#1871 Predikant Christelijk Gereformeerde Gemeente Delft #
Begraafplaats L van der Valk 1838 1910
Algemene Begraafplaats Zuid van Limburg Stirumweg 35 6861 WL Oosterbeek
OV advertentie uit aller naam ondertekend door Wed,. J.N. Bekooij van der Valk.
Een tot heden onbekend persoon.
Hij is getrouwd met Hendrikje Langen.
Zij zijn getrouwd op 9 december 1863 te Harderwijk, hij was toen 25 jaar oud.Bron 2
Bron: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1928
Jacob van der Valk werd 31 Juli 1865 te Rotterdam geboren als oudste kind van tien uit het huwelijk van Leendert van der Valk, predikant, en Hendrikje Langen.
Het geslacht Van der Valk, dat reeds in de 13de eeuw in het Westland bekend was, ontving in den Monsterschen magistraatspersoon Nicolaas Jacobsz., geboren omstreeks 1475, in 1549 van Keizer Karel V een wapenbrief onder toekenning van adellijke rechten1. Het geslacht Langen was Geldersch, en stamde in de vrouwelijke lijn af van het Zwitsersche Von Rauchenstein.
Van der Valk, de vader, oorspronkelijk in zijn geboortestad Vlaardingen voor den handel bestemd, werd predikant en heeft als kanselredenaar en exegeet in zijn kring naam gehad2.
Die ouders hebben wel in bijzonderen zin het stempel op zijn karakter gezet. Hen te kennen is hem te kennen. Daarom zij hier vermeld, wat hij bij de uitvaart zijns vaders te Oosterbeek - die achtereenvolgens predikant was te Rotterdam, Delft, Scheveningen en Oosterbeek - sprak: ‘Hij had iets vrouwelijks in zijn karakter. Zijne deugden waren de eigenschappen, die eene voortreffelijke vrouw plegen te sieren: zachtheid, goedheid, vredelievendheid, lijdzaamheid, geduldige toewijding, vaste geloofsverzekerdheid, onverstoorbaar optimisme. Hij was in verheven zin, wat mijne moeder als eisch stelde: een gestadig jager. En hij heeft geen trouwer vriendin gehad dan haar, zijne levensgezellin gedurende 46 jaren. Wat hij miste, vulde zij aan. Zij heeft er voor gezorgd,
Levensbericht van Jacob van der Valk.
Jacob van der Valk werd 31 Juli 1865 te Rotterdam geboren als oudste kind van tien uit het huwelijk van Leendert van der Valk, predikant, en Hendrikje Langen.
Het geslacht Van der Valk, dat reeds in de 13de eeuw in het Westland bekend was, ontving in den Monsterschen magistraatspersoon Nicolaas Jacobsz., geboren omstreeks 1475, in 1549 van Keizer Karel V een wapenbrief onder toekenning van adellijke rechten1. Het geslacht Langen was Geldersch, en stamde in de vrouwelijke lijn af van het Zwitsersche Von Rauchenstein.
Van der Valk, de vader, oorspronkelijk in zijn geboortestad Vlaardingen voor den handel bestemd, werd predikant en heeft als kanselredenaar en exegeet in zijn kring naam gehad2.
Die ouders hebben wel in bijzonderen zin het stempel op zijn karakter gezet. Hen te kennen is hem te kennen. Daarom zij hier vermeld, wat hij bij de uitvaart zijns vaders te Oosterbeek - die achtereenvolgens predikant was te Rotterdam, Delft, Scheveningen en Oosterbeek - sprak: ‘Hij had iets vrouwelijks in zijn karakter. Zijne deugden waren de eigenschappen, die eene voortreffelijke vrouw plegen te sieren: zachtheid, goedheid, vredelievendheid, lijdzaamheid, geduldige toewijding, vaste geloofsverzekerdheid, onverstoorbaar optimisme. Hij was in verheven zin, wat mijne moeder als eisch stelde: een gestadig jager. En hij heeft geen trouwer vriendin gehad dan haar, zijne levensgezellin gedurende 46 jaren. Wat hij miste, vulde zij aan. Zij heeft er voor gezorgd,
Kind(eren):
Van der Valk: dominee met gaven
Leendert van der Valk
Leendert van der Valk (1838-1910) wilde van jongs af visser van mensen worden. Op twaalfjarige leeftijd stichtte hij een zondagsschool. Een eeuw geleden overleed hij als gereformeerd predikant.
