Genealogie Van der Valk en van der Valck » Pieter Jansz. Groenevelt (Groen) (± 1563-> 1591)

Persoonlijke gegevens Pieter Jansz. Groenevelt (Groen) 

• Hij is geboren rond 1563.
• (Onbekend) .

  Kregen 1 kind

• Hij is overleden na 4 november 1591.
• Een kind van Jan Dircks Groenevelt (Groen) en N.N.
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 21 januari 2016.

Gezin van Pieter Jansz. Groenevelt (Groen)

Hij is getrouwd met Maritgen Adriaensdr van der Valck.

Zij zijn getrouwd op 1 december 1585 te Naaldwijk ZH.

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN
VAN DE HOFSTAD POLANEN TE MONSTER, 1359-1770
door
C. Hoek

NAALDWIJK
4. 2 morgen land in Naeldwijckerbroeck, belend ten oosten: Henric Jansz. en Aeltruyt
Gerritsdochter van de Poel, ten zuiden: een banweg, ten westen: Jan Heynric
Meynsenzoonsz. en ten noorden: Foytgen Willemsz.
4-10-1378: Jan Henrick Mesenszoonsz. na overdracht door Jan Baeck Gerritsz.
31-7-1429: Heynric Jan Heynrickszoonsz.
13-5-1440: Dirck Jansz.
23-7-1482: Jan Claesz. opten hogen werf na overdracht door Russchen Korstensdochter.
17-3-1495: Floris Claesz. bij dode van zijn broer Jan Claesz.
..-.-1511: Claes Hugez. na overdracht door Floris Claesz. en draagt het leen over aan Jan
Dammasz.
21-11-1522: Joost Jan Dammasz., onmondig, oom: Cornelis Dammasz., bij dode van zijn
vader Jan Dammassen.
..-.-1545: Pietertgen Dammasdochter, gehuwd met Pieter Huymansz., bij dode van haar neef
Joost Jan Dammesz.
20-10-1546: Cornelis Vriesz. na overdracht door Pietertgen Dammasdochter, gehuwd met
Pieter Huymansz.
22-11-1557: Allert Cornelis Vriesenz. te Maeslant, onmondig, voogd: Adriaen Engebrechtsz.,
bij dode van zijn vader Cornelis Vriesz. en draagt het leen over aan Jan Dircxz. te
Naeltwijckerbrouck.
22-6-1585: Dirck Jansz., onmondig, voogd: Boon Dircxz., bij dode van zijn vader Jan Dircxz.
4-11-1591: Pieter Jansz. Groenvelt na overdracht door Boon Dircxz. als oom en voogd van
Dirck Jansz. en draagt het leen over aan Jan Pietersz. Groenvelt, voogd: Pieter Dircxz. van
Adricom, die op zijn beurt het leen overdraagt aan Maritge Ariensdochter, gehuwd met Dirck
Lenertsz.
8-3-1604: Dirck Lenertsz. na overdracht door Adriaen Joostensz. als grootvader van Jan
Pietersz. Groenevelt.
30-1-1634: Pieter Coenen, eerste klerk van de secretaris van de leenheer, na overdracht door
Dirck Leendertsz.
13-9-1638: Johan Coenen, onmondig, neef: meester Jacob Snels, bij dode van zijn vader
Pieter Coenen.
13-10-1681: Adriaen Pietersen bij scheiding van de nagelaten boedel van Pieter Coenen.
13-10-1719: Hester Antonia Pietersen bij dode van haar vader Adriaen Pietersen.
1-12-1719: Johan Brul na overdracht door Hester Antonia Pietersen.
12-3-1729: Abraham Scheurleer bij dode van Johanna Brull, weduwe van Retten, die het leen
had geërfd van haar vader Johan Brull.

