren):
Zie Afschrift
Zie Afschrift
Zie Afschrift
Everwin, greve toe Benthem en van Stenfforde, beleent Gerlach van Wullen met het erve en goed, genaamd Schouwinck en een kotten daarbij, genaamd Slachffordt, gelegen in het kerspel van Enschede , leenroerig aan het graafschap Benthem en staat toe dat Gerlach van Wullen met deze goederen betuchtigt zijne huisvrouw Margareten. Ten overstaan van Arndt de Bever en Johan van Ghemen, leenmannen, 1506 juli 31 (op avent Petri ad vincula). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van den leenheer.
"Johannes IJsinck, als een gevolmachtigde momber van junffer Greten van Wullen, schenkt aan Gerlage van Wullen (broeder van Greten) en zijne huisvrouw Margrete de genade om te mogen wederkopen een rente van 2 molt rogge, uit een goed, genaamd dat Cotlant, voor 50 rijnsche golden gulden. Ten overstaan van Johan Scheleberndes, richter to Epe, van juncker Arnd, greven to Stenfford, nog onmondig, Lefert Lambertinck en Albert de Voess, ummestenders des gerichts, zomede Gert Lubbertinck, priester en Scroder Huinck, 1505 juli 1 (saterdach na Johannes baptistendage). 1 charter
N.B. Op perkament, met uithangend zegel in groen was van Johan van Ghemen, amptman ter Gronouwe, die op verzoek van den richter zegelt, welke geen zegel heeft."
Herman van Westerholt en Marien, zijne huisvrouw, bekennen voor 200 overlandsche gouden Rijnsche gulden verkocht te hebben aan Johan, zoon van wijlen Berthold Hardenacken, burger tot Coesfelt, 8 molt goede winterrogge, Coesfelder maat, jaarlijks te betalen te Coesfelt op Ons lieven Heren Hemelfart dach, uit hun goed en erve Suttenrat anders Dinckelborch en uit Doitkotten, Gesenhues, Volmerdynck en Alferdinck, alle gelegen in het kerspel en gericht van Epe, en waarvoor als waarborg optreedt Gert de Sasse.
Ten overstaan van Johan Scheleberndes, richter tot Epe, van wegen juncker van Stenforde, Schroder Hinrich, Johan Albertinck, Umbstant Udenbernt, Johannes Ysynck en meer Goede lieden als keurnoten en getuigen
Johan bastaard van Ghemen, onderdrost van het land Sutphen vanwege heer van Ghemen, drost des lands Zutphen, oorkondt dat Lutgart van Raesvelt weduwe Jacob van Hacfort, ridder, tot een memorie van wijlen haar man aan Gherlich, prior, en het convent van Zybekeloe in der Tweynt 100 gouden Overlandse Rijnse gulden van de 1200 gulden, door Jacob gevestigd op tienden, erven en renten van Bernt van Wisch en Margarete van Camphusen, gelegen in de kerspelen Henghell en Zelym, en door hem op zijn vrouw overgedragen en dat Vrouwe Lutgart die 100 gulden met hand, halm en gychtighen monde heeft geleverd onder belofte van vrijwaring.
Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes van Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Wolterus Poppinck en Johannes van Ghemen, senioren, van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Mr. Gheryt Bruens canunnik te Deventer eene jaarlijksche rente van 10 gouden, overl. rijnsche gld., uit hun erve en huis binnen Deventer, nu bewoond door Bernt ter Brugghen, welks ligging nader wordt omschreven, en voorts onder verband van alle goederen van het klooster.
Gherardus Bruens, canunnik van St. Lebuinuskerk te Deventer, verklaart vergund te hebben aan Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes van Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Johannes van Ghemen en Wolterus Poppinck, senioren van het klooster Galilea in Zybekeloe, en aan het convent, den terugkoop van 9 mudden rogge, aan hem verkocht uit het erve Marienborch en den molen daarbij, voor 100 gouden overl. gouden rijnsche gld.
Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Gherardus van Leijden, supprior, Wolterus Poppinck, en Johannes van Ghemen, seniores en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Boeck en juffer Wyse diens vrouw, eene jaarrente van 5 Philippusgld. uit hun huis en were gelegen te Deventer aan de Brinck (ligging nader omschreven) en onder verband der overige bezittingen des kloosters, behoudens recht tot wederkoop van 100 gouden Phls.gld.
Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, Gherardus Leydis, supprior, Johannes Sutphanie, kelner, Wolterus Oetmersem en Johannes van Ghemen, seniores, en het gemeene convent verklaren gemachtigd te hebben Mr. Gheryt van den Toern, deken van sunte Peter te Utrecht, en diens neef Hermen van de Busche, canunnik van St. Marie, tot den verkoop van 6 morgen lands, liggende op Blomendaell in gemeenschappelijk bezit met het klooster te Gheijn, hun beide vroeger aangekomen van wijlen Derck van Alphen en juffer Elizabeth van der Laer.