Leendert van der Valk werd op 8 oktober 1838 geboren in Vlaardingen, waar de visserij toen nog de hoofdbron van bestaan was. In de kuiperij van zijn vader werden haringvaten gemaakt. Het was in deze werkplaats dat de twaalfjarige Leendert in 1850 begon met het houden van een zondagsschool. Hoe serieus hij dit werk opvatte, blijkt uit een bewaard gebleven toespraak over de grote dwaas, gehouden op zondag 14 oktober 1852 naar aanleiding van de gelijkenis in Lukas 12:16-21.
Een academische opleiding tot het predikantschap was voor Leendert van der Valk (foto 1) niet weggelegd. Toch kon zijn hartenwens in vervulling gaan. Hij kwam in contact met ds. Jacob Binneweg, een hervormd predikant van gereformeerde overtuiging in Harderwijk, van wie hij de eerste vorming voor het predikambt ontving. Na diens overlijden (januari 1862) sloot Van der Valk zich aan bij de kruisgemeenten en studeerde hij onder leiding van ds. Reinder Veldman te ’s-Gravenhage. Deze zond zijn leerling in het najaar van 1863 naar de pas geïnstitueerde kruisgemeente aan de Goudscheweg in Rotterdam.
Van der Valk voldeed zo goed, dat hij toen hij afgestudeerd was meteen in Rotterdam werd beroepen. In de algemene vergadering van de kruisgemeenten werd hij geëxamineerd naar artikel 8 van de Dordtse Kerkorde (singuliere gaven) en toegelaten tot de evangeliebediening. Op 4 september 1864 verbond hij zich aan de Rotterdamse kruisgemeente. Tijdens zijn verblijf kwam zij tot grote geestelijke bloei.
In 1869 was hij een van de zes deputaten die door de synodale vergadering van de kruisgemeenten werden aangewezen om de vereniging met de Christelijke Afgescheiden Kerk tot stand te brengen. De verenigde kerken heetten voortaan Christelijke Gereformeerde Kerk. Van der Valk nam in hetzelfde jaar een beroep aan naar de christelijke gereformeerde gemeente van Delft. Hij was er ruim 22 jaar met veel ijver werkzaam. In die tijd beleefde de gemeente een dusdanige groei dat haar kerkgebouw moest worden vergroot en later door een nieuwe kerk worden vervangen. Bij de gemeente voegden zich ook geestverwanten van dr. H. F. Kohlbrugge.
Na voor vele beroepen te hebben bedankt, aanvaardde Van der Valk dat naar Scheveningen. Zondag 26 juni 1892 nam hij daar de herdersstaf op. Intussen was de landelijke vereniging van Christelijk Gereformeerden en Dolerenden een feit geworden. Nadien werd de christelijke gereformeerde gemeente als gereformeerde kerk A aangeduid. Het gezin Van der Valk betrok een groot herenhuis aan de Keizerstraat, dat kort tevoren door de kerkenraad was gekocht .
In zijn Scheveningse jaren toonde ds. Van der Valk een warme belangstelling voor het wel en wee van de vissersbevolking. In het bijzonder interesseerde hij zich voor het werk onder zeelieden die in het haringseizoen lange tijd van huis waren. Op zijn initiatief benoemden de gereformeerde kerken van diverse vissersplaatsen deputaten voor een kerk- en hospitaalschip.
Ook besloten zij dat een predikant de belangen van de Hollandse vissers in Lerwick (foto 3), de hoofdstad van de Britse Shetlandeilanden, zou behartigen. In de eerste weken van het haringseizoen werd er namelijk gevist in de wateren van deze eilandengroep ten noorden van Schotland. De schepen liepen in het weekeinde de haven van Lerwick of die van Baltasound binnen, waar de vissers de zondagen doorbrachten.