Jan Pietersz Groen , geboren circa 1588, overleden.
Notitie : 18-9-1614 Woudharnasch : Schout en twee gezworenen hebben zijn op verzoek van de secretaris van Naaldwijk geweest op 8,5 morgen land die Leentgen Jansdr. in haar leven huisvrouw van Jan Pietersz. Groen met de dood geruimd en achtergelaten heeft leggende in de jurisdictie van Groenevelt. Is per morgen waard 325 gld. [4952] f. 10v 12-3-1615: Comp. Jan Pietersz. Groenevelt en heeft verkocht aan mr. Johan Tuning secretaris van zijn Exellentie graaf Hendrick van Nassouwen 8 morgen 3 hond land met niemad gemeen leggende in de Groeneveltse polder. Het land is alleen belast met boterpacht, te weten de 14 morgen met een half vat boters en elke morgen met 3 schellingen 6 penningen ’s jaars erfelijke rente. De comparant cedeert al het recht en actie van zeven waarbrieven die hij daarvan aan de koper heeft overgeleverd 12-3-1615: Comp. Jan Pietersz. Groenevelt en heeft verkocht aan mr. Johan Tuning secretaris van zijn Exellentie graaf Hendrick van Nassouwen 8 morgen 3 hond land met niemad gemeen leggende in de Groeneveltse polder. Het land is alleen belast met boterpacht, te weten de 14 morgen met een half vat boters en elke morgen met 3 schellingen 6 penningen ’s jaars erfelijke rente. De comparant cedeert al het recht en actie van zeven waarbrieven die hij daarvan aan de koper heeft overgeleverd. 12-3-1615: Comp. mr. Johan Tuning secretaris van zijn Ex(ellentie) graaf Hendrick van Nasouwen en is schuldig aan Jan Pietersz. Groenevelt de som van 3780 car. gld. spruitende uit koop van 8 morgen 3 hond land leggende in de Groeneveltse polder daarvan Jan Pietersz. Groenevelt op huiden opdracht gedaan heeft. 12-5-1615 Jan Pietersz. Groen wedr. tot Naeltwijc met Catharina Jansdr. j.d. tot Voorschoten.Trouwen Stompwijk gerecht

KWARTIERSTAAT VERBEEK – DAVIDSON
door
Henriëtte Elizabeth Verbeek
(dochter van kw. 4/5

20.166 VAN DER VALCK alias RIJVERT, Adriaen Joostenz., geb. 1538/39, bouwman
onder Zandambacht, leenman van Hontshol 1559, 1579, schepen van Zandambacht,
rentmeester van de Heilige Geest te ’s-Gravenzande, verhuist naar Naaldwijk tussen
1602 en 1611, overl. 5-8-1616, begr. Naaldwijk, huwt ca. 1559:
20.167 Adriaentgen Jorisdr. (de Jonge), onmondig 20-4-1556, beleend met het leen van
Hontshol 1581, overl. 4-11-1616, begr. Naaldwijk 7-11-1616 in haar mans graf.

2550. Dirck Lenertsz. van der Houven (Houff), van Delfgauw, Hof van Delft, woont
Naaldwijk (‘Korte Brouck’), welgeboren man, verkoopt zijn woning en land 10-10-
1633, test. Monster 20-1-1645, overl. tussen 4-10-1648 en 8-5-1654, tr. Naaldwijk
(Geref.) 12-8-1590 (ondertr. Delft 29-7-1590 met attestatie voor Naaldwijk):
2551. Maritgen Adriaensdr. van der Valck, begr. Naaldwijk 12-3-1603 (nieuw graf binnen
de kerk), tr. 1e Pieter Jansz. Groenevelt (Groen).