Zie Afschrift
Kwitantie van Johan van Ghemen, "bastairt", voor Elbert van Eijle, ritter, en diens vrouw Margareta
Bezegeld door Johan van Ghemen (zegel afgevallen) en door Johan van Loen, "anders g nant van Dornijnck" (zegel iets onduidelijk)
Zie Regest
Zie Regest
"Gerlach van Wullen en Margrete zijne huisvrouw bekennen verkocht te hebben aan Margrete van Wullen, junffere des wertlyke gestichtes to Borchorst ene jaarlijkse rente van 2 molt winterrogge, Nyenborger maat, voor een som gelds, welke de verkopers erkennen ontvangen te hebben, te betalen jaarlijks op den hoogtijd van sint Martinus des hiilligen bysschops, uit het erf en goed genaamd dat Cotland in het kerspel Heeck, buurschap Aderloe; waarvoor Roleff van Wullen borg blijft.
Ten overstaan van Johan Scheleberndes, richter te Epe van juncker Arndes greve to Stenfforde, Lefert Lambertynck, Albert de Voess, Gert Lubbertynck, priester, Johannes Yssynck, Scroder Hynrick en meer goede luiden als keurnoten
Zie Afschrift
Sweder van der Schulenbroch, gograf en richter te Empeynchem (Emlichheim) vanwege Everwyn graaf te Benthem, oorkondt, dat Arndt Buthencamp en zijn vrouw Lumme eertijds ten overstaan van hem en de keurnoten Gerdt Geleworst en Gerd Smede aan Johan van Gemmen, bastaard, een volmacht hebben gegeven om de aflossing van een jaarlijkse rente van 80 goudgulden op te eisen van Wyllem Rybbert, Johan van Almelo, Johan de Rode Berntszone, Hermen van Peyse en Conrad van den Bredenbroke, welke rente zij nu aan hem overgedragen hebben ten overstaan van hem en de keurnoten Arndt Schouwe en Clawes Geleworst.
Johannes Holtman, richter binnen Bredeffoirt, oorkondt dat Johan Muller en zijn vrouw Lyse aan Evert van Lintell, gemachtigde van Johan van Ghemen, drost van Gronouwe, een gaarde geheten de Blomengaerden, gelegen onder Bredeffoirt, verkocht heeft en geleverd.
Aankomsttitel voor Evert van Lintell ten behoeve van Johan van Ghemen, drost van Gronauwe, van een gaarde vòòr Bredevoort, geheten de "Blomengaarde", die hem door Johan Muller en zijn vrouw Lyse onder belofte van vrijwaring wordt geleverd
Regest 695: Johan van Ghemen, bastaard, stadhouder van het drostambt 's lands van Zutphen voor heer Henrick, heer thoe Ghemen en tot Wevelkaven, stadhouder der landen van Gelre en drost der graafschap Zutphen, oorkondt, dat Oesswaildt, graaf van den Berge en heer van den Bylant, ingevolge de uitspraak van den heer Van Ghemen voornoemd en raadsvrienden van Nymmegen, Sutphen em Arnhem, erkent schuldig te zijn aan Connegondt van Bronchorst, vrouwe van Hoemoet, een lijfrente van 76 rijnse guldens 's jaars, gaande uit zijn renten en goederen in het gericht van Doesborch, namelijk de Koeweert, de Vaellewerdt en de Wettersweerdt
Regest 696: Johan van Ghemen, bastaard, stadhouder van het drostambt 's lands van Zutphen voor Henrick, heer toe Ghemen en tot Wevelkaven, stadhouder der landen van Gelre en drost 's lands van Zutphen, oorkondt, dat Oesswaildt, graaf van de Berge en heer van den Bylant, ingevolge de uitspraak van den heer van Ghemen voornoemd en raadsvroenden van Nymmegen, Zutphen en Arnhem, aan Connegondt van Bronchorst, vrouwe van Hoemoet, haar lijftochtgeld ad 400 rijnse guldens toewijst uit zijn renten en goederen in de Koeweerdt, de Vaelenweerdt, de Wethorst- of Beynemmerweerdt met de visserij, uit de molen en hof ter Hoepe, de tienden te Dichteren en te Oessell, het goed Ter Gonnen en de goederen te Ysenvoerde, Oessell en Garner, alles onder Doittinchem, te betalen 's jaars na de dood van haar man
Rekeningen van inkomsten & uitgaven van het ambt Bredevoort, opgemaakt door Reyneken Rasehorn en door Evert van Lintelo als rentmeesters namens de graaf van Bentheim & Steinfurt, 1499-ca. 1512. 1 katern, 1 band, 3 stukken. No. 1142: Fragment betreffend uitgaven aan maaltijden en lonen, z.j.. 1 stuk, NB. 2 bladzijden. Gezien de vermelding van zowel jonker van Schouwenburg te Ghemen als de bode uit Bentheim te dateren vóór 1513 tijdens het condominium. De vermelde Johan van Ghemen zal een bastaardzoon betreffend van wijlen Henrich IV, wiens vader ook Johan heette.
Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes Druyborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Johannes van Ghemen,. Wolterus Poppinck, senioren van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mr. Gheryt Bruens, canunnik te Deventer eene jaarrente van 9 mudden rogge, uit hun erve Marienborch, en de molen, daarbij gelegen in het kerspel van Hardenbergh, en voorts onder verband van alle andere bezittingen des kloosters.
Zie Afschrift
Zie Regest
Zie Afschrift
Zie Afschrift