In 1897 maakte Van der Valk voor het eerst een reis naar Lerwick om te zien wat er voor de daar verblijvende Hollandse zeelieden kon worden gedaan. Hij kreeg alle medewerking van de plaatselijke Schotse kerk, die direct haar bedehuis beschikbaar stelde voor Nederlandse kerkdiensten. In 1898 vertoefde hij samen met zijn vrouw ruim drie weken op de Shetlandeilanden. Zondags preekte Van der Valk en in de week hield hij een Bijbellezing. Hij voerde vele gesprekken met de vissers en bezocht de zieken.
Ruim twaalf jaar bleef Van der Valk aan de gereformeerde kerk van Scheveningen verbonden. In 1904 nam hij een beroep naar Oosterbeek aan. Tot aan zijn dood, 13 januari 1910, diende hij de gereformeerde kerk aldaar.
In september 1909 herdacht hij zijn 45-jarige evangeliedienst. In Gods kracht heb ik gezaaid, zo zei hij toen. Door de lange duur van mijn ambtsbediening heb ik een gedeelte van de maaitijd doorgemaakt, vele schoven zien verzameld worden in de hemelse schuur. Hiernamaals zal ik, onwaardige, de volle oogst zien binnengebracht worden.
Uit: Reformatorisch Dagblad.
Bron RINUSH geneanet
?Leendert, geboren op 8 oktober 1838, Vlaardingen, overleden op 13 januari 1910, Renkum (leeftijd bij overlijden: 71 jaar oud), dominee.
Notitie : beroep: predikant bij de Chr. Geref. Gem. te Delft (1871) geboren op 8 okt 1838 Vlaardingen- volgens OA 6 Renkum weduwnaar van Hendrikje Langen Leendert van der Valk (1838-1910) wilde van jongs af „visser van mensen” worden. Op twaalfjarige leeftijd stichtte hij een zondagsschool. Een eeuw geleden overleed hij als gereformeerd predikant. Leendert van der Valk werd op 8 oktober 1838 geboren in Vlaardingen, waar de visserij toen nog de hoofdbron van bestaan was. In de kuiperij van zijn vader werden haringvaten gemaakt. Het was in deze werkplaats dat de twaalfjarige Leendert in 1850 begon met het houden van een zondagsschool. Hoe serieus hij dit werk opvatte, blijkt uit een bewaard gebleven toespraak over „de grote dwaas”, gehouden op zondag 14 oktober 1852 naar aanleiding van de gelijkenis in Lukas 12:16-21. Een academische opleiding tot het predikantschap was voor Leendert van der Valk niet weggelegd. Toch kon zijn hartenwens in vervulling gaan. Hij kwam in contact met ds. Jacob Binneweg, een hervormd predikant van gereformeerde overtuiging in Harderwijk, van wie hij de eerste vorming voor het predikambt ontving. Na diens overlijden (januari 1862) sloot Van der Valk zich aan bij de kruisgemeenten en studeerde hij onder leiding van ds. Reinder Veldman te ’s-Gravenhage. Deze zond zijn leerling in het najaar van 1863 naar de pas geïnstitueerde kruisgemeente aan de Goudscheweg in Rotterdam. Van der Valk voldeed zo goed, dat hij toen hij afgestudeerd was meteen in Rotterdam werd beroepen. In de algemene vergadering van de kruisgemeenten werd hij geëxamineerd naar artikel 8 van de Dordtse Kerkorde (singuliere gaven) en toegelaten tot de evangeliebediening. Op 4 september 1864 verbond hij zich aan de Rotterdamse kruisgemeente. Tijdens zijn verblijf kwam zij tot grote geestelijke bloei. In 1869 was hij een van de zes deputaten die door de synodale vergadering van de kruisgemeenten werden aangewezen om de vereniging met de Christelijke Afgescheiden Kerk tot stand te brengen. De verenigde kerken heetten voortaan Christelijke Gereformeerde Kerk. Van der Valk nam in hetzelfde jaar een beroep aan naar de christelijke gereformeerde gemeente van Delft. Hij was er ruim 22 jaar met veel ijver werkzaam. In die tijd beleefde de gemeente een dusdanige groei dat haar kerkgebouw moest worden vergroot en later door een nieuwe kerk worden vervangen. Bij de gemeente voegden zich ook geestverwanten van dr. H. F. Kohlbrugge. Na