Bron HOGENDA
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1581-1587) INV. 4
bewerkt door Pieter van der Hoeven
[fol. 128] 28-4-1586: Pieter Jansz. Groenevelt wonen(de) in Naeldijckerbroock en(de)
bekende sculdich te weesen Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven
woonachtich in [doorgehaald: Naeldijcker] Broock voirs. de somme van vijer duijsent
seshondert vijftich carels guldens ter cause en(de) over die eenen helft van(de)
cooppenn(ingen) van(de) woninge eijgen landen metten aencleven van dijen bijden voirn.
comparant van(de) wed(uw)e en(de) erffgen(amen) van(de) voirn. Jan Dircksz. gecoft.
Tot meerder zeeckerheijts van desen soe compareerde Adriaen Joesten wonende in
Santambacht en(de) Neelgen Willemsdr. wed(uw)e wijlen Jan Pietersz. Groenevelt met haer
voochts hant in desen Pieter Dircksz. van Dijck en(de) constitueerden hem selven te samen
en(de) elx voir deene helft borgen.
[fol. 129v.] 28-4-1586: Pieter Jansz. Groenevelt wonen(de) in Naeldijckerbrouck en(de)
bekende dat hij int copen van(de) woninge en(de) eijgen landen metten aencleven van dijen
bij hem gecoft van(de) wed(uw)e en(de) erffgen(amen) van Jan Dirkz. z:ge: in zijn leven
woonachtich upte woninge voirn. aen hem genomen en(de) aende gereede penn(ingen) van
dijen gecort heeft dese naevolgende parthijen van renten:
In den eersten een renthe van vijer gulden thijen strs. sjrs. toecomen(de) de kerck tot
Naeldijck ter losse jegens den penn(ing) zestijen,
noch een renthe van acht gulden vijff strs. siaers ter losse de penn(ing) achtijen toecomende t’
convent inde Poten in sGravenhage,
noch een rente van drie gulden vijftijen strs. siaers ter losse den penn(ing) zestijen
toecomende tvoirs. convent,
noch een rente toecomende P(iete)r P(iete)rsz. Beaumont tot Delff van ses gulden siaers ter
losse den penn(ing) sestien,
noch een rente van vijer guldens thijen strs. siaers ter losse als voren toecomende eertijts
derffgen(amen) van Jan Deeckens nu de wed(uw)e van Dirck Claesz. tot Naeldijck voirs.,
noch een rente van ses gulden siaers ter losse als voren toecomende Margriete Niclaesdr.
mede tot Naeldijck,
noch een gelijcke rente van ses gulden siaers toecomende de wed(uw)e en(de) erffgen(amen)
van Heijnrick Corssen upt Woudt,
en(de) de selve noch een rente van vijer gulden thijen strs. sjrs. ter losse als voren,
noch een gelijcke renthe van ses gulden siaers toecomen(de) Jan Corn(elis)z. inde Poeldijck,
noch een renthe van seven gulden thien strs. siaers ter losse mede den penn(ing) zestijen als
voren toecomen(de) Jan Pouwelsz. Vos en(de) tweeskint van Adriaen Corssen,
noch een rente van vijer gulden vijff groot siaers ter losse als voren toecomende den H: Geest
tot Naeldijck,
en(de) noch een renthe van achtijen gulden vijftijen strs. siaers all mede ter losse den
penn(ing) sestijen als voren toecomen(de) Maritgen Jansdr. weeskint van Jan Dircksz. voirs.
als d’actie hebbende van(de) wed(uw)e van Adriaen Arlewijnsz.,
monterende de hooftsomme van alle de selve voirs. renthen gereeckent als voren ter somme
van twaelff hondert vijer en(de) tnegentich gulden thijen strs. [borgen als in vorige akte]
[fol. 131] 28-4-1586: Pieter Jansz. Groenevelt wonende in(de) Corten Broock binnen den ban
alhijer en(de) bekende sculdich te weesen de twee achtergebleven weeskinderen van wijlen
Jan Dircxz. z:g: in zijn leven woonachtich in den Broock voirs. bij naemen Dirck Jansz. inder
echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. en(de) Maritgen Jansdr. inder echte geprocreeert bij
Maritgen Dircksdr. te samen de somme van vijer duijsent ses hondert vijftich carels guldens
ter cause en(de) over die eene helft vande cooppenn(ingen) van(de) woninge en(de) eijgen
landen metten aencleven van dijen bijden voirn. comparant van(de) weduwe en(de)
erffgen(amen) van(de) voirn. Jan Dircksz. gecoft en(de) hem comparant te wille gelevert,
[borgen als in vorige akte]
[fol. 132v.] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende
in Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende bekende zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs.
te samen vercoft te hebben Pieter Jansz. Groenevelt een woninge als huijs schuijren bargen
en(de) geboomte staende en(de) gelegen in den Corten Broock binnen den ban voirs. aende
zuijtzijde van(de) Middelbroockwech staende met actie noch van sestijen margen een hont
eijgen lant en(de) twee marghen daer hem van den coper part de grontbrijeven getransporteert
zijn en(de) de gront daer dvoirs. woninghe up staende is groot ontrent twee hont lants weinich
min off meer … voirts koeijen paerden plooch wagens eijens en(de) ander tot de koe en(de)
bouwneringe behoirende …
Compareerden noch voirs. Corn(elis) Jorisz. voirs. in zijn prive naem, en(de) Joris Jorisz.
beijde wonen(de) op Honsholredijck en(de) constitueerden haer selven voir die eene helfte als
voirde portie van Neelgen Jorisdr. weduwe voirs., Bonaert Dircksz. voirs. mede in zijn prive
naem met Reijer Corn(elis)z. wonende inden ambachte van Maeslandt en(de) Jacob
Arlewijnsz. inden ambachte van(de) Lijer te saemen voir een vijerdepaert en(de) P(iete)r
Gijsbrechtsz. met Dirck Dircksz. beijde mede voirs. oock in haerluijden prive naem insgelijx
voir een vijerdepaert en(de) oversulcx te saemen voir dander helft voirde portien der voirs.
weeskinderen, borgen voirde waringe soe voirs. is omme bij gebreck van dijen tselfde te
mogen verhaelen werden.
[fol. 133] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende in
Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende bekende zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs.
te samen vercoft te hebben Pieter Jansz. Groenevelt vijer mergen lant bij den hoop sonder
maet gelegen binnen den ban van Naeldijck sulx Jan Dircksz. za:ge: voirs. die aengecomen
waren als eertijts getroudt gehadt hebbende de wed(uw)e van Corn(elis) Vrijesz. zijnen
voirsaet. [borgen als in vorige akte]
[fol. 134] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende in
Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende bekende zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs.
te samen vercoft te hebben Pieter Jansz. Groenevelt vijff hont lants luttel min ofte meer bij
den hoop sonder maet gelegen binnen den ban van Naeldijck voirs. belent als doude
grontbrijeven daer dese onse letteren deur getransfixeert bezegelt zijn dat inhouden en(de)
vermelden met alle trecht van waringe brijeff en(de) brijefsrecht als dvoirs. wed(uw)e en(de)
erffgen(amen) wt crachte der selver en(de) sulx die Jan Dircksz. voirs. angecomen waren als
eertijts getrout gehadt hebbende de wed(uw)e van Corn(elis) Vrijessen naesat was van Jacob
Korssen. [borgen als in vorige akte]
[fol. 135] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende in
Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende bekende zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs.
te samen vercoft te hebben Pieter Jansz. Groenevelt vijerdalve margen lants gelegen binnen
den ban voirs. aen twee perceelen … sulx die Jan Dircksz. voirs. aengecomen waren als
eertijts getrout gehadt hebbende de weduwe van Corn(elis) Vrijesz. naesaet was van Jacob
Corssen. [borgen als in vorige akte]
[fol. 136] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende in
Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende bekende zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs.
te samen vercoft te hebben Pieter Jansz. Groenevelt drie margen lants. [borgen als in vorige
akte]
[fol. 136v.] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende
in Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende bekende zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs.
te samen vercoft te hebben Pieter Jansz. Groenevelt twee mergen drie hont lants sulx de selve
den voirn. Jan Dircksz. z: aengecomen waren als eertijts getrout gehadt hebbende de weduwe
van Corn(elis) Vrijesz. [borgen als in vorige akte]