voor vele beroepen te hebben bedankt, aanvaardde Van der Valk dat naar Scheveningen. Zondag 26 juni 1892 nam hij daar de herdersstaf op. Intussen was de landelijke vereniging van Christelijk Gereformeerden en Dolerenden een feit geworden. Nadien werd de christelijke gereformeerde gemeente als gereformeerde kerk A aangeduid. Het gezin Van der Valk betrok een groot herenhuis aan de Keizerstraat, dat kort tevoren door de kerkenraad was gekocht (foto 2). In zijn Scheveningse jaren toonde ds. Van der Valk een warme belangstelling voor het wel en wee van de vissersbevolking. In het bijzonder interesseerde hij zich voor het werk onder zeelieden die in het haringseizoen lange tijd van huis waren. Op zijn initiatief benoemden de gereformeerde kerken van diverse vissersplaatsen deputaten voor een „kerk- en hospitaalschip.” Ook besloten zij dat een predikant de belangen van de Hollandse vissers in Lerwick , de hoofdstad van de Britse Shetlandeilanden, zou behartigen. In de eerste weken van het haringseizoen werd er namelijk gevist in de wateren van deze eilandengroep ten noorden van Schotland. De schepen liepen in het weekeinde de haven van Lerwick of die van Baltasound binnen, waar de vissers de zondagen doorbrachten. In 1897 maakte Van der Valk voor het eerst een reis naar Lerwick om te zien wat er voor de daar verblijvende Hollandse zeelieden kon worden gedaan. Hij kreeg alle medewerking van de plaatselijke Schotse kerk, die direct haar bedehuis beschikbaar stelde voor Nederlandse kerkdiensten. In 1898 vertoefde hij samen met zijn vrouw ruim drie weken op de Shetlandeilanden. Zondags preekte Van der Valk en in de week hield hij een Bijbellezing. Hij voerde vele gesprekken met de vissers en bezocht de zieken. Ruim twaalf jaar bleef Van der Valk aan de gereformeerde kerk van Scheveningen verbonden. In 1904 nam hij een beroep naar Oosterbeek aan. Tot aan zijn dood, 13 januari 1910, diende hij de gereformeerde kerk aldaar. In september 1909 herdacht hij zijn 45-jarige evangeliedienst. „In Gods kracht heb ik gezaaid”, zo zei hij toen. „Door de lange duur van mijn ambtsbediening heb ik een gedeelte van de maaitijd doorgemaakt, vele schoven zien verzameld worden in de hemelse schuur. Hiernamaals zal ik, onwaardige, de volle oogst zien binnengebracht worden.”
Bronnen : overleden: OA 6
Gehuwd op 9 december 1863, Harderwijk, met Hendrikjen Langen, geboren in 1842, Harderwijk, overleden op 6 december 1909, Renkum (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud)
Notitie : Hendrikjen Langen Geslacht: V Overlijdensdatum: 06-12-1909 Overlijdensplaats: Renkum Vader Aart Langen Moeder Margjen Oosterman Partner Leendert van der Valk Relatie: echtgenote Nadere informatie geboortepl: Harderwijk; oud 67 jaar; beroep overl.: zonder beroep; beroep vader: geen beroep vermeld; beroep moeder: geen beroep vermeld
Bronnen : overleden: OA 111
(
Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Gelders Archief Algemeen Toegangnr: 0207 Inventarisnr: 7894 Gemeente: Renkum Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 80 Datum: 12-12-1905 Bruidegom Johannes Welling Leeftijd: 26 Geboorteplaats: Scheveningen Bruid Johanna Marcheliena van der Valk Leeftijd: 29 Geboorteplaats: Delft Vader bruidegom Wilhelmus Welling Moeder bruidegom Alida Goedraad Vader bruid Leendert van der Valk Moeder bruid Hendrikjen Langen Nadere informatie beroep bg.: onderwijzer; beroep bruid: zonder beroep; beroep vader bg.: reeder; beroep moeder bg.: zonder beroep; beroep vader bd.: predikant; beroep moeder bd.: zonder beroep
).
Leendert Ds. van der Valk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1863 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrikje Langen |