[fol. 137v.] 28-4-1586: Neelgen Jorisdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircksz. in zijn leven wonende
in Naeldijckerbroock binnen den ban voirs. met haer voochts hant Corn(elis) Jorisz. haren
broeder, Bonaert Dircksz. wonende inde Lijer als oom en(de) voocht aan svaders zijde, Pieter
Gijsbrechtsz. wonende t’Eijckenduijnen man en(de) voocht van Annegen Ariensdr. als voocht
van s’moeders zijde van Dirck Jansz. achtergebleven weeskint wijlens Jan Dircksz. voirs.
inder echte geprocreeert bij Nijesgen Ariensdr. mitsgaders Dirck Dircksz. Mijn Kaertgen
wonende binnen der stede van Delff als voocht aen smoeders zijde van Maritgen Jansdr. mede
achtergebleven weeskindt wijlens van(den) selven Jan Dircksz. voirnt. inder echte gewonnen
bij Maeritgen Dircksdr. ende waren zij comparanten elx in zijn regardt en(de) qualite voirs. te
samen transporterende Pieter Jansz. Groenevelt alsulcke twee margen lants als hemluijden wt
crachte van(den) brijeff daer dese onse letteren deur getransfixeert bezegelt zijn toecomende
mochte weesen en(de) elx als mede als dvoirs. Jan Dircksz. z:g: als eertijts getrout gehadt
hebbende de wed(uw)e van Corn(elis) Vrijesz. gepossideert en(de) beseten is ofte weesen
mach hebben en(de) is copie van(den) brijeff bijde voirs. heere van Assendelft daer van
gepasseert hijer nae volgende luijdende van woorde te woorde aldus:
‘Wij Aerijaen Jansz. en(de) Maerten Zijeren gezwoirens des gerechts tot Naeldwijck
oirconden en(de) kennen dat up huijden datum van desen voir ons gecomen en(de)
gecompareert is geweest Gerrit heere tot Assendelft tot Heemskerck tot Henijnghe etc. ridder,
stadthouder van(de) leene en(de) eerste raedts des keijsers presideren(de) in Hollandt etc.
ende bekende dat hij getransporteert hadde Corn(elis) Vrijesz. zeeckere twee margen lants
luttel min ofte meer gelegen in Naeldijckerbroock inde woninghe nu bijden voirs. Corn(elis)
Vrijesz. beseten en(de) all eer toebehoirt heeft eene Jacob Corssen zijne voirsaet za:
memorien en(de) dat in eene campe lants groot elff mergen vijer hondert vijer en(de)
tnegentich roeden tijen voet gemengder aerde en(de) gemengder veure met dat oude gasthuijs
binnen Delff met vijff margen, den abt van Egmondt drie maergen vijff hondt en(de) het
capittel tot Naeldijck met eene margen … betaelt te weesen bijden voirs. Corn(elis) Vrijesz.
met eenen rentebrijeff van acht carels ghuldens vijftijen stuijvers en(de) een blanck sijaers
erfflosrenten ter losse den penn(ing) sestijen breder blijckende bijde brijeven bij den bailiu
schout van Naeltwijck daer van bijden voirs. Corn(elis) Vrijesz. gepasseert en(de) den voirs.
heere van Assendelft gelevert in date XVC en(de) veertich den XVen decembris. Aldus gedaen
a° XVC en(de) drie en(de) veertich den acht en(de) twintichsten in meij.’
Noch onderstont gescreven gecollacioneert jegens zijn principael wthangende met een root
zegel ende daermede bevonden accorderen(de) van woort tot woort en ware onderteijckent:
Bij mij C. Heijnrickz. 1559.
[borgen als in vorige akte]

Bron Hogenda
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1587-1595) inv. nr. 5
bewerkt door Pieter van der Hoeven

[fol. 57v.] (Actum als boven): Maargen Adriaensdr. wed(uw)e wijlen Pieter Jansz.
Groeneveld met haer kerkelicke voochds hand [doorgehaald: Adriaen Joosten haren vader]
[marge: Dirck Lenaerdsz. ter eenre en(de) Pieter Dircksz. van Dijck als voochd van]
t’weeskind dvoors. wed(uw)e achtergelaten en(de) inder echte geprocreeert bij Pieter Jansz.
voors. met name Jan P(iete)rsz. oud Alderheijligemisse a° LXXXIX twee jaren ter anderen
zijde en(de) bekenden met den anderen uijtcoop en(de) scheijdinge van(den) achtergelaten
boel za: P(iete)r Jansz. voors. gedaen te hebben.

Kind(eren):

1. Jan Pietersz Groenevelt (Groen)  1587-< 1621

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Pieter Jansz. Groenevelt (Groen)?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Pieter Jansz. Groenevelt (Groen)

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen